Uitspraak
Watertoren Zandvoort C.V.te Amsterdam, vergunninghouder
Inleiding
De verleende omgevingsvergunning en het bestreden besluit
- het bouwen van een bouwwerk [1] ;
- het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan [2] ;
- een monument te slopen, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen of te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht [3] ;
- een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen [4] .
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Nu de aanvraag is ingediend op 6 december 2022, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening en het beroep van verzoekers op grond van de Wabo.
De voorzieningenrechter legt hierna uit hoe tot dit oordeel is gekomen en welke gevolgen dit heeft.
Betrokkenheid van verzoekers bij de totstandkoming van de omgevingsvergunning
In het verweerschrift heeft verweerder toegelicht dat in de Erfgoedverordening van Zandvoort voor het begrip commissie voor Welstand en Monumenten nog naar het per 1 juli 2016 vervallen artikel 15, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 is verwezen en dat daarin staat dat binnen de commissie enkele leden deskundig zijn op het gebied van monumentenzorg, maar in de gemeente Zandvoort is besloten om een gezamenlijke welstands- en monumentencommissie samen te stellen. Conform artikel 8, vijfde lid, van de Woningwet bevat de Bouwverordening Zandvoort 2019 voorschriften omtrent de samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie. De Bouwverordening bevat daarnaast dezelfde voorschriften voor de advisering over monumenten.
Ten aanzien van het lid [naam 4] heeft de commissie aan verweerder laten weten dat hij naast architect ook (gast)docent is aan de opleiding [naam opleiding] aan de Hogeschool Utrecht en regelmatig advies geeft aan de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg. Ook neemt hij deel in meerdere welstand- en monumentencommissies. Voor verweerder staat de deskundigheid van [naam 4] hiermee niet ter discussie. Daarnaast bestaat de welstandscommissie uit gerenommeerde architecten en is bij de advisering ook een landschapsarchitect betrokken geweest. De commissie beschikte volgens verweerder dan ook over een samenstelling overeenkomstig de Bouwverordening waarmee op gedegen wijze over het bouwplan geadviseerd kon worden.
Verzoekers wijzen er daarbij op dat het op initiatief van de commissie voor Welstand en Monumenten opgestelde Esthetisch Programma van Eisen Watertoren (EPvE) gedurende het proces is aangepast. Het bouwplan is dan ook niet aangepast aan de eisen, maar de eisen aan het bouwplan. Verzoekers stellen zich verder op het standpunt dat voor het verlies van de monumentale kwaliteiten nauwelijks tot geen nieuwe architectonische en/of cultuurhistorische waarden terugkomen. Vrijwel de gehele toren wordt afgebroken. Het plan vertoont een oppervlakkige herinnering aan de bestaande watertoren; het wordt een gesloten bastion, alleen bestemd voor de bewoners van de 11 appartementen. Vrijwel alle kwaliteiten die worden genoemd in de redengevende omschrijving van het monument en het EPvE verdwijnen. Niet gemotiveerd is dat het plan de kwaliteit heeft die past bij het belangrijkste landmark uit de wederopbouwperiode van Zandvoort, een monument van lokaal en nationaal belang. Door het college worden voornamelijk financiële en technische oorzaken genoemd waardoor er geen haalbare alternatieven zouden zijn, maar uit de stukken blijkt nergens dat er serieus onderzoek gedaan is naar alternatieven waarbij de monumentale kwaliteiten beter tot hun recht komen.
De adviseur adviseert negatief over de plannen. Daartoe concludeert zij – samengevat – als volgt.
.Versterking met een staalconstructie zou behoud betekenen, maar daarmee zouden de reservoirs niet meer zichtbaar zijn, waarmee het doel voorbij geschoten wordt. Bovendien zou dit leiden tot onevenredige kosten en inspanningen. Om die reden is besloten om de reservoirs terug te laten komen als verbeterde imitaties, zodat de oorspronkelijke functie nog wel te beleven is. Het EPvE is hierop bijgesteld.
Op aandringen van de commissie zijn veel aanwezige authentieke onderdelen bewaard gebleven en in het ontwerp geïntegreerd. Ook zijn onherstelbare onderdelen gereconstrueerd. Er is verzocht om aansluiting te zoeken bij de architectuurstijl van de Delftse school. Ook is op verzoek van de commissie een EPvE opgesteld met als doel om de immateriële betekenis van de landmark van de watertoren te continueren.
Verweerder mag voorts, hoewel hij niet aan een in dat kader gegeven welstandsadvies is gebonden en de verantwoordelijkheid voor welstandstoetsing bij hem berust, op dat advies afgaan, nadat het is nagegaan of dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten.Het overnemen van een welstandsadvies behoeft in beginsel geen nadere toelichting. Dit is anders indien de aanvrager of een derde-belanghebbende concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies, de begrijpelijkheid van de in het advies gevolgde redenering of het aansluiten van de conclusies daarop naar voren heeft gebracht.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.