Uitspraak
1.De procedure
de kantonrechter begrijpt conclusie van dupliek gedaagde in verzet).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 maart 2024 uitspraak gedaan in verzet tegen een eerder verstekvonnis van 19 augustus 2020. De eiser, hierna te noemen [eiser], heeft verzet aangetekend tegen het verstekvonnis waarbij hij was veroordeeld tot betaling aan Zalando Payments GmbH. De procedure begon met een vordering van Zalando tegen [eiser] op 25 mei 2020, waarbij [eiser] niet verscheen en bij verstek werd veroordeeld. Na kennisname van het verstekvonnis op 22 mei 2023, heeft [eiser] op 12 juni 2023 verzet aangetekend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verstekvonnis niet in persoon aan [eiser] is betekend en dat er geen bewijs is dat [eiser] op een andere manier op de hoogte was van het vonnis. Hierdoor is het verzet tijdig ingediend.
In de inhoudelijke beoordeling heeft de kantonrechter gekeken naar de vordering van Zalando, die betrekking had op de betaling van een trainingsbroek ter waarde van € 39,95. [eiser] stelde dat hij de trainingsbroek niet had ontvangen en beroept zich op een opschortingsrecht. De kantonrechter oordeelde dat Zalando niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de trainingsbroek aan [eiser] was bezorgd. Hierdoor kon Zalando geen nakoming van de betalingsverplichting vorderen. Het verzet van [eiser] werd gegrond verklaard, en het verstekvonnis werd vernietigd.
De kantonrechter heeft Zalando veroordeeld in de proceskosten van zowel de verstek- als de verzetprocedure, met uitzondering van de kosten die zijn veroorzaakt door het niet verschijnen van [eiser]. De kosten aan de zijde van [eiser] werden begroot op € 80,00, terwijl de kosten aan de zijde van Zalando op € 81,95 werden vastgesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.