ECLI:NL:RBNHO:2024:2119

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
29 februari 2024
Zaaknummer
10562717 \ CV EXPL 23-3766
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in verzet tegen verstekvonnis inzake betalingsverplichting en opschorting van koopovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 maart 2024 uitspraak gedaan in verzet tegen een eerder verstekvonnis van 19 augustus 2020. De eiser, hierna te noemen [eiser], heeft verzet aangetekend tegen het verstekvonnis waarbij hij was veroordeeld tot betaling aan Zalando Payments GmbH. De procedure begon met een vordering van Zalando tegen [eiser] op 25 mei 2020, waarbij [eiser] niet verscheen en bij verstek werd veroordeeld. Na kennisname van het verstekvonnis op 22 mei 2023, heeft [eiser] op 12 juni 2023 verzet aangetekend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verstekvonnis niet in persoon aan [eiser] is betekend en dat er geen bewijs is dat [eiser] op een andere manier op de hoogte was van het vonnis. Hierdoor is het verzet tijdig ingediend.

In de inhoudelijke beoordeling heeft de kantonrechter gekeken naar de vordering van Zalando, die betrekking had op de betaling van een trainingsbroek ter waarde van € 39,95. [eiser] stelde dat hij de trainingsbroek niet had ontvangen en beroept zich op een opschortingsrecht. De kantonrechter oordeelde dat Zalando niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de trainingsbroek aan [eiser] was bezorgd. Hierdoor kon Zalando geen nakoming van de betalingsverplichting vorderen. Het verzet van [eiser] werd gegrond verklaard, en het verstekvonnis werd vernietigd.

De kantonrechter heeft Zalando veroordeeld in de proceskosten van zowel de verstek- als de verzetprocedure, met uitzondering van de kosten die zijn veroorzaakt door het niet verschijnen van [eiser]. De kosten aan de zijde van [eiser] werden begroot op € 80,00, terwijl de kosten aan de zijde van Zalando op € 81,95 werden vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10562717 \ CV EXPL 23-3766
Vonnis in verzet van 6 maart 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats],
eisende partij in verzet,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. M.B. Chylinska,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ZALANDO PAYMENTS GMBH,
te Berlijn (Duitsland),
gedaagde partij in verzet,
hierna te noemen: Zalando,
gemachtigde: [gemachtigde].

1.De procedure

1.1.
Zalando heeft bij inleidende dagvaarding van 25 mei 2020 een vordering ingesteld tegen [eiser].
1.2.
[eiser] is niet verschenen, waarna hij bij verstekvonnis van 19 augustus 2020 is veroordeeld.
1.3.
Bij dagvaarding van 12 juni 2023 is [eiser] in verzet gekomen van dat verstekvonnis.
1.4.
Zalando heeft schriftelijk gereageerd op de verzetsdagvaarding (conclusie van antwoord in oppositie), waarna [eiser] een schriftelijke reactie (conclusie van repliek) heeft gegeven. Zalando heeft ten slotte als laatste schriftelijk gereageerd (conclusie van dupliek in reconventie gedaagde in verzet
de kantonrechter begrijpt conclusie van dupliek gedaagde in verzet).
1.5.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
[eiser] vordert - samengevat – dat hij zal worden ontheven van de veroordelingen tegen hem uitgesproken bij vonnis van 19 augustus 2020 van deze rechtbank, afdeling kanton, onder rolnummer 8574773 CV EXPL 20-5017, met afwijzing van alle vorderingen en met veroordeling van Zalando in de kosten van de twee procedures, waaronder na-salaris.
2.2.
Zalando voert verweer. Zalando concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser].
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

