ECLI:NL:RBNHO:2023:6198

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
9998814 CV EXPL 22-4249
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur in het kader van medische zorg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 juli 2023 uitspraak gedaan in een vordering tot betaling van een factuur door CE Medical Factoring B.V. aan gedaagde Deen Bandhu. CE Medical Factoring, vertegenwoordigd door LegalSteps B.V., vorderde betaling van een bedrag van € 39,16, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde, die in Nieuw-Vennep woont, voerde verweer en stelde dat de kosten die door zijn tandarts in rekening waren gebracht te hoog en onnodig waren. Hij betwistte ook de bevoegdheid van CE Medical Factoring om de vordering te innen, omdat hij niet vooraf was geïnformeerd over de cessie van de vordering aan CE Medical Factoring.

De kantonrechter oordeelde dat de vordering van CE Medical Factoring terecht was. De rechter stelde vast dat de factuur betrekking had op het niet door de verzekering vergoede deel van de behandelingskosten en dat gedaagde zijn verweer onvoldoende had onderbouwd. De kantonrechter wees de vordering toe, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde gedaagde tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukte dat de gedaagde niet had aangetoond dat de behandeling onnodig was en dat de cessie van de vordering correct was uitgevoerd volgens de wettelijke vereisten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9998814 CV EXPL 22-4249
Uitspraakdatum: 5 juli 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CE Medical Factoring B.V., h.o.d.n. Anders Medical Factoring,
gevestigd te Vianen,
eiseres
verder te noemen: CE Medical Factoring
gemachtigde: LegalSteps B.V.
tegen
Deen Bandhu [gedaagde] ,
wonende te Nieuw-Vennep,
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: Stichting Juridisch Centrum.

1.Het procesverloop

1.1.
Voor het procesverloop tot 1 februari 2023 verwijst de kantonrechter naar het op die datum tussen partijen gewezen en uitgesproken vonnis in het incident, tevens tussenvonnis in de hoofdzaak.
1.2.
[gedaagde] heeft een conclusie van dupliek genomen waarbij hij aanvullende producties heeft overgelegd. CE Medical Factoring heeft bij akte schriftelijk gereageerd op deze producties.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De vordering en het verweer

2.1.
De vordering van CE Medical Factoring en de grondslag zijn al weergegeven in het tussenvonnis van 1 februari 2023.
2.2.
[gedaagde] voert verweer. Hij erkent dat hij bij de tandarts, [naam] is geweest voor een behandeling, maar stelt dat [naam] te hoge en onnodige kosten in rekening heeft gebracht. Hij verklaart dat zijn tandartsverzekering een groot deel van de in rekening gebracht kosten al heeft voldaan.
2.3.
In haar conclusie van repliek stelt CE Medical Factoring dat de factuur waarvan betaling wordt gevorderd betrekking heeft op het niet door de verzekering vergoede deel van de behandelkosten.
2.4.
In zijn conclusie van dupliek verklaart [gedaagde] dat hij het niet eens is met het vonnis in het incident en herhaalt hij grotendeels hetgeen hij in zijn eerdere conclusie heeft aangevoerd.

3.De beoordeling

3.1.
Voor zover [gedaagde] bezwaren heeft aangevoerd tegen het vonnis in het incident van 1 februari 2023 geldt het volgende. Als een rechter in een tussenvonnis over één of meer geschilpunten uitdrukkelijk en zonder voorbehoud heeft beslist, dan is de regel dat de rechter hieraan is gebonden en dat daarvan in dezelfde instantie niet meer kan worden teruggekomen. Dit is alleen anders als de eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] onvoldoende feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan geoordeeld moet worden dat sprake is van onjuiste juridische of feitelijke grondslagen in het vonnis van 1 februari 2023. Zijn bezwaren gaan dan ook niet op.
3.2.
[gedaagde] voert onder meer aan dat zijn tandarts hem niet voorafgaande aan de behandeling heeft verteld dat facturen worden gecedeerd aan CE Medical Factoring en stelt dat CE Medical Factoring daarom niet bevoegd is betaling van de factuur te vorderen.
3.3.
Dit verweer gaat niet op. Uit de stellingen en de overgelegde stukken van CE Medical Factoring blijkt dat [naam] de vordering op 6 november 2020 aan CE Medical Factoring heeft overgedragen. [gedaagde] heeft dat niet betwist. Voor een rechtsgeldige cessie is op grond van artikel 3:94 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vereist dat daarvan mededeling wordt gedaan aan de debiteur. Op de factuur van 9 november 2020 is vermeld dat de nota is gecedeerd aan CE Medical Factoring. Verder zijn op de achterzijde van de factuur de betalingsvoorwaarden van CE Medical Factoring vermeld. Daarin staat onder meer:
Anders Medical Factoring verzorgt de debiteurenadministratie van uw zorgverlener. Uw zorgverlener hanteert de Anders Medical Factoring betalingsvoorwaarden en heeft de vorderingen die hij op u heeft overgedragen aan Anders Medical Factoring (…) welke overdracht door Anders Medical Factoring is aanvaard.Dit is voldoende duidelijke kennisgeving aan [gedaagde] van de cessie van de vordering door [naam] aan CE Medical Factoring. CE Medical Factoring is dus bevoegd om de vordering te innen. Voor een geldige cessie is, anders dan [gedaagde] meent, niet vereist dat voorafgaand aan het ontstaan van een vordering melding wordt gemaakt van een eventuele cessie van die vordering nadien.
3.4.
De kantonrechter verwerpt ook het betoog van [gedaagde] dat de conclusie van repliek van CE Medical Factoring niet zou voldoen aan de eisen van artikel 2.1, 2.2 en 2.3 van het Landelijk procesreglement rolzaken kanton 2022. Het is juist dat de conclusie van repliek niet is voorzien van een specifieke naam van de persoon die deze conclusie namens Legal Steps B.V. heeft ondertekend. Dat leidt echter niet tot het oordeel dat deze conclusie niet voldoet aan de eisen van het Landelijk procesreglement, zoals hiervoor genoemd. De kantonrechter heeft geen reden om aan te nemen dat deze conclusie niet is ondertekend door een persoon die gerechtigd is om namens Legal Steps B.V. op te treden en maakt daarom geen gebruik van haar bevoegdheid om een machtiging op te vragen zoals bedoeld in artikel 2.3 van het Landelijk Procesreglement.
3.5.
[gedaagde] heeft erkend dat hij een tandheelkundige behandeling heeft ondergaan bij genoemde tandartspraktijk. Hiervoor is [gedaagde] betaling verschuldigd. Zijn verzekeraar heeft het grootste deel van de kosten al voldaan en [gedaagde] moet het restant van de factuur, bestaande uit zijn eigen risico, nog betalen. Dat de behandeling onnodig zou zijn geweest zoals [gedaagde] heeft aangevoerd en dat hij daarom niet hoeft te betalen, heeft hij niet (met stukken) onderbouwd. CE Medical Factoring heeft dat betoog gemotiveerd weersproken. Gelet daarop had [gedaagde] dit betoog nader moeten onderbouwen. Dat heeft hij niet gedaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat [gedaagde] zijn verweer onvoldoende heeft onderbouwd en gaat daaraan voorbij. [gedaagde] moet het gevorderde bedrag aan hoofdsom dan ook betalen.
3.6.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom wordt toegewezen zoals gevorderd .
3.7.
Ook de buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat is voldaan aan de voorwaarden voor toewijzing daarvan. Omdat [gedaagde] niet bereid was te betalen moest CE Medical Factoring immers proberen buitengerechtelijk betaling van haar vordering te verkrijgen.
3.8.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van CE Medical Factoring zal toewijzen.
3.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan CE Medical Factoring van € 39,16 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de vervaldatum van de factuur tot aan de dag van de gehele betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan CE Medical Factoring van € 40,00 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van CE Medical Factoring tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 107,22
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 78,00 ;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter