Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Staatsbosbeheer
1.Het procesverloop
- de dagvaarding van 11 april 2022 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, (voorwaardelijke) eis in reconventie met producties.
- het tussenvonnis van 4 augustus 2022;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie met producties;
2.De feiten
N12.04 Zilt- en overstromingsgraslanden
N04.02 Zoete plas.
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.Het verweer tegen de tegenvordering
6.De beoordeling
steeds voorzover bedrijfsmatig uitgeoefend: akkerbouw; weidebouw; veehouderij; pluimveehouderij; tuinbouw, daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen; de teelt van griendhout en riet; elke andere tak van bodemcultuur, met uitzondering van de bosbouw.”
- in 2018 was de omzet van de onderneming van [gedaagde/eiser] € 85.093. Daarvan bestond € 63.937 uit
- in 2019 bedroeg de omzet € 76.366 waarvan € 30.918 aan
- in 2020 bedroeg de omzet € 71.487 waarvan € 40.600 aan
- in 2021 bedroeg de omzet € 71.204 waarvan € 56.280 aan
Diverse Baten/Lasten. Het gaat daarbij om, zo begrijpt de pachtkamer, vergoedingen en toeslagen die [gedaagde/eiser] ontvangt. Deze posten bedroegen in 2020 € 103.687 op een netto bedrijfsresultaat van € 64.778 en in 2021 € 126.013 op een bedrijfsresultaat van € 86.541. Volgens [gedaagde/eiser] gaat het daarbij steeds om vergoedingen in verband met de grond die [gedaagde/eiser] in gebruik had. De pachtkamer kan dat uit de overgelegde stukken niet afleiden en [gedaagde/eiser] heeft hierover, ook desgevraagd, geen verdere informatie verschaft. De pachtkamer laat deze posten daarom buiten beschouwing bij de beoordeling of sprake is van bedrijfsmatige landbouw in de zin van artikel 7:312 BW.
7.De beslissing
dagvaarding € 128,64
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 498,00