Blue Lynx vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat de kantonrechter Ocean Fleet veroordeelt tot betaling van:
I. Ocean te veroordelen tot betaling van de wervingsvergoeding van € 15.681,60 (inclusief btw), vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, gerekend vanaf 4 maart 2022, althans vanaf het moment dat de kantonrechter redelijk acht tot de dag van algehele voldoening;
II. Ocean te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 931,82 (exclusief btw, Blue Lynx is btw plichtig), zijnde de buitengerechtelijke incassokosten, e.e.a. te vermeerderen met de wettelijke rente ex art. 6:119a BW vanaf de datum van het vonnis tot aan het moment van algehele voldoening;
III. Ocean te veroordelen tot betaling van de conservatoire beslagkosten aan Blue Lynx, tot aan het moment van dagvaarden begroot op € 2.494,68 (exclusief btw, Blue Lynx is btw plichtig), zijnde de explootkosten voor de ten laste van Ocean gelegde conservatoire beslagen, welke kosten nog dienen te worden vermeerderd met de beslagkosten voor overbetekening van het inleidende processtuk alsmede Ocean conform het toepasselijke liquidatietarief te veroordelen in de kosten voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift strekkende tot verkrijging van conservatoir beslag door de advocaat van Blue Lynx, e.e.a. te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van dagvaarden tot aan het moment van algehele voldoening;
IV. Ocean te veroordelen in de proceskosten, het salaris van de gemachtigde daarbij inbegrepen, e.e.a. te vermeerderen met de wettelijke rente voor zover de proceskosten niet binnen veertien dagen na dit vonnis vrijwillig aan eiser zijn voldaan;
V. Ocean te veroordelen in de nakosten van € 131,00, te vermeerderen met € 68,00 in geval overgegaan dient te worden tot betekening van dit vonnis.