Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
13 maart 2024de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals hiervoor is overwogen;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 februari 2024 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen de naamloze vennootschap ABN AMRO Schadeverzekering N.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vordert betaling van € 8.065,72, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, op basis van een verzekeringsovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft toegelicht op welke wijze en wanneer de overeenkomst tot stand is gekomen. Dit is van belang omdat de overeenkomst als een financieel product wordt beschouwd, waarvoor specifieke informatieplichten gelden volgens het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht. De kantonrechter heeft de eisende partij opgedragen om een nadere, onderbouwde toelichting te geven over de totstandkoming van de overeenkomst en de naleving van de informatieplichten. Indien de eisende partij hier niet aan voldoet, kan dit leiden tot afwijzing van de vordering. De verdere beslissing in deze zaak is aangehouden tot een latere datum, waarbij de eisende partij is opgedragen om bij akte op de rol de benodigde informatie te verstrekken.