ECLI:NL:RBNHO:2023:9166
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van facturen voor thuiszorg met betrekking tot PGB-toekenning
In deze zaak vordert eiseres betaling van facturen voor thuiszorgdiensten die zij aan gedaagde heeft verleend. Gedaagde heeft de facturen niet betaald en voert aan dat het aangevraagde Persoonsgebonden Budget (PGB) nog niet is toegekend, waardoor hij niet kan betalen. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde, ondanks de vertraging bij de toekenning van het PGB, verplicht is om een redelijk loon te betalen voor de verleende zorg. Eiseres heeft in de periode van december 2021 tot en met december 2022 in totaal 92,67 uur thuiszorg aan gedaagde verleend en heeft hiervoor een bedrag van € 3.672,55 gefactureerd. De kantonrechter stelt vast dat de overeenkomst van opdracht mondeling tot stand is gekomen en dat gedaagde niet heeft betwist dat hij zorg heeft ontvangen. De kantonrechter wijst de vordering van eiseres toe, inclusief de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, maar wijst de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten af omdat niet is aangetoond dat er een kosteloze aanmaning heeft plaatsgevonden. De proceskosten komen voor rekening van gedaagde, die in het ongelijk is gesteld.