Op 7 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een mondelinge uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik. Eiser had een verzoek om voorlopige voorziening ingediend in verband met een verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een woongebouw met acht appartementen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser werd niet als belanghebbende aangemerkt, omdat hij geen zienswijze had ingediend tijdens de ontwerp-fase van de omgevingsvergunning en niet kon aantonen dat hij gevolgen ondervond van de realisatie van de appartementen. De voorzieningenrechter concludeerde dat eiser geen voldoende objectief en actueel belang had bij het bestreden besluit, aangezien zijn perceel zich op een afstand van ongeveer 600 meter van de locatie van de omgevingsvergunning bevond. De voorzieningenrechter benadrukte dat de intrekking van een eerdere omgevingsvergunning voor permanente bewoning op het perceel van eiser niet relevant was voor deze procedure. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.