Tijdig in verzet?
3.1.
[eiser] stelt dat hij op 22 mei 2023 kennis heeft genomen van het tegen hem gewezen verstekvonnis van 19 augustus 2020 onder rolnummer 8574773 CV EXPL 20-5017, omdat het vonnis toen door de deurwaarder aan zijn gemachtigde is toegezonden.
3.2.
Zalando betwist dat [eiser] pas op 22 mei 2023 kennis heeft genomen van het vonnis. Volgens Zalando was [eiser] op de hoogte van de procedure bij de rechtbank, omdat hij op 26 mei 2020 met de gemachtigde van Zalando contact heeft opgenomen. Er hebben diverse gesprekken door medewerkers van de gemachtigde van Zalando met [eiser] plaatsgevonden. Tevens is hem een aanzegging beslag roerende zaken toegezonden, gevolgd door daadwerkelijke beslaglegging. Volgens Zalando is er vanaf 26 mei 2020 regelmatig contact geweest met [eiser] waarbij duidelijk verwezen is naar de dagvaarding en, nadat er vonnis was gewezen, naar het vonnis.
3.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] tijdig in verzet is gekomen. Hij zal hierna uitleggen waarom.
3.4.
Artikel 143 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) bepaalt dat het verzet moet worden gedaan binnen vier weken na de betekening van het vonnis aan de veroordeelde in persoon of na het plegen door deze van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is.
3.5.
Uit het exploot van betekening volgt dat het vonnis niet aan [eiser] in persoon is betekend. Zalando heeft niet voldoende onderbouwd gesteld dat uit enige daad van [eiser] noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is. De enkele verwijzing naar het vonnis in gesprekken of e-mailberichten is daarvoor onvoldoende. In de mail van 28 september 2020 wordt weliswaar over het vonnis gesproken, maar uit deze mail volgt niet dat [eiser] op dat moment zodanig met de inhoud van het vonnis bekend was dat hij zich tijdig en adequaat tegen de veroordeling kon verzetten (vgl. HR 9 oktober 2009, ECLI ECLI:NL:HR:2009:BJ0652). Met de aanzegging van het beslag in de mail van 28 september is de tenuitvoerlegging van het vonnis nog niet aangevangen. Dat het proces-verbaal van beslaglegging aan [eiser] is betekend of hem op andere wijze heeft bereikt is niet gesteld en ook niet gebleken.
3.6.
Het moet er daarom voor worden gehouden dat [eiser], zoals hij zelf heeft gesteld, pas op 22 mei 2023 bekend is geworden met het vonnis zoals bedoeld in artikel 143 Rv. Dit betekent dat hij met de dagvaarding van 12 juni 2023 tijdig in verzet is gekomen.
Inhoudelijke beoordeling
3.7.
De vordering van Zalando ziet op de aankoop door [eiser] van een trainingsbroek. De overeenkomst verplicht Zalando tot het leveren van de trainingsbroek en [eiser] tot het betalen van de koopprijs van € 39,95. [eiser] voert aan dat hij de trainingsbroek niet heeft ontvangen. De kantonrechter begrijpt deze stelling van [eiser] zo dat hij zich op een opschortingsrecht beroept van zijn betalingsverplichting.
3.8.
Op grond van artikel 6:262 Burgerlijk Wetboek (BW) is [eiser] bevoegd de nakoming van zijn betalingsverplichting op te schorten als Zalando haar verbintenis tot levering van de trainingsbroek niet is nagekomen. Omdat Zalando betaling van de koopprijs vordert, zal zij moeten bewijzen dat de trainingsbroek bij [eiser] is bezorgd. Bezorging in de brievenbus van [eiser] geldt in dit geval als bezorging aan [eiser]. Aangezien Zalando (tot tweemaal toe) expliciet heeft aangeboden te bewijzen dat een trainingsbroek door de brievenbus past, zal haar bewijsaanbod worden gepasseerd. Dit bewijsaanbod is in deze zaak niet van belang, want ook als komt vast te staan dat een trainingsbroek door de brievenbus past, staat nog niet vast dat de trainingsbroek in de brievenbus van [eiser] is bezorgd.
3.9.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [eiser] zijn betalingsverplichting mag opschorten omdat niet is komen vast te staan dat Zalando de trainingsbroek bij [eiser] heeft bezorgd. Dit betekent dat Zalando op dit moment geen nakoming kan vorderen van de betalingsverplichting van [eiser]. Het verzet is gegrond en het verstekvonnis kan daarom niet in stand blijven.
3.10.
Zalando krijgt alsnog ongelijk en zal in de proceskosten van de verstek- en de verzetprocedure worden veroordeeld, met uitzondering van de kosten die zijn veroorzaakt door het aanvankelijk niet verschijnen van [eiser], die op grond van het bepaalde in artikel 141 Rv geheel voor zijn rekening komen. De kosten van Zalando die voor rekening van [eiser] komen bedragen € 81,95 in verband met de betekening van het verstekvonnis. De kosten van [eiser] die voor rekening van Zalando komen worden aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 80,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x tarief ad € 40,00).
3.11.
Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten (voor zover nakosten worden gemaakt). De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
vernietigt het door deze rechtbank op 19 augustus 2020 tussen Zalando als eiser en [eiser] als gedaagde bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer / rolnummer 8574773/ CV EXPL 20-5017,
en opnieuw beslissend
4.2.
wijst de vorderingen van Zalando af,
4.3.
veroordeelt Zalando in de kosten van de verstek- en verzetprocedure, met uitzondering van de kosten die zijn veroorzaakt door het aanvankelijk niet verschijnen, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op € 80,00,
4.4.
veroordeelt [eiser] in de kosten die zijn veroorzaakt door het aanvankelijk niet verschijnen, aan de zijde van Zalando tot op heden begroot op € 81,95,
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2024.
735