ECLI:NL:RBNHO:2024:11023

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
11213686 \ CV EXPL 24-2012
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur na levering van goederen via een overeenkomst op afstand

In deze zaak heeft [naam], een vennootschap naar buitenlands recht, op 12 juli 2024 een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet betalen van een factuur van € 164,43 voor sneakers die via de website van Zalando SE zijn besteld. [gedaagde] heeft meerdere keren om uitstel gevraagd om te reageren op de vordering, maar heeft uiteindelijk geen conclusie van antwoord ingediend. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek getoetst en vastgesteld dat [naam] voldoende heeft aangetoond dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter heeft de bedingen in de Algemene Voorwaarden van Thuiswinkel en Zalando beoordeeld en niet oneerlijk bevonden. Aangezien [gedaagde] de vordering niet heeft betwist, heeft de kantonrechter de vordering toegewezen. [gedaagde] is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, die in totaal zijn vastgesteld op € 303,54. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11213686 \ CV EXPL 24-2012
Uitspraakdatum: 17 oktober 2024
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
[naam]
gevestigd te [plaats 2]
eiseres
verder te noemen: [naam]
gemachtigde: R. Slagman
tegen
[gedaagde]
wonende te [plaats 1]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
verschenen in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
[naam] heeft bij dagvaarding van 12 juli 2024 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld.
1.2.
[gedaagde] heeft de kantonrechter twee keer om uitstel gevraagd. Die verzoeken heeft de kantonrechter toegewezen. Toen [gedaagde] voor de derde keer om uitstel verzocht, heeft de kantonrechter dat verzoek afgewezen. Vervolgens kreeg [gedaagde] nog een laatste mogelijkheid om een conclusie van antwoord in te dienen. Dit heeft [gedaagde] niet gedaan.

2.De vordering

2.1.
[naam] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 164,43, te vermeerderen met de verdere wettelijke rente en de proceskosten. [naam] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] via de website van Zalando SE (hierna: Zalando) sneakers heeft besteld. Zalando heeft deze sneakers aan [gedaagde] geleverd en hij heeft deze behouden. Omdat [gedaagde] , ook na diverse betalingsherinneringen, in gebreke is gebleven met betaling van de door Zalando verzonden factuur, maakt [naam] aanspraak op de wettelijke rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De rechtsopvolgster van Zalando heeft de vordering op [gedaagde] aan [naam] gecedeerd.

3.De beoordeling

3.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van de artikelen 6:230m lid 1 en 6:230v Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
3.2.
De kantonrechter is van oordeel dat [naam] voldoende heeft toegelicht en onderbouwd dat is voldaan aan de informatieplichten.
3.3.
De bedingen die voor de beoordeling van de vordering relevant zijn, te weten artikel 15.4 van de Algemene Voorwaarden Thuiswinkel en artikel 3.3. van de Algemene en aanvullende voorwaarden van Zalando, zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
3.4.
[gedaagde] heeft, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de vordering niet weersproken. De niet betwiste vordering zal daarom worden toegewezen.
3.5.
Voor zover [gedaagde] in de tussentijd (een deel van) de vordering heeft voldaan, dient dat bedrag in mindering te worden gebracht op de vordering.
3.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief de nakosten) betalen. De proceskosten van [naam] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 113,54
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 40,00 (1 punt x € 40,00)
- nakosten € 20,00 (plus de kosten van betekening zoals
vermeld in de beslissing)
Totaal € 303,54

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [naam] van € 164,43, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 119,95 vanaf 12 juli 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [naam] worden vastgesteld op € 303,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Slijkhuis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter