ECLI:NL:RBNHO:2024:2261

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
5 maart 2024
Zaaknummer
10724726 \ CV EXPL 23-4261
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van overeenkomst door gebrekkige bestelknop in consumentenrechtelijke context

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 7 februari 2024 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen de vennootschappen Hoist Finance AB (publ) en Hoist Kredit AB (publ) als eisende partijen, en Essent Retail Energie B.V. als rechtsopvolger. De eisende partij had een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die niet verschenen was. De zaak betreft de vraag of een overeenkomst, die op 10 december 2020 tot stand zou zijn gekomen via een bestelknop, vernietigbaar is vanwege een gebrek aan duidelijke informatie op die knop.

In een eerder tussenvonnis van 29 november 2023 was de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet voldoende had aangetoond dat de bestelknop voldeed aan de eisen van artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De eisende partij had enkel aangegeven dat bepaalde woorden niet op de knop stonden, maar had niet duidelijk gemaakt welke tekst er wel op stond. Dit gebrek aan informatie leidde de kantonrechter tot de conclusie dat de overeenkomst vernietigbaar was, omdat de consument niet gebonden kan worden aan een overeenkomst als de bestelknop niet voldoet aan de wettelijke eisen.

De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij afgewezen en bepaald dat de proceskosten voor rekening van de eisende partij komen, aangezien deze ongelijk kreeg. De kosten voor de gedaagde partij werden vastgesteld op nihil. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10724726 \ CV EXPL 23-4261
Uitspraakdatum: 7 februari 2024
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar buitenlands recht
Hoist Finance AB (publ), als rechtsopvolger onder algemene titel van
Hoist Kredit AB (publ), als rechtsopvolgster onder bijzondere titel van de besloten vennootschap
Essent Retail Energie B.V.
gevestigd te Stockholm (Zweden)
de eisende partij
gemachtigde: Gerechtsdeurwaarders Bazuin & Partners
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Bij tussenvonnis van 29 november 2023 (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten. Dat heeft zij gedaan bij akte van 3 januari 2024 (hierna: de akte).

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist. Er bestaat geen aanleiding om daarop terug te komen.
Bestelknop
2.2.
De eisende partij heeft toegelicht dat in de dagvaarding abusievelijk is vermeld dat op de bestelknop de woorden “
bevestig overeenkomst met betalingsverplichting” stonden. Deze woorden zijn pas na het sluiten van de onderhavige overeenkomst op de bestelknop vermeld, zodat deze er ten tijde van het aangaan van deze overeenkomst er nog niet op hebben kunnen staan, aldus de eisende partij.
2.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. In de akte heeft de eisende partij, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet aangegeven met welke bestelknop de gedaagde partij de onderhavige overeenkomst op 10 december 2020 is aangegaan. Zij heeft enkel aangegeven dat de woorden “
bevestig overeenkomst met betalingsverplichting” niet op de bestelknop stonden. De kantonrechter begrijpt hieruit dat de (onbekend gebleven) tekst op de bestelknop op 10 december 2020 in ieder geval niet volstond, althans dat op de bestelknop geen duidelijke mededeling is gedaan dat de gedaagde partij met het aanklikken van die bestelknop een betalingsverplichting aanging. Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar.
2.4.
De overeenkomst wordt vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van de gedaagde partij. Immers, op grond van artikel 8 lid 2 van de Richtlijn consumentenrechten (Richtlijn 2011/83/EU) is (alleen) de consument niet gebonden aan de overeenkomst of bestelling als de bestelknop niet volstaat. De gedaagde partij is de gevorderde hoofdsom daarom niet verschuldigd. De eisende partij zal niet meer in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op deze gedeeltelijke vernietiging. Het gebrek aan de bestelknop kan namelijk niet worden gerepareerd en de kantonrechter ziet geen ruimte voor een andere sanctie.
Conclusie en kosten
2.5.
De vordering wordt afgewezen, waarbij overigens wordt opgemerkt dat de eisende partij haar verplichtingen uit de overeenkomst nog wel moet nakomen.
2.6.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter