ECLI:NL:RBNHO:2023:3688
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen omgevingsvergunning voor tijdelijke plaatsing van een poffertjeskraam in strijd met goede ruimtelijke ordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verleende omgevingsvergunning voor het plaatsen van een antieke poffertjeskraam op een weiland in Santpoort-Noord. De vergunning was verleend voor de periode van 30 juni tot 28 juli 2022. Eiseres, die bezwaar had gemaakt tegen de vergunning, stelde dat de plaatsing van de kraam in strijd was met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank oordeelde echter dat de belangen van eiseres door verweerder voldoende waren meegewogen en dat de afweging van verweerder niet onredelijk was. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was, omdat de vergunninghouder ook voor 2023 een nieuwe omgevingsvergunning had aangevraagd en verleend, wat de relevantie van de uitspraak vergrootte. De rechtbank benadrukte dat de tijdelijke plaatsing van de kraam niet in strijd was met de goede ruimtelijke ordening, mede omdat de impact beperkt was en andere omwonenden geen klachten hadden ingediend. De rechtbank wees erop dat er geen blijvend recht op vrij uitzicht bestaat en dat de belangenafweging door verweerder redelijk was. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter E. Jochem, in aanwezigheid van griffier A.W. Martens.