ECLI:NL:RBNHO:2023:6007
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen tijdelijke omgevingsvergunning voor vaccinatielocatie op evenemententerrein
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eisers tegen de tijdelijke omgevingsvergunning die is verleend voor het plaatsen van een tent voor een vaccinatielocatie op een evenemententerrein in Purmerend. De vergunning werd verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend op 20 december 2021, en het college bleef bij dit besluit na het indienen van bezwaar door eisers. De rechtbank heeft de zaak op 11 april 2023 behandeld, waarbij eisers werden bijgestaan door hun gemachtigde, mr. drs. C.R. Jansen, en het college werd vertegenwoordigd door mr. L.C. Dankbaar en L.O.R. Boering. De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zaanstreek-Waterland (de GGD) was als derde-partij betrokken, maar verscheen niet op de zitting.
De rechtbank concludeert dat eisers procesbelang hebben, omdat zij schade hebben geleden door de aanwezigheid van de vaccinatielocatie, die hen hinder heeft bezorgd in de vorm van geluids- en geuroverlast. De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid de vergunning heeft kunnen verlenen, ondanks dat het gebruik van het evenemententerrein als vaccinatielocatie in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank stelt vast dat de noodzaak voor de vaccinatielocatie tijdens de coronapandemie groot was en dat het college voldoende heeft aangetoond dat de belangen van eisers zijn meegewogen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de vergunning in stand blijft en eisers geen vergoeding van proceskosten ontvangen.
De uitspraak is gedaan door mr. drs. J. de Vries en is openbaar uitgesproken op 29 juni 2023. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.