ECLI:NL:RBNHO:2023:5233

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 mei 2023
Publicatiedatum
7 juni 2023
Zaaknummer
C/15/339597 / FA RK 23-2130
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 22 mei 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel. De officier van justitie had op 17 mei 2023 verzocht om voortzetting van de crisismaatregel die eerder door de burgemeester van Alkmaar was opgelegd op 16 mei 2023. Dit verzoek was gebaseerd op een medische verklaring van een psychiater, die betrokkene had onderzocht. De advocaat van betrokkene voerde verweer, stellende dat de medische verklaring ondeugdelijk was omdat deze via een beeldbelverbinding tot stand was gekomen, en dat de crisismaatregel dus onrechtmatig was.

De rechtbank overwoog dat de medische verklaring, ondanks de bezwaren, voldeed aan de wettelijke eisen en dat de rechtmatigheid van de voortzetting van de crisismaatregel moest worden beoordeeld. De rechtbank stelde vast dat er een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor betrokkene of anderen bestond, veroorzaakt door een psychische stoornis. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om dit nadeel af te wenden, en dat de verzochte machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel moest worden verleend.

Uiteindelijk verleende de rechtbank de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met de nodige vormen van verplichte zorg. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 22 mei 2023 door rechter M.M. van Weely, en de schriftelijke uitwerking werd vastgesteld op 25 mei 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
zaak-/rekestnr.: C/15/339597 / FA RK 23-2130
beschikking van de enkelvoudige kamer van 22 mei 2023,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. A. Spel, gevestigd te Alkmaar.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 mei 2023, heeft de officier van justitie voortzetting verzocht van de door de burgemeester van Alkmaar op 16 mei 2023 aan betrokkene opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring van 16 mei 2023 van [psychiater] (psychiater).
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de ondertekende aanvullende medische verklaring van 16 mei 2023 (de rechtbank begrijpt: 17 mei 2023) van [psychiater] (psychiater), die betrokkene in zijn fysieke aanwezigheid heeft onderzocht en de medische verklaring onderschrijft.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 mei 2023, in voornoemde accommodatie.
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [arts] , arts.
Ook aanwezig bij de zitting is [verpleegkundige] , verpleegkundige.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1
De advocaat van betrokkene heeft verweer gevoerd over de totstandkoming van de medische verklaring. Zij heeft aangegeven dat, aangezien de medische verklaring van 16 mei 2023 via een beeldbelverbinding tot stand is gekomen en in aanmerking nemend de uitspraak van de Hoge Raad daarover van 21 april 2023 (ECLI:NL:HR:2023:665), gesteld moet worden dat de crisismaatregel op ondeugdelijke gronden is afgegeven. De crisismaatregel is derhalve onrechtmatig wat betekent dat ook de voortzetting van de crisismaatregel onrechtmatig is. Daarom wordt verzocht om het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen.
2.2.
De rechtbank stelt vast dat de medische verklaring van 16 mei 2023 middels beeldbellen tot stand is gekomen, zonder dat betrokkene in zijn fysieke aanwezigheid is onderzocht door de onafhankelijke psychiater. De rechtbank stelt verder vast dat betrokkene kort na opname in de ggz-instelling in fysieke aanwezigheid is onderzocht door een andere onafhankelijke psychiater. Deze psychiater ( [psychiater] ) onderschrijft blijkens de door hem ondertekende verklaring van 17 mei 2023, de medische verklaring van 16 mei 2023.
2.3
De rechtbank komt daarmee tot het oordeel, wat er ook zij van de (on)rechtmatigheid van de crisismaatregel, dat de aldus aangevulde medische verklaring voldoet aan de eisen die wet en jurisprudentie daaraan stellen en kan dienen als basis voor de verzochte machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel.
De rechtbank overweegt daartoe dat bij de beoordeling van een verzoek tot verlening van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel blijkens de wetsgeschiedenis (kamerstukken II 2009/10, 32399, nr 3, p. 27-28) enkel de rechtmatigheid van de voortzetting van de crisismaatregel dient te worden onderzocht en niet de rechtmatigheid van de crisismaatregel. Een eventueel gebrek daarin, doet nu dus niet ter zake en kan onbesproken blijven. De rechtbank verwijst in dit verband ook naar de uitspraak van de Hoge Raad van 17 juli 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1314).
Het verweer over de totstandkoming van de medische verklaring wordt daarom verworpen.
2.4.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige materiële schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.5.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis bij een man die bekend is met de diagnose schizofrenie. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van bewegingsvrijheid;
  • het insluiten van betrokkene;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.7.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke voorwaarden voor afgifte van de machtiging met de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg wordt voldaan.
2.8.
De advocaat van betrokkene heeft de rechtbank verzocht het verzoek van de officier van justitie af te wijzen, omdat betrokkene de zorg wil accepteren. De behandeling zou prima in vrijwillig kader voortgezet kunnen worden.
2.9.
De rechtbank heeft, gelet op de stukken, de verkregen informatie en het verhandelde ter zitting, onvoldoende vertrouwen dat betrokkene zijn behandeling op vrijwillige basis zal voortzetten en verwerpt hiermee dit verweer van de advocaat. Ter zitting is gebleken dat betrokkene pas zeer recent goed in de samenwerking is en de voorgeschreven medicatie accepteert. Het is op dit moment dan ook nog te vroeg om te kunnen beoordelen of betrokkene consistent zal zijn in zijn medewerking. Het risico is aanwezig dat hij, wanneer geen sprake is van een machtiging, de medicatie weigert waarna zijn toestandsbeeld snel verslechtert en het ernstig nadeel dat de reden voor de verplichte zorg heeft gevormd, herleeft.
2.10.
De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat de verzochte machtiging noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden.
2.11.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van:
[betrokkene] ,geboren op [geboortedatum] , [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.6 zijn genoemd;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
12 juni 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.M. van Weely, rechter, in tegenwoordigheid van A.M. Pieters als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 25 mei 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.