ECLI:NL:RBNHO:2024:433

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
18 januari 2024
Zaaknummer
10799955 \ CV EXPL 23-5001
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden in consumentenovereenkomst met betrekking tot achterstallige premie en incassokosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 januari 2024 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de N.V. Unive Schade, vertegenwoordigd door Flanderijn Gerechtsdeurwaarders, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vordert betaling van een achterstallige premie van € 424,79, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van de eisende partij beoordeeld, met bijzondere aandacht voor de eerlijkheid van de bedingen ten opzichte van de consument, zoals vereist door de Richtlijn 93/13/EEG en het Burgerlijk Wetboek.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden, en met name het beding over buitengerechtelijke incassokosten, vermoedelijk oneerlijk zijn. Dit beding geeft de eisende partij de mogelijkheid om ongespecificeerde incassokosten in rekening te brengen, wat de consument in een nadelige positie plaatst. De kantonrechter heeft de eisende partij de gelegenheid gegeven om zich hierover uit te laten en om aanvullende informatie te verstrekken over de vaststelling van de algemene voorwaarden.

Daarnaast heeft de kantonrechter opgemerkt dat het beding met betrekking tot proceskosten niet als oneerlijk wordt beschouwd, omdat dit alleen van toepassing is in het geval van een procedure. De kantonrechter heeft de eisende partij opgedragen om bij akte op de rol de gevraagde inlichtingen te verstrekken en heeft verdere beslissingen aangehouden tot deze informatie is ontvangen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10799955 \ CV EXPL 23-5001
Uitspraakdatum: 17 januari 2024
Tussenvonnis in de zaak van:
de naamloze vennootschap
N.V. Unive Schade
gevestigd te Assen
de eisende partij
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
[woonplaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van achterstallige premie ad € 424,79, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 351,13 vanaf 10 november 2023 tot aan de dag van algehele voldoening. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
Ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden: Algemene voorwaarden, versie 3.
2.2.
De kantonrechter moet ambtshalve beoordelen of op de overeenkomst met de gedaagde partij algemene voorwaarden van toepassing zijn en zo ja, of daarin geen bedingen zijn opgenomen die oneerlijk zijn ten opzichte van een consument, in de zin van artikel 3 van de
Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn). Dit artikel is in het Nederlandse recht tot uitdrukking gebracht in artikel 6:233 onder a van het Burgerlijk Wetboek (BW), waarin kort gezegd is bepaald dat een beding dat onredelijk bezwarend is, vernietigbaar is.
2.3.
De kantonrechter moet in dit verband beoordelen of bedingen, waaraan een consument gebonden is zonder dat daarover afzonderlijk is onderhandeld, in strijd met de goede trouw het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoren. In dat geval moet de kantonrechter daar consequenties aan verbinden, met de bedoeling dat de consument erop kan vertrouwen dat de ‘kleine lettertjes’ niet oneerlijk voor hem uitpakken – en dat hij wordt beschermd als hij zijn handtekening heeft gezet onder een overeenkomst waarin oneerlijke bedingen blijken te zijn opgenomen.
2.4.
De kantonrechter voegt hier nog aan toe dat het gaat om een beoordeling van de bedongen afspraken, die de rechten en plichten van partijen over en weer vastleggen en waar de consument door het sluiten van de overeenkomst contractueel aan kan worden gehouden. Of de eisende partij de consument ook daadwerkelijk aan die afspraken houdt, of in de praktijk alleen naleving van wettelijke bepalingen verlangt, is in dit verband niet relevant. De omstandigheid dat een eisende partij alleen een beroep doet op wettelijke bepalingen ontslaat de kantonrechter namelijk niet van de verplichting om ambtshalve te toetsen. In dat laatste geval heeft de eisende partij ook geen recht op de gevorderde wettelijke vergoeding. [1] Dat geldt voor de gevorderde hoofdsom, maar ook voor bijkomende vorderingen, zoals de gevorderde vergoedingen voor gemaakte buitengerechtelijke incassokosten of rente.
2.5.
Samenvattend moet de kantonrechter in iedere procedure over ieder onderdeel van de vordering beoordelen of daarover in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet eerlijk zijn ten opzichte van de consument. Als de kantonrechter oordeelt dat een contractuele afspraak niet eerlijk is, moet het beding worden vernietigd en moet de vordering op dat onderdeel worden afgewezen (ook als de eisende partij in de procedure een beroep doet op wettelijke bepalingen in plaats van op die contractuele afspraak).
Buitengerechtelijke incassokosten
2.6.
De eisende partij maakt aanspraak op vergoeding van gemaakte buitengerechtelijke incassokosten. In artikel 7.2 van de Algemene voorwaarden is daarover een beding opgenomen. De kantonrechter moet dus beoordelen of het genoemde artikel oneerlijk is ten opzichte van de gedaagde partij.
2.7.
Artikel 7.2 luidt als volgt:

7.2 Wat gebeurt er als u de premie niet betaalt?
U krijgt een herinnering van ons. Betaalt u niet op tijd? Dan krijgt u een aanmaning. Heeft u 14 dagen nadat u de aanmaning heeft ontvangen nog niet alles betaald? Dan heeft dit gevolgen:
(…)7.2.2 Wij kunnen alle verzekeringen stopzettenU moet de premie nog wel aan ons betalen. Ook betaalt u alle kosten die wij maken om de premie alsnog van u te krijgen. Dit zijn gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten.”
2.8.
Het hiervoor geciteerde beding wordt voorshands als vermoedelijk oneerlijk gekwalificeerd, omdat de eisende partij op grond van dit beding de vrije hand heeft in het ongelimiteerd in rekening brengen van bedragen aan incassokosten. De bedongen kosten in het beding zijn niet gespecificeerd. De eisende partij kan op grond van dit beding een door haar zelf te bepalen bedrag aan incassokosten op de consument verhalen als er als gevolg van een niet nakomen door de consument maatregelen moeten worden genomen. Op basis van het beding is de consument niet in staat de economische gevolgen van dit beding te begrijpen en met kennis van zaken te beslissen of hij zich contractueel wil verbinden.
2.9.
Bovendien zou het beding tot gevolg kunnen hebben dat de consument belast wordt met hoge kosten, die normaal gesproken niet ten laste van de consument behoren te komen. De consument is op grond van de wettelijke regeling immers uitsluitend buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd, indien is voldaan aan artikel 6:96 lid 6 BW, waarbij de aanmaning ook moet voldoen aan de door de Hoge Raad in zijn arrest van 25 november 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2704) gestelde eisen. Met het beding wordt het contractuele evenwicht tussen partijen dan ook onevenredig verstoord, ten nadele van de consument.
2.10.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter voornemens om het beding te vernietigen vanwege het oneerlijke karakter. De eisende partij krijgt de gelegenheid om zich hierover uit te laten. Daarnaast wil de kantonrechter nog graag weten op welke datum de door de eisende partij overgelegde algemene voorwaarden zijn vastgesteld en wat de officiële naam daarvan is. Ook dat kan de eisende partij nog toelichten.
Proceskosten
2.11.
Artikel 7.2.2 van de algemene voorwaarden ziet eveneens op de gerechtelijke kosten, oftewel de proceskosten. De kantonrechter concludeert dat het beding op dit punt niet oneerlijk is in de zin van de Richtlijn. Er worden immers alleen proceskosten gemaakt als sprake is van een procedure. Omdat de rechter op grond van artikel 242 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd is om bedongen proceskosten ambtshalve te matigen bestaat er geen reële mogelijkheid dat dit beding het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument verstoort.
Gevolgen niet voldoen aan het bevel
2.12.
Indien aan de hierboven bedoelde opdracht niet of niet volledig wordt voldaan, zal de kantonrechter daaraan op grond van artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de gevolgen verbinden die hij geraden acht.
2.13.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.3. De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt de eisende partij om bij akte op de rol van
14 februari 2024de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals in punt 2.10. overwogen;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Dat volgt uit arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 27 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:68) en 8 december 2022 (ECLI:EU:C:2022:971).