ECLI:NL:RBNHO:2023:4839
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake samenwerkingsovereenkomst en schending van geheimhoudings- en relatiebedingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de schending van een samenwerkingsovereenkomst. De partijen, die in 2019 een samenwerkingsovereenkomst sloten, raakten in conflict over de vraag of [gedaagde] deze overeenkomst had geschonden door contractuele boetes aan [eiser] te verschuldigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet in strijd heeft gehandeld met de geheimhoudings- en relatiebedingen uit de overeenkomst. De rechtbank oordeelde dat [eiser] onvoldoende bewijs had geleverd dat [gedaagde] vertrouwelijke informatie had gedeeld of klanten had benaderd die in opdracht van [eiser] waren bezocht. De vorderingen van [eiser] tot betaling van boetes en schadevergoeding werden afgewezen. Tevens werd [eiser] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].