ECLI:NL:RBNHO:2023:8758

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 september 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
10474904 AO23-51
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet wegens onvoldoende duidelijkheid over zerotolerancebeleid en persoonlijke omstandigheden werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Reym B.V. De werknemer was op staande voet ontslagen omdat hij tijdens zijn werkzaamheden meerdere veiligheidsvoorschriften niet in acht zou hebben genomen. De werknemer betwistte echter de dringende reden voor zijn ontslag en vorderde de vernietiging ervan. De werkgever beriep zich op een zerotolerancebeleid ten aanzien van de naleving van veiligheidsvoorschriften. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende duidelijkheid bestond over de inhoud en toepassing van dit zerotolerancebeleid. Bovendien hield de kantonrechter rekening met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, die al twintig jaar in dienst was en afhankelijk was van zijn inkomen. De kantonrechter concludeerde dat het ontslag op staande voet een te vergaande maatregel was en vernietigde het ontslag. De werkgever werd veroordeeld om de werknemer weer toe te laten tot zijn werkzaamheden en het achterstallige loon te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10474904 AO23-51
Uitspraakdatum: 25 augustus 2023
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [plaats]
verzoeker
hierna te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. M. de Kock-Habernickel
tegen
Reym B.V.
gevestigd te Duiven
verweerder
hierna te noemen: Reym
gemachtigde: mr. H.B. de Hek
de zaak in het kort
Werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij tijdens de uitvoering van werkzaamheden meerdere veiligheidsvoorschriften niet in acht heeft genomen. Werknemer vordert de vernietiging van het ontslag omdat hij betwist dat sprake is van een dringende reden. Werkgever beroept zich op een zerotolerancebeleid ten aanzien van de naleving van de veiligheidsvoorschriften. Naar het oordeel van de kantonrechter ontbreekt voldoende duidelijkheid over het zerotolerancebeleid en de toepassing daarvan. Het ontslag op staande voet is daarom en gelet op de persoonlijke omstandigheden van werknemer een te vergaande maatregel. De kantonrechter vernietigt het ontslag op staande voet wegens het ontbreken van een dringende reden.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend tot vernietiging van het aan hem verleende ontslag op staande voet en om Reym te veroordelen hem weer tot de bedongen werkzaamheden toe te laten met doorbetaling van het loon. Ook heeft [verzoeker] voorwaardelijk verzocht om Reym te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding, transitie- en billijke vergoeding. Reym heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 18 juli 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Partijen hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Op de mondelinge behandeling is de uitspraakdatum bepaald op 22 augustus 2023.

2.Feiten

2.1.
[verzoeker], geboren op [geboortedatum], is op 21 augustus 2000 in dienst getreden bij Reym op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. [verzoeker] was meest recent werkzaam in de functie van Senior Machinist, waarvoor hij een maandelijks loon ontving van € 3.626,19 exclusief 8% vakantiegeld. Daarnaast ontving [verzoeker] maandelijks een vergoeding uit gewerkte overuren en toeslagen. Over 2022 bedroeg dit een bedrag van
€ 23.774,19 aan overuren en € 2.206,10 aan toeslagen. Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen.
2.2.
Reym verzorgt industriële reiniging, transport en afvalmanagement voor klanten in de industriële sector. Bij de tak industriële reiniging, waarin [verzoeker] werkzaam is, gaat het om het professioneel reinigen van installaties van klanten van Reym met industriële hoge druk, waarbij gebruik wordt gemaakt van installaties die water kunnen spuiten met een druk die kan oplopen tot 2.500 bar.
2.3.
Reym is gecertificeerd door de Stichting Industrieel Reinigen (SIR). Als Senior Machinist beschikt [verzoeker] over het SIR-certificaat Hogedruk Machinist en is hij opgeleid conform het protocol SIR Hoge Druk.
2.4.
