ECLI:NL:RBNHO:2024:42

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 januari 2024
Publicatiedatum
2 januari 2024
Zaaknummer
10772915 KG EXPL 23-151
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verhuur seizoenplaats Camping Bakkum na incident

In deze zaak heeft eiseres, aangeduid als [K], al 16 jaar een seizoenplaats op Camping Bakkum. Na een incident op 21 augustus 2023, waarbij bedreigingen met een vuurwapen zijn geuit, heeft Camping Bakkum besloten om [K] voor het seizoen 2024 geen nieuwe huurovereenkomst aan te bieden. [K] vordert in kort geding dat Camping Bakkum haar seizoenplaats voor het komende seizoen moet verhuren. De kantonrechter oordeelt dat Camping Bakkum de vrijheid heeft om te beslissen met wie zij een huurovereenkomst aangaat, mits dit niet zonder goede reden gebeurt. De kantonrechter wijst de vordering van [K] af, omdat Camping Bakkum een goede reden heeft om [K] niet opnieuw een huurcontract aan te bieden, gezien de veiligheid van andere huurders. Wel moet Camping Bakkum [K] de mogelijkheid bieden om haar seizoenplaats over te dragen aan een ander, wat in lijn is met de overgangsregeling die geldt voor oude kampeerders. De proceskosten worden aan [K] opgelegd, omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. De kantonrechter verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10772915 KG EXPL 23-151
Uitspraakdatum: 3 januari 2024
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
verder te noemen: [K],
gemachtigde: mr. M.A. Le Belle,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
de KENNEMER DUINCAMPINGS B.V.,
gevestigd te Castricum,
gedaagde,
verder te noemen: Camping Bakkum,
gemachtigde: mr. M.C. Mulder.
De zaak in het kort
[K] huurt al 16 jaar lang een seizoenplaats op Camping Bakkum. Camping Bakkum wil als gevolg van een incident op de camping de seizoenplaats voor het seizoen 2024 niet opnieuw aan [K] verhuren. [K] vordert dat Camping Bakkum dat wel moet doen. De kantonrechter neemt de contractvrijheid als uitgangspunt en wijst de vordering af omdat Camping Bakkum de beslissing om [K] niet opnieuw een huurcontract aan te bieden niet zonder goede reden heeft genomen. De kantonrechter is van oordeel dat Camping Bakkum [K] wel de mogelijkheid moet bieden om haar seizoenplaats over te dragen aan een ander.

1.Het procesverloop

1.1.
[K] heeft Camping Bakkum op 22 november 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 december 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben [K] en Camping Bakkum bij brieven van 18 en 19 december 2023 nog stukken toegezonden.

