ECLI:NL:RBNHO:2023:7611
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van een geldlening in civiele procedure
In deze civiele procedure heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Weij, een vordering ingesteld tegen gedaagde voor de terugbetaling van een geldlening van € 3.250,-, verstrekt op 25 maart 2022. De lening had een looptijd tot 3 april 2022. Ondanks herhaalde verzoeken om betaling heeft gedaagde het bedrag niet terugbetaald. Eiser vordert nu een totaalbedrag van € 3.810,35, inclusief proceskosten en wettelijke rente.
Gedaagde heeft de vordering gedeeltelijk betwist en stelt dat hij de hoofdsom en incassokosten al heeft voldaan. Hij voert aan dat hij een opdracht tot terugbetaling aan zijn bank heeft gegeven, maar dat deze betaling door technische problemen niet is aangekomen bij eiser. Gedaagde is bereid de hoofdsom en incassokosten te betalen, maar betwist de verdere gerechtelijke kosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde in verzuim is, omdat de betaling niet is aangekomen door omstandigheden die in zijn risicosfeer liggen. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, en gedaagde veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.