Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juni 2023 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- Er is geen sprake van ‘het vervangen’ van een bestaande vergunde brug. De brug die er lag, was zonder vergunning geplaatst. De aanvraag om omgevingsvergunning behelst het plaatsen van een nieuwe brug;
- De brug vormt een fysieke belemmering van de vrije doorvaart van deze watergang;
- De brug is gelegen over een watergang die, anders dan in het primaire besluit is gesteld, wel doorvaarbaar is;
- De brug is gelegen over water dat is aan te merken als openbaar vaarwater, waarvan de doorvaarbaarheid gewaarborgd moet blijven.
- Een platte brug belemmert de doorvaart voor pleziervaartuigen (waterrecreatie);
- Een platte brug is vanuit stedenbouwkundig oogpunt onwenselijk. Een gebogen brug met leuningen is wel passend;
- Wanneer deze brug wordt toegestaan, kunnen op grond van het gelijkheidsbeginsel
19 april 2023. Aan bezwaarmakers is ten onrechte een herstelmogelijkheid gegeven nadat zij via e-mail bezwaar hadden gemaakt. De herstelmogelijkheid op grond van artikel 6:6, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldt namelijk niet voor een te laat ingediend bezwaarschrift. Bovendien raakte eiser pas in juli 2022 bekend met het feit dat er bezwaar was ingediend. Hij had de brug toen al besteld en geplaatst. Met deze omstandigheid heeft verweerder ten onrechte geen rekening gehouden bij de vraag of de termijnoverschrijding verschoonbaar was.
25 april 2022. Voor afloop van die termijn heeft verweerder aan eiser echter laten weten dat de omgevingsvergunning alsnog zou worden gepubliceerd en dat vanaf de publicatiedatum nog een bezwaartermijn zou gelden van twee weken. Bezwaarmakers hebben vervolgens binnen die laatstgenoemde termijn van twee weken, namelijk op 1 mei 2022, het bezwaarschrift ingediend. Onder de genoemde omstandigheden kan de termijnoverschrijding redelijkerwijs niet aan bezwaarmakers worden tegengeworpen. Verweerder heeft bezwaarmakers vervolgens terecht in de gelegenheid gesteld om het per
e-mail ingediende bezwaarschrift alsnog schriftelijk in te dienen, omdat de digitale weg daarvoor in Oostzaan niet open staat.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 18 oktober 2022 voor zover daarbij de omgevingsvergunning van 20 januari 2022 is herroepen en de gevraagde omgevingsvergunning alsnog is geweigerd;
- verklaart het bezwaar ongegrond en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 184,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan eiser.
drs. A.F. Hermus-Zoetmulder, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
22 juni 2023.