2.De uitgangspunten

2.1.
De Kennemer Duincampings exploiteert drie kampeerterreinen (en drie restaurants) in het Noord-Hollands duinreservaat en in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Camping Bakkum is een onderdeel van Kennemer Duincampings.
2.2.
Op Camping Bakkum zijn er 415 toeristische plaatsen te huur, 37 volledig ingerichte toeristische accommodaties te huur en zijn er ongeveer 1400 seizoenplaatsen. Deze seizoenplaatsen worden verhuurd van medio maart tot de laatste zondag van de laatste herfstvakantie van ieder jaar.
2.3.
[K] en haar partner, [D], huren sinds 16 jaar ieder jaar een seizoenplaats (nummer [plaatsnummer]) op Camping Bakkum (hierna: de seizoenplaats).
2.4.
Op 21 augustus 2023 heeft er een incident op Camping Bakkum plaatsgevonden. Er is een 112-melding gedaan van bedreiging met een vuurwapen.
Als gevolg hiervan is de politie gekomen en die heeft het complete kampeerterrein afgesloten voor het in- en uitkomend verkeer. Ook heeft er gedurende het onderzoek ter plaatse een politiehelikopter boven het terrein gehangen. Op enig moment zijn op of bij seizoenplaats [plaatsnummer] bedreigingen geuit.
2.5.
Dit incident heeft ertoe geleid dat [K] bij brief van 24 augustus 2023 een officiële waarschuwing heeft gekregen. Ook is in de brief meegedeeld dat Camping Bakkum aan [K] geen nieuwe seizoenplaats meer zal aanbieden voor het seizoen 2024.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[K] vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Camping Bakkum op straffe van een dwangsom veroordeelt om:
1. de seizoenplaats [plaatsnummer] op Camping Bakkum voor het seizoen 2024 te verhuren aan [K],
2. de seizoenplaats [plaatsnummer] niet aan te bieden aan een derde en
3. Camping Bakkum te gebieden mee te werken aan overdracht van de caravan en seizoenplaats [plaatsnummer] indien en voor zover [K] uiterlijk vóór 1 augustus 2024 deze medewerking van Camping Bakkum verzoekt.
3.2.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij volgens het bestendige gebruik mag verwachten dat Camping Bakkum ieder seizoen aan haar dezelfde seizoenplaats toewijst. Dat is geen dwingende verplichting, maar dat moet Camping Bakkum doen op grond van de redelijkheid en billijkheid.
3.3.
Camping Bakkum voert verweer. Kort weergegeven voert zij aan dat zij in beginsel de vrijheid heeft om ieder jaar naar eigen inzicht te besluiten met wie zij het volgend seizoen een huurovereenkomst zal sluiten. In dit geval is een goede reden aanwezig om [K] als nieuwe huurder uit te sluiten.
3.4.
Voor zover relevant zal de kantonrechter hierna op de stellingen van partijen reageren.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Een vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [K] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is hier het geval. Het gaat immers om de beslissing of [K] het komende seizoen vanaf maart 2024 weer ‘haar’ seizoenplaats mag huren. In een eventuele door haar aan te spannen bodemprocedure zou over zo’n vordering niet vóór die periode zijn beslist.
Rechtsverhouding: huurovereenkomst voor bepaalde tijd
4.2.
[K] huurt al ruim 16 jaar een seizoenplaats op Camping Bakkum. Dat is telkens een huur die aan het einde van het kampeerseizoen afloopt. In het geval van [K] liep de laatste huurovereenkomst van 24 maart 2023 tot en met 29 oktober 2023.
Deze rechtsverhouding van partijen moet worden gekwalificeerd als een serie van huurovereenkomsten voor
bepaaldetijd. Eén van de gevolgen daarvan is dat zo’n overeenkomst van rechtswege eindigt en dat Camping Bakkum daarom de huur niet hoeft op te zeggen. Huurders hebben zodoende ook geen ‘automatisch’ recht om het volgende seizoen weer dezelfde plaats te huren.
4.3.
De praktijk is echter wel dat aan huurders – en in dit geval tot 2024 ook aan [K] – na afloop van elk seizoen een contract voor het daarop volgende seizoen wordt aangeboden. Hierdoor zijn partijen in een rechtsverhouding komen te staan, waarop de eisen van redelijkheid en billijkheid van toepassing zijn. Die eisen van redelijkheid en billijkheid staan eraan in de weg dat Camping Bakkum zonder goede reden, dus naar willekeur, [K] mag uitsluiten van het huren van de seizoenplaats in het volgende seizoen. [1]
4.4.
Camping Bakkum voert naar het oordeel van de kantonrechter terecht aan dat die “goede reden” niet zwaarwegend hoeft te zijn; uitgangspunt blijft namelijk haar contractvrijheid.
4.4.1.
[K] heeft als haar belang naar voren gebracht dat Camping Bakkum ieder jaar van april tot oktober “haar leven” is. Zij is met haar partner ieder weekend op de camping te vinden en met name op “hun” veldje geldt een grote saamhorigheid en heerst er feitelijk een dorpsgevoel. [K] zou ernstig getroffen worden, als zij niet meer op hun veldje zou mogen staan.
4.4.2.
Daarnaast heeft [K] haar financieel belang om haar recht op de seizoenplaats inclusief de caravan over te dragen aan een derde.
4.4.3.
Het belang van Camping Bakkum is erin gelegen dat zij een grote en zeer populaire camping moet runnen. Daartoe moet zij regels stellen, waarover zij zelf de regie heeft. Het gaat dan om regels die zij belangrijk vindt in verband met de sfeer op de camping. Veiligheid voor alle kampeerders is daarbij een belangrijke kernwaarde.
