Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Innova Energie B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Innova Energie B.V. een vordering ingesteld tegen een consument, [gedaagde], met betrekking tot een overeenkomst voor de levering van gas en elektriciteit. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst die volgens Innova tot stand is gekomen via een tussenpersoon, maar [gedaagde] betwist dat hij akkoord is gegaan met een contract voor drie jaar. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de wettelijke vereisten voor overeenkomsten op afstand, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Innova niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen. De 'aanvaarding button' die Innova stelt te hebben overgelegd, ontbrak in de stukken, waardoor de kantonrechter niet kon vaststellen dat [gedaagde] akkoord was gegaan met het aanbod. Bovendien bleek uit het belscript niet welk aanbod precies was gedaan, en was er onduidelijkheid over de geldigheid van het aanbod vanwege een wijziging in de tarieven.
Uiteindelijk concludeerde de kantonrechter dat de overeenkomst op grond van artikel 3:39 BW nietig was, wat betekende dat de vordering van Innova moest worden afgewezen. De kantonrechter oordeelde ook dat de proceskosten voor rekening van Innova kwamen, omdat zij ongelijk kreeg. Het verzoek van [gedaagde] om schadevergoeding werd als te laat ingediend afgewezen.