Binnen Reym gelden verder de KVM-regels, waarbij KVM staat voor Kwaliteit, Veiligheid en Milieu. Dit is een ondernemingsbreed handboek met onder meer algemene veiligheidsregels. In dit handboek is onder meer bepaald dat het voor het veilig uitvoeren van de werkzaamheden absoluut noodzakelijk is dat de regels en voorschriften worden nageleefd. Als er sprake is van twijfel over de veiligheid van de werkplek mogen de werkzaamheden niet worden gestart en moet contact worden opgenomen met de leidinggevende. Daarnaast gelden voor het werken met hoge druk specifieke belangrijke aandachtspunten.
2.5.
Voor hogedrukwerkzaamheden gelden onder meer de voorschriften in het SIR-handboek hogedrukreinigen. Daarin is bepaald op welke wijze en onder welke voorwaarden hogedrukwerkzaamheden mogen worden uitgevoerd, onder meer aan de hand van een beslisboom. Onderdeel van de veiligheidsmaatregelen is in een groot aantal gevallen het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, het afzetten van een werkgebied rondom het te reinigen object en het gebruik van veiligheidsvoorzieningen zoals een slangvanger bij handmatig reinigen.
2.6.
In het Handboek personeelsbeleid van Reym staat onder andere het volgende:
“(..)3.07 Gedwongen ontslag
Afhankelijk van de reden bestaan er verschillende mogelijkheden voor gedwongen ontslag:
* Op staande voet: bij zeer dringende redenen, bijvoorbeeld diefstal, gebruik alcohol/drugs onder werktijd of een bewuste veiligheidsovertreding. Het eventuele recht van de medewerker op een WW-uitkering vervalt, omdat hij verwijtbaar werkloos i;. (..)
3.08
Officiële waarschuwing
(..) Een officiële waarschuwing wordt in ieder geval, maar niet uitsluitend, gegeven in de volgende gevallen: (..) – ernstige of herhaalde veiligheidsovertreding (..)”
2.7.
In een ‘safety stand still’ van Reym van 29 maart 2018 - onder andere verzonden aan [verzoeker] - is onder meer het volgende te lezen:
“Op 9 maart jl. heeft een ernstig ongeval plaatsgevonden bij Vynova in Duitsland. Hierbij is een medewerker van Reym overleden. Dit ongeval staat helaas niet op zichzelf. De afgelopen periode zijn er een aantal serieuze incidenten geweest waarbij bewust de (SIR-)veiligheidsregels zijn overtreden.
(..)
In ons werk is het naleven van regels en afspraken essentieel.
Wij vragen dan ook jullie nadrukkelijke aandacht voor:
* de SIR regels: gebruik o.a. de SIR beslisboom, checklisten, aarding, afzetting.
* Algemene VCA / veiligheidsregels.
* Regels van opdrachtgevers: Life Saving Rules en de goedgekeurde werkvergunning.
(..)
Houd je aan deze regels, ze zijn er niet voor niets! Wij voeren een ZERO tolerance beleid ten aanzien van het overtreden van de veiligheidsregels. Als je je werk niet conform de regels kunt uitvoeren neem dan contact op met je leidinggevende. (..)”
2.8.
In een e-mail van 20 juli 2022 van [betrokkene 1], Operationsmanager bij Reym, aan [verzoeker] is onder meer het volgende te lezen:
“(..) Na aanleiding van het val incident op het platform van Petrogas (..) en de tussentijdse onderzoeksresultaten (..) hebben wij samen met [betrokkene 2] op maandag 11 juli gesproken over de oorzaken en gevolgen van dit incident en jouw rol hierin.
Zoals we hebben kunnen vaststellen zijn we in een situatie terecht gekomen waarin de werkplek verhoogde risico met zich meebracht en hiervoor de juiste beheersmaatregelen bekeken moesten worden. (..)
We hebben gesproken hoe we dit moeten aanpakken en de waarschuwing die we hebben uitgesproken samen zien om te buigen dat we alert worden op een veilige werkplek en dat de instructies juist worden opgevolgd. Ook moeten we gezamenlijk kritischer zijn op onze werkplek en bij veranderende omstandigheden alert zijn op de risico’s en hiernaar handelen, ook het vastleggen van de gegeven instructies is belangrijk. Wij zijn van mening dat jij als leidinggevende van de klus altijd alert moet zijn, de juiste instructie moet overdragen en bij twijfel altijd ruggespraak moet houden met de verantwoordelijke uitvoerder of projectverantwoordelijke. Jouw rol als leidinggevende van de klus is dus een heel belangrijke om de werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren.
Je gaf aan hier pro-actief aan mee te werken. (..)”
2.9.
Werknemers van Reym moeten iedere maand een digitale ‘toolbox’ volgen. In oktober 2022 heeft [verzoeker] de toolbox ‘wat te doen bij een HD-incident?’ gevolgd. Hierin is onder meer het volgende opgenomen:
“Als we bij REYM spreken over hoge druk wordt hiermee bedoeld het onder hoge druk verplaatsen van water. Er zijn meerdere veiligheidsrisico’s bij het werken met hoge druk. Denk hierbij aan de fysieke belasting voor het lichaam, statische elektriciteit door wrijving van vlakken en zo zijn er meer te benoemen.
(..) Voorkomen is beter dan genezen
Door maatregelen te nemen kan je de risico’s wegnemen of verminderen
(..) Gevaar van de waterstraal
* Probeer altijd in het laagst mogelijke risiconiveau van de SIR beslisboom te werken (Risiconiveau 1, 2 of 3)
* Zet de werkplek ruim af (6 meter in alle richtingen rond de nozzle)
* Zorg er voor dat je de juiste slangvanger monteert (slangvanger is overigens verplicht)
* Gebruik slangbreukbeveiliging daar waar voorgeschreven
* Gebruik de voorgeschreven PBM ook bij het werken met < 250 bar
- HD Spuitlaarzen of rubber laarzen met Gaiter kap
- Helm met gelaatscherm
- Gehoorbescherming
- Spuitpak
- Handschoenen (..)”
2.10.
In een ‘safety alert’ van Reym getiteld ‘ongevallen’ van februari 2023 - onder andere verzonden aan [verzoeker] - is onder meer het volgende te lezen:
“Het afgelopen jaar was geen succes met betrekking tot ongevallen. In totaal hebben wij er 57 geregistreerd, meer dan 1 per week. (..) Als we nu niets doen is een ernstig ongeval dichterbij dan ons lief is.
(..)
Veiligheid en regels
In totaal hebben we in de eerste 7 weken al 8 ongelukken (..) geregistreerd. (..) Als we nu niets doen dan kunnen we er vanuit gaan dat een volgende safety alert een veel ernstiger ongeval bevat. Dat willen we ABSOLUUT voorkomen. Het is NU de hoogste tijd om het tij te keren. Daarom vragen we aan iedereen bij REYM nogmaals om elke dag aandacht te blijven hebben voor veilig werken. Hanteer daarbij de volgende regels:
* Bespreek de risico’s van elke klus voordat je begint
* Controleer (elkaar) of iedereen de goede PBM draagt voordat wordt begonnen
* Blijf alert tijdens de opdracht, laat je niet afleiden en laat je niet opjagen
* Spreek elkaar aan als iemand niet volgens de regels of onveilig aan het werk is
* Als een situatie niet veilig is, ga dan niet aan de slag maar overleg eerst met je leidinggevende (..)”
2.11.
Op 6 en 7 maart 2023 zijn door medewerkers van Reym, waaronder [verzoeker], diverse werkzaamheden verricht op het terrein van Tata Steel te IJmuiden. De leidinggevenden op dit project waren de heer [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3]) als senior uitvoerder en de heer [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4]) als senior voorman. Op 7 maart 2023 heeft [verzoeker] in de middag in groepsverband hogedrukwerkzaamheden verricht aan een gedeelte van een leiding. Op enig moment heeft [betrokkene 3] geconstateerd dat [verzoeker] de werkzaamheden niet conform de veiligheidsvoorschriften uitvoerde, waarop hij de werkzaamheden heeft laten stilleggen. De werkzaamheden zijn na de ingreep van [betrokkene 3] vervolgens door onder meer [verzoeker] hervat en afgerond.
2.12.
Op 7 maart 2023 is [verzoeker] in de avond telefonisch uitgenodigd voor een gesprek op 8 maart 2023 om 15:00 uur met de heer [betrokkene 5] (hierna: [betrokkene 5]), vestigingsmanager bij Reym. In dit gesprek heeft [betrokkene 5] aan [verzoeker] meegedeeld dat Reym hem op staande voet ontslaat.
