ECLI:NL:RBNHO:2023:4526

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
15 mei 2023
Zaaknummer
C/15/332470 / HA ZA 22-596
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake proceskosten in civiele procedure tussen eisers en gedaagde

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, hebben eisers [eiser1] c.s. een verzoek ingediend tot verbetering van een eerder vonnis dat op 26 april 2023 was gewezen. Dit verzoek was gericht op het corrigeren van een kennelijke fout in de beslissing omtrent de proceskosten. De rechtbank ontving op 11 mei 2023 een brief van de eisers waarin zij om deze verbetering vroegen. Op 12 mei 2023 heeft de advocaat van de gedaagde, mr. S. Fentsahm, aan de rechtbank laten weten geen bezwaar te hebben tegen het verzoek tot verbetering.

De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout in het eerdere vonnis. De fout betrof het bedrag dat vermeld stond in de beslissing over de proceskosten. De rechtbank heeft besloten het verzoek tot verbetering toe te wijzen. In de beslissing is het bedrag van de proceskosten aangepast van € 2,446.74 naar € 2,700.74, met de toevoeging van wettelijke rente vanaf veertien dagen na de datum van het vonnis tot aan de dag van algehele betaling.

De rechtbank heeft verder bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld, met de datum van 17 mei 2023. Ook is gelast dat partijen, voor zover zij dit nog niet hebben gedaan, de ontvangen grosse of het afschrift van het eerdere vonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Dit herstelvonnis is uitgesproken door mr. J.J. Dijk op 17 mei 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/332470 / HA ZA 22-596
Herstelvonnis van 17 mei 2023
in de zaak van

1.[eiser1],

2.
[eiser2],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. N. Lubach te Alkmaar,
tegen
[gedaagde],
handelend onder de naam
Dinant Vochtbestrijding,
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. S. Fentsahm te Zwolle.
Partijen zullen hierna [eiser1] c.s. en Dinant genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij brief van 11 mei 2023 is namens [eiser1] c.s. de rechtbank verzocht om verbetering van het op 26 april 2023 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat van de in r.o. 4.23 opgesomde kosten in de beslissing onder r.o. 5.4 het juiste bedrag wordt vermeld.
1.2.
In een e-mail van 12 mei 2023 heeft mr. Fentsahm namens Dinant aan de rechtbank bericht geen bezwaar tegen inwilliging van het verzoek te hebben.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 26 april 2023 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat onder de beslissing in nr. 5.4 van het op 26 april 2023 tussen [eiser1] c.s. en Dinant gewezen vonnis, waar staat
“5.4. veroordeelt Dinant tot betaling aan [eiser1] c.s. van € 2,446,74 ter zake van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling;”
wordt gewijzigd in
“5.4. veroordeelt Dinant tot betaling aan [eiser1] c.s. van € 2,700,74 ter zake van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling;”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 17 mei 2023 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 26 april 2023,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 26 april 2023 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1155