Geen ‘verlenging’ toegestaan, afweging van belangen
4.5.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat bij een afweging van de belangen, het belang van Camping Bakkum in dit geval zwaarder weegt dan dat van [K]. Hij licht dat als volgt toe.
4.5.1. ‘
‘Omwonenden’ van de seizoenplaats van [K] hebben op 21 augustus 2023 omstreeks 20.00 uur, in het hoogseizoen, bij de camping een melding gedaan dat er een ruzie was bij nummer [plaatsnummer]. Daarbij zou zijn gedreigd met een vuurwapen.
4.5.2.
Camping Bakkum heeft daarna een spoedmelding gedaan bij de politie.
4.5.3.
De politie was snel ter plaatse en heeft de toegang tot het complete kampeerterrein afgesloten. Ook werd een politiehelikopter ingezet, die gedurende enig tijd boven de camping heeft gevlogen. Een vuurwapen is niet aangetroffen.
4.5.4.
De wijkagent heeft uit de politiesystemen de volgende mededeling aan Camping Bakkum toegezonden:
“Melding van een conflict, op parkeerplaats 1 (rechts van de ingang) dat een persoon gedreigd had met een pistool. Met veel eenheden ter plaatse gegaan met zware vesten: en bij de ingang gestopt.Daar beveiliging en medewerkers van camping gesproken. Beelden van camping gekregen van, inderdaad een man, die buiten langs de balie was gelopen. Persoon droeg een zwart t-shirt, zwart petje, zwarte sportbroek, tatoeage op onderarm. Hij liep langs de balie in westelijke richting.Het zou uiteindelijk om caravan [plaatsnummer] gaan. Toen er voldoende eenheden waren, is 12.02 naar [plaatsnummer] gegaan. In caravan [plaatsnummer] zit een hun bekende familie. Die gaven aan, dat er geen. Conflict was. We hadden de indruk, dat zij niet het achterste van hun tong lieten zien.”
4.5.5.
Volgens de directie van Camping Bakkum heeft het incident plaatsgevonden op seizoenplaats [plaatsnummer] in verband met een persoon die bij [K] te gast was. [K] verklaarde hierover dat het een voormalige buurjongen van hetzelfde veldje was, die telefonisch aan haar had gevraagd om van [K] een fiets te mogen lenen. Dat had zij goed gevonden. Het was deze zelfde persoon die kort daarna bedreigd werd, vlak voor seizoenplaats [plaatsnummer].
4.5.6.
Camping Bakkum heeft aan [K] meegedeeld dat door dit incident mensen van de camping zijn gegaan. Volgens de transcriptie die [K] in het geding heeft gebracht van de bespreking op 6 september 2023, heeft zij daarop gereageerd door te zeggen dat zij dat begreep en dat ze er zelf ook twee nachten niet van had geslapen.
4.6.
Onder deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van willekeur. Camping Bakkum heeft de beslissing om [K] niet opnieuw een huurcontract aan te bieden niet zonder goede reden genomen. Zij heeft rekening te houden met de belangen van andere huurders en dient te zorgen voor een veilige omgeving.
Die belangen worden niet anders als rekening wordt gehouden met het feit dat Camping Bakkum in feite een geprivatiseerde overheidsonderneming is (als 100% dochter van PWN, dat weer 100% dochter is van de Provincie Noord-Holland).
De conclusie is dat de kantonrechter de vorderingen onder 1. en 2. zal afwijzen.
Financieel belang [K]
4.7.
De derde vordering ziet op het financiële belang van [K]. Zij heeft als gevolg van een overgangsregeling recht om haar recht op een seizoenplaats met stacaravan over te dragen aan een ander. Deze regeling geldt voor ‘oude kampeerders’ nog tot 1 augustus 2024. Een en ander is erkend door Camping Bakkum.
4.8.
De kantonrechter is van oordeel dat met dit belang van [K] rekening moet worden gehouden. Indien zij een nieuw seizoen zou kunnen huren, zou zij inderdaad tot 1 augustus 2024 de gelegenheid hebben om dit recht te verzilveren. Zij moet daarom in staat worden gesteld om ‘haar’ plek aan een ander over te dragen. Het is ook in haar belang om dat zo spoedig mogelijk te kunnen regelen, maar als het niet vóór ingang van het nieuwe seizoen lukt, dient Camping Bakkum haar daartoe nog de mogelijkheid te bieden tot en met 30 april 2024.
4.9.
[K] zal daarom in de gelegenheid moeten worden gesteld om de seizoenplaats met caravan weer op te bouwen, zoals zij dat gebruikelijk was te doen, maar in dit geval alleen ten behoeve van de overdracht. Ze mag er dus zelf niet verblijven (en ook niemand namens haar), maar hoeft er ook geen vergoeding aan Camping Bakkum voor te betalen.
4.10.
Voor het opleggen van een dwangsom aan Camping Bakkum ziet de kantonrechter geen aanleiding. Hij gaat ervan uit dat Camping Bakkum ook zonder de dreiging van een dwangsom aan de veroordeling zal voldoen.
Proceskosten
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van [K], omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Camping Bakkum om mee te werken aan de overdracht door [K] van haar caravan en seizoenplaats [plaatsnummer], zoals hiervoor onder 4.8 en 4.9 omschreven;
5.2.
veroordeelt [K] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Camping Bakkum tot en met vandaag vaststelt op:
salaris gemachtigde € 529,-;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vorderingen voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en op 3 januari 2024 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Vgl. Gerechtshof Amsterdam 2 augustus 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2583