In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld van Green Energy Koggenland B.V. tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland. Het college had op 10 mei 2023 een last onder dwangsom opgelegd aan verzoekster wegens het overtreden van de vergunningvoorschriften met betrekking tot de vergisting van afvalstoffen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 17 juli 2023 behandeld.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de last onder dwangsom is opgelegd om herhaling van de overtreding te voorkomen. Er is vastgesteld dat verzoekster in de jaren 2021 en 2022 meer dan de toegestane hoeveelheid afvalstoffen van derden heeft vergist. De voorzieningenrechter overweegt dat de opgelegde last niet in helderheid uitblinkt, maar ziet geen grond voor het treffen van een voorlopige voorziening omdat verweerder de last in de beslissing op bezwaar kan verduidelijken.
Na een belangenafweging komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het belang van verzoekster bij het treffen van een voorlopige voorziening zwaarder weegt dan het algemeen milieu belang van verweerder. De voorzieningenrechter schorst het besluit van 10 mei 2023 tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar en bepaalt dat verweerder het griffierecht en de proceskosten aan verzoekster moet vergoeden.