Strategie
De concrete invulling van de hierboven geformuleerde doelstelling leidt tot de volgende
actiepunten, uit te voeren voor 31 december 2021:
1. Eerste TijdSparengroep
- Deze groep zal groeien naar minimaal 20 deelnemers. dit willen wij bereiken door:
a. de deelnemers meer te betrekken bij het groeien van de groep en hen hierbij een specifieke rol te geven, zodat hun creativiteit en kracht ook hier ingezet kan worden.
b. verdere uitwerking van het hiervoor genoemde [persoon] -project zal ook hiertoe bijdragen.
c. deelnemers uit te nodigen actief mensen te benaderen. Elk jaar zullen wij minimaal een keer een bijeenkomst organiseren om geïnteresseerden te informeren wat TijdSparen en wat het voor hen kan betekenen.
- Meer onderlinge uitwisselingen zullen plaatsvinden door:
d. opnieuw de vaardigheden van de bestaande deelnemers en nieuw instromende deelnemers te inventariseren en beschikbaar te maken.
e. onderzoek te doen naar een automatiseringssysteem dat in staat is vaardigheden en verzoeken te matchen en het aantal uitwisselingen te registreren.
2. Samenwerking met [bedrijf 1] formaliseren
Begin 2020 heeft overleg plaatsgevonden met de secretaris van het bestuur van [bedrijf 1] over een nadere samenwerking. Hierbij kwamen de volgende concrete plannen naar voren, die na de corona-crisis nader zullen worden uitgewerkt:
a. Onderlinge uitwisseling van taalles (Japans, Engels en Nederlands).
b. Samen op zoek naar een administratiesysteem voor matching en registratie.
c. Onderling naar elkaar verwijzen op de website.
d. Van elkaar leen op het gebied van community building en werken vanuit een organisatie.
e. Vanuit [stichting 1] hulp bieden bij opstelling van jaarrekening [bedrijf 1] .
f. Gezamenlijk een symposium organiseren over TijdSparen.
Dit zal worden uitgewerkt in een samenwerkingsovereenkomst.
3. Om de doelstelling van 2 nieuwe groepen TijdSparen te behalen, zullen wij de volgende mogelijkheden onderzoeken en daar 2 uit kiezen voor uitvoering in de periode van dit plan:
a. Bibliotheek
Vlak voor de uitbraak van corona was er al contact met een Bibliotheek [plaats 1] over het opzetten van een open groep. TijdSparen past mooi in de ideeën van de bibliotheek. Hierover zullen op korte termijn nadere plannen worden gemaakt.
b. [bedrijf 3]
De [bedrijf 3] heeft veel raakvlakken met TijdSparen. Ook zij helpen elkaar en hebben als een van hun doelstellingen “het beter leren kennen van anderen als een gelegenheid tot dienstvaardigheid”. Hier zien wij veel mogelijkheden. Een eerste korte kennismaking heeft intussen plaatsgevonden en we gaan onderzoeken of we iets voor elkaar kunnen betekenen.
c. [stichting 2]
biedt kleinschalige opvang aan jonge kinderen van 0 t/m 4 jaar die extra ondersteuning nodig hebben. Kinderen met een beperking of kinderen uit kwetsbare gezinnen worden liefdevol opgevangen door gekwalificeerde medewerkers en vrijwilligers.
Deelnemers van TijdSparen bij [stichting 2] kunnen zijn: ouders van de kinderen, vrijwilligers, oud-vrijwilligers, en ouders van kinderen die ooit bij [stichting 2] zijn geweest. En misschien zelfs buurtbewoners.
Naar de gebruikelijke activiteiten bij een PotLuck, zouden we lezingen kunnen organiseren door experts op het gebied van bijvoorbeeld kinderen met een beperking. Bij de uitwisseling kunnen we denken aan een extra gesprek met een van de vrijwilligers over een specifiek onderwerp. Maar ook aan ouders die iets voor een vrijwilliger of [stichting 2] doen, helpen met de administratie of opruimen.
d. Sportvereniging
Bij sportverenigingen zien wij een mogelijkheid om met TijdSparen toe te voegen aan de saamhorigheid en deze te versterken door leden niet alleen met elkaar te laten sporten, maar er ook voor elkaar te laten zijn. Deze mogelijkheid zal worden onderzocht.
e. Scholen
Bij scholen kan, mede in het kader van het leraren tekort, naar ons idee meer gebruik worden gemaakt van de kennis van goed functionerende klasgenoten of leerlingen van ‘hogere’ klassen die de ‘lagere’ klassen helpen bij een gat in hun kennis of vaardigheden. Door middel van het puntensysteem ben je in staat de nodige capaciteit beschikbaar te stellen aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De leerlingen die de hulp bieden krijgen er ook nog iets van een ‘vergoeding’ voor. Ook dit idee moet nader worden uitgewerkt en onderzocht.
Dit zijn 5 voorbeelden van mogelijkheden om TijdSparen verder uit te rollen. De verwachting is dat in 1,5 jaar tijd aan 2 á 3 mogelijkheden aandacht kan worden besteed. De andere zullen blijven staat voor de daarop volgende jaren. We vermelden ze hier ter illustratie van de diversiteit aan mogelijkheden op langere termijn.”
5. Bij brief van 14 oktober 2020 heeft verweerder de Stichting medegedeeld voornemens te zijn om de Stichting niet als ANBI aan te merken. Hierin staat (op blz. 2-3):
“
BeoordelingAls algemeen nut in de zin van artikel 5b, lid 3 van de AWR wordt onder andere de categorie “welzijn” genoemd.
Onder welzijn vallen met name de doelen die vroeger onder charitatief werden gerangschikt, zoals armoedebestrijding, voedselbanken e.d. De instellingen moeten rechtstreeks het welzijn van anderen beogen, het is niet voldoende wanneer er slechts een bijkomend effect op het welzijn van anderen optreedt. Bij de invulling van het begrip welzijn moet er altijd sprake zijn van een afgebakende kwetsbare groep.
Op basis van bovenstaande informatie stel ik vast dat er géén sprake is van een afgebakende kwetsbare doelgroep, iedereen kan meedoen.
Deelnemers worden gevonden op voordracht. De groep heeft daarnaast een besloten karakter. De doelstelling en de werkzaamheden van de instelling mogen niet slechts gericht zijn op het particuliere belang van een bepaald persoon of groep personen.
Daarnaast kwalificeren doelstellingsactiviteiten zoals eens per maand met elkaar eten, met door eenieder zelfgemaakt, vaak favoriete, gerecht niet als algemeen nuttig.
[…]
Met de hiervoor genoemde doelstelling en feitelijke activiteiten wordt niet primair en rechtstreeks het algemeen belang beoogd.”
6. Bij beschikking met dagtekening 17 december 2020 heeft verweerder de aanvraag van de Stichting afgewezen met de volgende motivering:
“Uit de regelgeving van uw instelling en de werkzaamheden blijkt dat uw instelling niet voor meer dan 90% het algemeen belang dient.
Uw instelling kan niet als culturele instelling worden aangemerkt aangezien zij zich niet voor minstens 90% richt op cultuur.
Er is geen sprake van een afgebakende kwetsbare doelgroep, iedereen kan meedoen. Zie mijn brieven van 14-10-2020 en van 30-11-2020.”
7. In de bezwaarfase heeft een hoorgesprek plaatsgevonden. Daarvan is een verslag gemaakt waarop de Stichting heeft gereageerd.
8. Tot het dossier in beroep behoren prints van de website van de Stichting van 4 augustus 2021. Daarop valt onder meer te lezen:
“
Meedoen met TijdSparenMeedoen met TijdSparen kan door je aan te sluiten bij een bestaande TijdSparengroep, of door er zelf een op te richten.
als deelnemerSinds januari 2019 is er een TijdSparen-groep in [plaats 1] . Deze groep (momenteel 14 personen) staat ook open voor mensen uit [plaats 2] en omgeving.”
9. In het nader stuk van de Stichting staat:
“[De Stichting] heeft gedurende het afgelopen jaar nieuwe activiteiten georganiseerd, in lijn met haar doelstelling in het kader van het algemeen belang:
- [persoon] Schaaktoernooi 2022: een schaaktoernooi georganiseerd met speciale aandacht voor Oekraïense vluchtelingen.
- Het invoeren van het systeem van tijdsparen in [plaats 3] , gericht op het opzetten van een groep speciaal voor statushouders.
- Intensivering van de samenwerking met Stichting [stichting 2] , een organisatie die al 25 jaar respijtzorg biedt in de vorm van kleinschalige opvang van kinderen met een beperking, ontwikkelingsachterstand en kinderen uit kwetsbare gezinnen.
- De ontwikkeling van documentatie omtrent het concept tijdsparen. Gedacht kan worden aan uitleg en kennismaking met het concept door het spelen van een door [de Stichting] ontwikkeld spel. Tevens is [de Stichting] bezig met de ontwikkeling van een “tool”, welke de Oero’s registreert en communicatie tussen deelnemers mogelijk maakt.”
10. Ter zitting is door bestuurder [bestuurder 1] onder meer de volgende toelichting gegeven:
“Het [ [persoon] -]project hebben wij geïnitieerd. Oorspronkelijk bestond de groep [gebied] uit 14 leden. Toen de groep een jaar bestond, zaten we bij elkaar en kwam het idee om iets te doen voor de mensen in [gebied] . We vonden dat we misschien verder moesten kijken dan naar alleen binnen de groep maar juist ook buiten de groep moesten kijken. Vervolgens ontstond het idee om een aantal [persoon] activiteiten te organiseren. Veel ouderen hebben [persoon] gekend en het was dan ook de bedoeling om ouderen te laten vertellen over [persoon] aan jongeren. Deze jongeren waren onder andere onze kinderen en andere jongeren van hun school en andere scholen. Het oorspronkelijke plan was om jongeren de ouderen te laten interviewen over [persoon] over wat hij allemaal heeft gedaan. Helaas kon dit niet doorgaan, vanwege corona. Vervolgens zijn we met Webinars begonnen en daarnaast hebben we ook een 4 mei loop/wandeling georganiseerd.
[…]
Een mooi voorbeeld hiervan is het schaaktoernooi dat we hebben georganiseerd. Afgelopen augustus heeft dat voor de tweede keer plaatsgevonden en die editie was voornamelijk gericht op Oekraïners. Die zitten veel in de regio ook. […]
Via ons netwerk en daarnaast hebben we ook organisaties benaderd die met Oekraïners werken. Een mooi voorbeeld van wat er tijdens dit toernooi plaatsvond, is bijvoorbeeld twee jonge jongens (rond 8 jaar) die niet met elkaar konden communiceren, omdat ze niet dezelfde taal natuurlijk spraken, maar via schaken toch een connectie hadden en konden communiceren. Verder zit ik een beetje te zoeken naar andere activiteiten, naast [persoon] , want dat is niet de kernactiviteit. We hebben eigenlijk in het begin voornamelijk energie gestoken om de groep elkaar te leren kennen en het wennen aan het Tijdsparenconcept. Ik realiseer mij dat het een lastig concept is het Tijdsparen, omdat het niet past binnen de manier van denken die wij gewend zijn, maar dat maakt mij ook juist zo gepassioneerd hierover, want kwetsbare mensen hebben juist kracht. Als voorbeeld kan ik nog noemen, zoals in de pleitnota, de vrouw uit Saoedi Arabië die mij helpt om het puntensysteem in Excel werkbaar te maken, zij kan daarnaast ook nog eens goed fotograferen en nog veel meer dingen, waardoor ze veel hulp kan bieden aan anderen. En door haar in haar kracht te zetten heeft ze misschien ook niet het gevoel dat ze afhankelijk is van hulpinstanties of de gemeente.”
Geschil
11. In geschil is of verweerder terecht het verzoek van de Stichting om als ANBI aangemerkt te worden heeft afgewezen. Meer specifiek is in geschil of de Stichting kwalificeert als ANBI in de categorie welzijn.
12. Eiseres stelt – kort gezegd – dat zij kwalificeert als instelling van algemeen nut op het gebied van welzijn. Zij stelt dat zij geen specifieke doelgroep heeft afgebakend, maar dat zij zich wel richt op het welzijn van kwetsbaren (zie gerechtshof Amsterdam 25 juli 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2271). De Stichting wenst deze kwetsbaarheid weg te nemen of te verminderen door deze mensen te inspireren tot het inzetten van hun kracht. Om dit doel te bereiken heeft de Stichting het systeem van TijdSparen opgezet waarbij mensen elkaar kunnen helpen. Als mensen nuttig kunnen zijn en hun kracht kunnen inzetten, verbetert hun welzijn. 13. Verweerder stelt – kort gezegd – dat de Stichting niet kwalificeert als ANBI op het gebied van welzijn. Volgens verweerder beoogt de Stichting namelijk niet rechtstreeks het algemeen belang te dienen, maar dient zij primair een sociaal belang. De activiteiten zijn niet gericht op een bepaalde kwetsbare doelgroep, maar staan open voor iedereen. De Stichting creëert een sociaal netwerk en organiseert ten bevordering daarvan activiteiten van ontspanning en vermaak. Dat vervolgens binnen die groepen mensen elkaar helpen kan niet worden gezien als een activiteit van de Stichting die rechtstreeks op het algemeen belang dienen gericht is.
Beoordeling van het geschilHet juridisch kader voor een ANBI in de categorie welzijn
14. Een ANBI is een instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt (artikel 5b, eerste lid, aanhef en onder a, aanhef en ten eerste, van de Awr). Voorts wordt op grond van artikel 5b, lid 3, aanhef en letter a, van de Awr, ‘welzijn’ als algemeen nut beschouwd.
15. Om te kunnen aannemen dat met de ontplooide werkzaamheden uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut is beoogd, moet in de eerste plaats kunnen worden vastgesteld dat die werkzaamheden rechtstreeks erop zijn gericht enig algemeen belang te dienen. Daarnaast wordt verlangd dat het beoogde doel voor meer dan 90 percent ten bate van het algemeen belang strekt, en niet ten bate van een particulier belang (vgl. Kamerstukken II, 2011/2012, 33 006, nr. 3, blz. 23). In deze voorwaarden ligt besloten de eis dat de desbetreffende instelling haar werkzaamheden richt op het dienen van voldoende concreet bepaalde doelen die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend tot het algemeen nut kunnen worden gerekend. Immers, als aan deze eis niet wordt voldaan kan niet worden vastgesteld of, en zo ja in welke mate, de werkzaamheden van die instelling erop zijn gericht enig algemeen belang te dienen (Hoge Raad 22 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:695). “dat naar spraakgebruik en maatschappelijke opvatting onder "het algemeen nut beogende instellingen" zijn te verstaan lichamen wier doelstelling een werkzaamheid betreft, welke op zichzelf rechtstreeks het algemeen belang raakt – zoals bijvoorbeeld bejaardenzorg en genezing of verpleging van zieken – en niet lichamen die ten doel hebben een werkzaamheid welke op zichzelf slechts dienstbaar is aan een particulier belang – zoals de ontspanning of het gezellig verkeer, waaraan een bepaalde kring personen behoefte heeft, – ook al moge van de voorziening in dit belang zijdelings een gunstige werking ten algemenen nutte uitgaan;”
17. Over ‘algemeen nut’ en ‘welzijn’ is in de parlementaire geschiedenis bij de totstandkoming van artikel 5b van de Awr onder meer het volgende opgemerkt (Kamerstukken II 2011/12, nr. 33 006, nr. 3, blz. 23-24):
“Om een indicatie te geven van wat moet worden verstaan onder de categorieën algemeen nut die nu in de wet worden opgenomen, volgt hierna per rubriek een korte beschrijving, overigens deels ontleend aan de Dikke Van Dale. Compleet kan die toelichting niet zijn, gelet op de diversiteit van de doelen van de instellingen, doelen die in al hun diversiteit overigens wel onder ruime, gemeenschappelijke noemers kunnen worden gevat. Het belangrijkste criterium is in feite dat vanuit de instelling bezien, het beoogde doel voor meer dan 90% ten bate van het algemeen belang moet strekken en niet ten bate van het particulier
belang. Bovendien moet dat doel niet alleen volgens de statuten worden beoogd, maar ook feitelijk door de instelling worden gediend.
[…]
Welzijn is een begrip waaronder een aantal zaken worden samengevat. Welzijn wordt in het woordenboek omschreven als de toestand waarbij men in materieel en geestelijk opzicht voorspoedig, gelukkig is. Instellingen die actief zijn in het bevorderen van het welzijn van eenieder, kunnen kwalificeren. Eenieder moet hier worden opgevat als een ruime kring, die openstaat voor iedereen en niet beperkt is tot een kleine groep, qua omvang of qua locatie. Onder welzijn vallen met name de doelen die vroeger onder charitatief werden gerangschikt, zoals armoedebestrijding, voedselbanken e.d. De instellingen moeten volgens hun doelstelling en met de door hen aangeboden diensten rechtstreeks het welzijn van anderen beogen, het is niet voldoende wanneer er slechts een bijkomend effect op het welzijn van anderen optreedt.”
Zijn de werkzaamheden van de Stichting rechtstreeks gericht op het algemeen belang?
18. De bewijslast dat de Stichting kwalificeert als ANBI in de categorie welzijn ligt bij de Stichting, aangezien het gaat om een verzoek om een haar begunstigende regeling.
19. De rechtbank is van oordeel dat de Stichting niet kwalificeert als ANBI. Haar activiteiten zullen door velen positief worden gewaardeerd en kunnen worden ervaren als van toegevoegde waarde voor de samenleving, maar de werkzaamheden zijn volgens het rechtskader zoals hierboven weergegeven niet rechtstreeks gericht op het algemeen belang. De rechtbank komt tot dit oordeel op de volgende gronden.
20. Het algemeen nut is een open norm, die mede moet worden ingekleurd aan de hand van de maatschappelijke opvattingen en het spraakgebruik. De rechtbank constateert dat de werkzaamheden van de Stichting niet bestaan uit een in het maatschappelijk verkeer algemeen erkende welzijnsactiviteit, zoals het opvangen van daklozen of het zorgen voor zieken. Dat komt omdat de Stichting zich (juist) niet richt op een groep met een bepaalde specifieke hulpbehoevendheid, maar op iedereen. Weliswaar is namens de Stichting ter zitting verklaard dat zij zich op kwetsbaren richt, zoals vluchtelingen, maar ook is verklaard dat zij zich op iedereen richt, omdat iemand altijd wel een kwetsbaarheid heeft en ook altijd een ander kan helpen. Dat de Stichting zich niet uitsluitend openstelt voor mensen met een hulpvraag, maar iedereen tot haar groepen toelaat, blijkt ook uit het op de zitting – in afwijking van onder meer het Beleidsplan – verklaarde, dat geen selectie plaatsvindt van mensen die mogen deelnemen. De Stichting wil een onderscheid tussen kwetsbaren en niet-kwetsbaren binnen haar groepen dan ook juist vermijden. Deze ongerichtheid van het maatschappelijke doel maakt dat in de maatschappelijke opvatting de werkzaamheden van de Stichting niet als welzijnsactiviteit worden beschouwd.
21. Het is niet zo dat de werkzaamheden van de Stichting alleen gericht zijn op vermaak en ontspanning, zoals in het Minerva-arrest het geval was. De activiteiten van de Stichting zijn er immers met name op gericht dat mensen met elkaar in contact worden gebracht die elkaar anders niet of niet gemakkelijk zouden vinden. Met behulp van het tijdsparen worden de omstandigheden geschapen waarbinnen deze mensen elkaar kunnen ontmoeten en – als dat nodig blijkt – helpen. De Stichting stimuleert dus het vormen van een sociaal netwerk en biedt met het tijdsparen het gereedschap voor eventuele hulpvragen aan. Het – aldus – opzetten van groepen mensen en hen in contact brengen met tijdsparen, zonder dat daar bij aanvang af een specifieke hulpbehoevendheid of kwetsbaarheid bij op de voorgrond staat, is echter geen activiteit die rechtstreeks het algemeen nut dient. Het stimuleren van het vormen van de sociale groepen en het aanbieden van het tijdsparen zodat mensen elkaar met eventuele grote of kleine problemen kunnen helpen zal ook een positief effect kunnen hebben op het welzijn van hulpbehoevenden of kwetsbaren. Dat is echter onvoldoende, omdat het een bijkomend effect is.
22. Naast het opzetten van de groepen en het bekendmaken van de groepen met het tijdsparen, organiseert de Stichting projecten. Daaronder begrijpt de rechtbank de bijeenkomsten die de Stichting zelf organiseert binnen een door haar opgezette groep, zoals het wandelen en het samen eten. Dit zijn in essentie juist wel voornamelijk activiteiten van ontspanning en vermaak. Deze projecten zijn dus ook niet rechtstreeks gericht op het algemeen nut. Dat de Stichting hiermee beoogt om het onderlinge vertrouwen te versterken, waardoor mensen elkaar om hulp durven te vragen en hen bekend te maken met elkaars kwaliteiten, doet er niet aan af dat deze projecten in de eerste plaats op particuliere belangen zijn gericht. Andere projecten die de Stichting organiseert, zijn wel meer gericht op bepaalde hulpbehoevende groepen. Dit geldt bijvoorbeeld voor het project waarbij de Stichting tegenwoordige en voorgaande ouders van kinderen met een bepaalde problematiek (van de dagopvang [stichting 2] ) met elkaar in contact wil brengen en ook voor het project waarbij een schaaktoernooi is georganiseerd waarbij Oekraïense vluchtelingen in contact kwamen met niet gevluchte mensen uit de omgeving. Toch blijft hierbij op de voorgrond staan dat er op dat moment geen hulpvraag ligt en dat aan die projecten juist ook mensen die niet tot die kwetsbare groep behoren kunnen deelnemen. Het gaat dus ook hier primair om het stimuleren van het vormen van een sociaal netwerk, al dan niet via ontspannende activiteiten. De gunstige effecten die hiervan uitgaan zijn niet rechtstreeks het resultaat van werkzaamheden van de Stichting, maar neveneffecten.
23. De rechtbank ziet dus niet een rechtstreeks met de werkzaamheden van de Stichting beoogd doel van algemeen nut. De Stichting heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij een ANBI op het gebied welzijn is. Dat betekent dat de Stichting ongelijk krijgt en het beroep ongegrond zal worden verklaard.
24. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Ferrier, voorzitter, mr. T.N. van Rijn en mr. D.C. van Beelen, leden, in aanwezigheid van mr. M. van Doesburg, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2023.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.