2.13.
In een e-mail van 8 maart 2023 van 18.23 uur heeft [verzoeker] zich beschikbaar gesteld om werkzaamheden voor Reym te verrichten.
2.14.
In de brief aan [verzoeker] van 9 maart 2023 schrijft [betrokkene 6], algemeen directeur van Reym, onder meer het volgende:
“(..)Tijdens het gesprek bespraken wij een voorval waarbij u een gevaarlijke situatie heeft veroorzaakt en waarvan de heer [betrokkene 5] op woensdag 8 maart 2023 op de hoogte is gesteld.
Op dinsdag 7 maart 2023 heeft u werkzaamheden uitgevoerd op het terrein van Tata Steel. U was bezig om een losse leiding te reinigen door gebruik van industriële hoge druk. Voor het werken met industriële hoge druk gelden strenge veiligheidsvoorschriften. (..) Ondanks uw bekendheid met deze regels en met de gevaren die verbonden zijn aan het werken met industriële hoge druk, heeft u op dinsdag 7 maart 2023 bij deze klus een gevaarlijke situatie laten ontstaan door de volgende handelingen:
- U heeft niet de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) gebruikt en/of gedragen. Zo droeg u geen Spuitpak, geen spuitkap en ook geen spuitlaarzen. Het niet dragen van de juiste PBM’s is gevaarlijk. (..) Begin van dit jaar (op 17 januari 2023) heeft u nog een safety alert ontvangen waarmee u specifiek bent gewezen op het belang van het dragen van spuitlaarzen bij het gebruik van hoge druk. Op 6 maart 2023 heeft u nog een toolbox gevolgd die toe zag op het belang van het gebruik van PBM’s..
- U heeft een hogedrukslang via een 2 duims gat de leiding in gevoerd zonder dat de verplichte veiligheidsvoorzieningen, zoals een slangvanger, waren geplaatst. U bediende het voetpedaal van de hogedrukspuit niet zelf en kon dus niet zelf de drukopbouw sturen en aanpassen. U heeft gekozen voor gemak, waar veiligheid uw prioriteit had moeten hebben. Dit had verkeerd kunnen aflopen.
- De werkplek was niet conform de geldende regels afgezet. Hierdoor was het voor buitenstaanders niet duidelijk dat er hoog risico werkzaamheden werden uitgevoerd. Omstanders konden dus in de buurt komen van de plek waar u met hoge druk aan het werk was, zonder dat zij wisten dat deze plek gevaarlijk was. (..)
Met al deze drie gevaarlijke handelingen – ieder voor zich en in combinatie met elkaar – heeft u het risico op een ongeval onaanvaardbaar vergroot, terwijl u vanwege de duidelijke veiligheidsinstructies beter had moeten weten.
Op 7 maart 2023 bent u ter plaatse aangesproken door een operationeel leidinggevende die de onveilige situatie waarnam en vervolgens heeft ingegrepen om de onveilige situatie weg te nemen. (..) Deze leidinggevende heeft de onveilige situatie op 8 maart 2023 gemeld bij de heer [betrokkene 5].
Toen wij u diezelfde dag confronteerden met bovenstaande gevaarlijke handelingen, reageerde u erg geïrriteerd en laconiek. (..) Het gesprek heeft ons niet de indruk gegeven dat u de veiligheidsinstructies en de in het werk schuilende gevaren serieus neemt.
Daarbij komt dat dit niet de eerste keer was dat ons bekend is dat u betrokken was bij aan veiligheid gerelateerd ongeval. Op 11 juli 2022 voerden wij ook al een gesprek met u over het belang van de veiligheidsinstructies en het alert-zijn op een veilige werkomgeving.
(..)
De beschreven handelingen vormen, zowel ieder voor zich als bezien in onderlinge samenhang met elkaar en met de overige omstandigheden, voor REYM een dringende reden om u met onmiddellijke ingang op staande voet te ontslaan. U heeft het vertrouwen dat Reym in u moet kunnen stellen onherstelbaar beschadigd en bent daarom gisteren door ons op staande voet ontslagen.
Voor de volledigheid wijs ik er nog op dat wij bij het nemen van deze beslissing rekening hebben gehouden met uw persoonlijke omstandigheden, voor zover deze bij ons bekend zijn. (..)”
2.15.
Bij brief van 15 maart 2023 heeft de gemachtigde van [verzoeker] aan Reym onder andere bericht dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is en Reym gesommeerd te bevestigen dat het ontslag zal worden ingetrokken en dat Reym haar verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst onverkort zal nakomen. In antwoord hierop heeft de gemachtigde van Reym bij brief van 20 maart 2023 laten weten dat Reym het ontslag niet zal intrekken.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter, na wijziging van het verzoek bij de mondelinge behandeling, het ontslag op staande voet te vernietigen, althans nietig te verklaren en [verzoeker] op straffe van een dwangsom weer toe te laten tot de bedongen werkzaamheden. Ook verzoekt [verzoeker] om Reym te veroordelen om ook na 9 maart 2023 het loon plus emolumenten te betalen, te vermeerderen met € 2.162,02 per maand en verhoogd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente. [verzoeker] verzoekt verder voorwaardelijk om Reym te veroordelen tot betaling aan [verzoeker] van een gefixeerde [de kantonrechter begrijpt:] schadevergoeding, transitie- en billijke vergoeding ter hoogte van het loon van [verzoeker] tot en met 31 augustus 2023, te weten een bedrag van € 3.626,19 bruto te vermeerderen met een bedrag van € 2.162,02 per maand, evenals acht procent vakantiegeld, een bedrag van € 50.061,57 aan transitievergoeding en een door de rechtbank [de kantonrechter begrijpt: de kantonrechter] te bepalen billijke vergoeding.
3.2.
[verzoeker] legt aan dit verzoek – kort gezegd - ten grondslag dat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet, omdat niet aan de daarvoor geldende criteria is voldaan. Zo is het ontslag niet onverwijld gegeven en is ook geen sprake van gronden die een dermate ernstige maatregel als ontslag op staande voet rechtvaardigen. Ook is geen sprake geweest van hoor en wederhoor.
3.3.
Omdat sprake is van een vernietigbaar ontslag op staande voet, is er volgens [verzoeker] sprake van ernstig verwijtbaar handelen door Reym. [verzoeker] verzoekt daarom voorwaardelijk om toekenning van een billijke vergoeding en van een gefixeerde schadevergoeding uit hoofde van artikel 7:677 lid 2 en 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

4.Het verweer

4.1.
Reym verweert zich tegen het verzoek. Voor zover van belang zal daarop worden ingegaan bij de beoordeling van het verzoek.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is.
juridisch kader ontslag op staande voet
5.2.
De wettelijke regels voor ontslag op staande voet staan in het Burgerlijk Wetboek. Volgens die regels is zo’n ontslag alleen geldig als daarvoor een dringende reden aanwezig is (artikel 7:677 lid 1 BW). De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden(en) alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Ook moet de werkgever onverwijld opzeggen en moet de dringende reden onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer. De kantonrechter stelt hierbij voorop dat een ontslag op staande voet een ‘ultimum remedium’ is. Gelet op de verstrekkende gevolgen van zo’n ontslag voor de werknemer mag dit alleen bij uitzondering worden gegeven.
5.3.
Als een op staande voet ontslagen werknemer de kantonrechter verzoekt het ontslag op staande voet te vernietigen en daarbij de dringende reden(en) betwist, moet de werkgever stellen en zo nodig bewijzen dat de dringende reden(en) op het moment van het ontslag op staande voet aanwezig was/waren. [1]
dringende reden(en)?
5.4.
[verzoeker] betwist dat sprake is van gronden die een dermate ernstige maatregel als ontslag op staande voet rechtvaardigen, zodat de bewijslast ten aanzien van de dringende reden bij Reym ligt. Daarbij is het uitgangspunt dat de in de ontslagbrief (2.14.) vermelde redenen maatgevend zijn voor de beoordeling van de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. De ontslagbrief ‘fixeert’ als het ware de reden voor het ontslag op staande voet. Uit de ontslagbrief blijkt dat Reym [verzoeker] verwijt dat hij tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden op 7 maart 2023 een gevaarlijke situatie heeft laten ontstaan door (i) niet de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken en te dragen, (ii) een hogedrukslang in de leiding heeft gevoerd zonder dat de verplichte veiligheidsvoorzieningen zoals een slangvanger waren geplaatst en [verzoeker] niet, zoals was vereist, zelf het voetpedaal van de hogedrukspuit bediende en (iii) de werkplek niet conform de geldende regels was afgezet. Verder verwijt Reym [verzoeker] (iv) dat hij geïrriteerd en laconiek reageerde toen [betrokkene 5] hem op 8 maart 2023 confronteerde met de hierboven genoemde handelingen en (v) dat [verzoeker] eerder betrokken is geweest bij een aan veiligheid gerelateerd ongeval en er naar aanleiding daarvan op 11 juli 2022 een gesprek met hem is gevoerd over het belang van naleving van de veiligheidsinstructies.
5.5.
Beoordeeld moet worden of de aan het ontslag ten grondslag gelegde gedragingen van [verzoeker] afzonderlijk, dan wel in samenhang bezien, kwalificeren als (een) dringende reden(en) voor ontslag. De kantonrechter zal hier in het navolgende op ingaan.
schending veiligheidsvoorschriften, verwijt (i), (ii) en (iii) en zerotolerancebeleid
5.6.
[verzoeker] betwist niet dat hij de hem verweten gedragingen zoals genoemd onder 5.4, sub (i) tot en met (iii), heeft begaan, zodat dit tot uitgangspunt kan worden genomen. Vervolgens moet worden beoordeeld of die overtreding van de veiligheidsvoorschriften een dringende reden oplevert voor ontslag.
5.7.
Reym voert aan dat het ging om het overtreden van meerdere cruciale veiligheidsregels en het laten ontstaan van een zeer gevaarlijke situatie, terwijl [verzoeker] zich bewust was van het belang van veiligheidsmaatregelen en de mogelijke gevolgen. [verzoeker] was eerder gewaarschuwd en gewezen op het belang van strikte toepassing van veiligheidsmaatregelen. Reym brengt haar veiligheidsmaatregelen veelvuldig onder de aandacht van haar werknemers en grijpt in als zij gevaarlijke handelingen constateert. Reym voert ten aanzien van de naleving van veiligheidsvoorschriften een zerotolerancebeleid ten aanzien van het veiligheidsbeleid, aldus Reym.
5.9.
[verzoeker] brengt daar tegenin dat feitelijk geen zerotolerancebeleid wordt gehanteerd, omdat diverse collega’s van [verzoeker], waaronder ook leidinggevenden, na het overtreden van veiligheidsvoorschriften bij vergelijkbare incidenten nog steeds in dienst zijn. Ook wijst hij erop dat hij in de e-mail van 20 juli 2022 (2.8.) niet is gewezen op een zerotolerancebeleid en de mogelijke gevolgen van het overtreden van veiligheidsvoorschriften.
5.10.
De kantonrechter stelt voorop dat van een werkgever die een zerotolerancebeleid hanteert mag worden verwacht dat zij de inhoud en de gevolgen van overtreding daarvan duidelijk aan haar werknemers kenbaar maakt en het beleid ook consequent toepast. Een werkgever dient daarbij het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen.
5.11.
De kantonrechter stelt vast dat Reym heeft nagelaten te specificeren wat het zerotolerancebeleid inhoudt. De enige concrete verwijzing naar een dergelijk beleid is voornoemde Safety stand still uit 2018 (2.7.) en daarin wordt wel verwezen naar een zerotolerancebeleid, maar zonder melding te maken van de inhoud van dat beleid. Het Handboek personeelsbeleid (2.6.) meldt ten aanzien van de naleving van de veiligheidsvoorschriften in 3.07 dat ontslag op staande voet een mogelijkheid is bij zeer dringende redenen, zoals een bewuste veiligheidsovertreding. Daaruit volgt dat een bewuste veiligheidsovertreding
kanleiden tot een ontslag op staande voet, maar dat dat niet per definitie het geval is. Een toelichting waaruit blijkt wanneer een dergelijke overtreding wel en wanneer niet leidt tot ontslag op staande voet ontbreekt. De inhoud van het zerotolerancebeleid is dus niet duidelijk.
5.12.
Daarnaast betoogt [verzoeker] terecht dat Reym dit beleid niet consequent toepast. In haar pleitnota stelt Reym enerzijds dat een bewuste veiligheidsovertreding in verband met het aan het werk inherente gevaar absoluut niet getolereerd kan worden, anderzijds stelt zij dat er wat betreft het zerotolerancebeleid wel gradaties bestaan en dat het mogelijk is dat iemand ‘wegkomt met een waarschuwing’ en dat zij een onderscheid maakt tussen werknemers die per ongeluk een veiligheidsvoorschrift overtreden en werknemers die die voorschriften bewust niet in acht nemen. Gesteld, noch gebleken is hoe voor [verzoeker], maar ook voor andere werknemers van Reym duidelijk is, dan wel had moeten zijn in welke gevallen wel en wanneer niet tot een ontslag op staande voet zal worden overgegaan en ook niet hoe dit beleid wordt toegepast.
5.13.
Bovendien heeft Reym niet duidelijk en voldoende regelmatig aan haar werknemers kenbaar gemaakt dat ze een zerotolerancebeleid hanteert, wat het precies inhoudt en wat daarvan de gevolgen zijn voor haar werknemers. In de Safety stand still uit 2018 is het personeel weliswaar gewezen op het zerotolerancebeleid maar daarin staat niet wat de gevolgen zijn van het overtreden daarvan en bovendien dateert dat van vijf jaar geleden. Van andere waarschuwingen of personeelsmededelingen hierover is niet gebleken.
5.14.
Zeker nu Reym als werkgever, op zichzelf terecht gezien de werkzaamheden die zij uitvoert, hamert op het naleven van de veiligheidsvoorschriften en zij daar bij voortduring aandacht voor vraagt bij haar werknemers, moet voor werknemers ook duidelijk zijn welke consequenties het niet naleven van die voorschriften kan hebben en op welke wijze Reym die regels toepast. Uit het voorgaande volgt dat daarvan geen sprake is.
5.11.
Dat klemt temeer vanwege het feit dat [betrokkene 3] na het incident [verzoeker] alsnog de opdracht heeft gegeven om dezelfde klus met hogedrukwerkzaamheden af te maken (met naleving van de veiligheidsvoorschriften). [verzoeker] betoogt terecht dat dat niet rijmt met het gegeven dat [betrokkene 3] als leidinggevende even daarvoor had geconstateerd dat [verzoeker] de veiligheidsvoorschriften had overtreden en Reym dat een dag later reden vond voor een ontslag op staande voet. Deze werkwijze doet afbreuk aan de gestelde noodzaak tot ontslag op staande voet. Als de naleving van de veiligheidsvoorschriften zodanig zwaarwegend was geweest, had het immers voor de hand gelegen dat [betrokkene 3] [verzoeker] niet meer had ingezet voor het uitvoeren van hogedrukwerkzaamheden. Het feit dat [betrokkene 3] niet ontslagbevoegd was en een officiële waarschuwing heeft gekregen voor het feit dat hij [verzoeker] alsnog die werkzaamheden heeft laten verrichten maakt dat niet anders. Deze opdracht van [betrokkene 3] aan [verzoeker] om de hogedrukwerkzaamheden alsnog af te ronden kan immers worden toegerekend aan Reym.
5.12.
Gezien het voorgaande en mede gezien de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] is de kantonrechter van oordeel dat Reym het voorval van 7 maart 2023 met een minder verstrekkende maatregel had kunnen afdoen. Daarbij weegt mee dat [verzoeker] al ruim twintig jaar in dienst is bij Reym en nagenoeg zonder klachten heeft gefunctioneerd. [verzoeker] moet een gezin onderhouden en is voor zijn inkomen afhankelijk van zijn functie bij Reym. Hij ontvangt nu geen loon en maakt ook geen aanspraak op enige Sociale Zekerheidsuitkering. Vanwege de leeftijd van [verzoeker] en zijn eenzijdige arbeidsverleden zal het voor hem ook niet eenvoudig zijn om een andere, vergelijkbare baan te vinden. Ook weegt mee dat de verweten gedraging niet heeft geleid tot enig persoonlijk voordeel van [verzoeker] zelf en dat vast staat dat [verzoeker] in elk geval de dag voor het incident blijk heeft gegeven van de naleving van de veiligheidsvoorschriften door juist zelf melding te maken van een onveilige situatie. Op grond van het bovenstaande is de kantonrechter van oordeel dat een dringende reden voor het ontslag op staande voet ontbreekt. De kantonrechter zal daarom het ontslag op staande voet vernietigen en Reym veroordelen om [verzoeker] weer toe te laten tot de bedongen werkzaamheden. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd op € 10.000,00. De overige aangevoerde gronden behoeven gelet hierop geen bespreking meer.
5.13.
Nu het ontslag op staande voet wordt vernietigd, duurt de arbeidsovereenkomst voort en heeft [verzoeker] recht op doorbetaling van het loon vanaf 9 maart 2023. Daarom zal ook de verzochte veroordeling tot betaling van het brutoloon worden toegewezen, te vermeerderen met het verzochte vakantiegeld, de wettelijke verhoging en de wettelijke rente. Reym heeft de toewijsbaarheid van het gevorderde bedrag van € 2.165,02 per maand aan aanvullend loon uit overuren en toeslagen betwist, omdat dat naar zij meent afhankelijk is van de werkelijk gewerkte uren. Dat verweer wordt verworpen. [verzoeker] heeft zich na het ontslag vanaf 8 maart 2023 beschikbaar gehouden voor werk en niet in geschil is dat [verzoeker] steevast maandelijks een aanzienlijke vergoeding ontving uit gewerkte overuren en toeslagen en dat die over 2022 in totaal respectievelijk € 23.774,19 en € 2.206,10 bedroegen. De kantonrechter merkt het gemiddelde maandbedrag op grond van overuren en toeslagen over 2022 van € 2.165,02 daarom aan als vaste looncomponent die Reym alsnog moet betalen tot de dag dat hij weer zal zijn toegelaten tot de bedongen werkzaamheden dan wel tot wanneer de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd. Ook hierover zal de wettelijke verhoging en de wettelijke rente worden toegewezen. Vanaf het moment dat [verzoeker] weer de bedongen werkzaamheden zal gaan verrichten zullen aan hem de vergoedingen voor overuren en toeslagen moeten worden betaald op basis van het daadwerkelijk gewerkte aantal uren.
5.14.
Gelet op het voorgaande komt de kantonrechter niet toe aan de beoordeling van het voorwaardelijke verzoek van [verzoeker].
5.15.
De proceskosten komen voor rekening van Reym, omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
vernietigt het ontslag op staande voet van 8 maart 2023;
6.2.
veroordeelt Reym om [verzoeker] vanaf heden weer toe te laten tot de bedongen werkzaamheden op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag dat Reym niet aan die veroordeling voldoet met dien verstande dat zij maximaal € 10.000,00 zal verbeuren;
6.3.
veroordeelt Reym tot betaling aan [verzoeker] van het achterstallige loon vanaf 9 maart 2023 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, bestaande uit het maandelijks verschuldigde brutoloon van € 3.626,19 te vermeerderen met 8% vakantiegeld en met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en het aldus verhoogde bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;
6.4.
veroordeelt Reym tot betaling aan [verzoeker] van de achterstallige vaste looncomponent van € 2.165,02 per maand vanaf 9 maart 2023 tot de dag waarop [verzoeker] weer de bedongen werkzaamheden verricht dan wel de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en het aldus verhoogde bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;
6.5.
veroordeelt Reym tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 244,00 aan griffierecht en € 793,00 aan salaris gemachtigde.
6.6.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
6.7.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gewezen door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter en op 25 augustus 2023 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Hoge Raad 18 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:55 (Stichting Mondriaan).