Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de startverklaring van 31 maart 2024;
- het verzoekschrift ex artikel 376 Fw van [bedrijf 2] van 23 april 2024, met producties;
- de e-mail van 25 april 2024 van mr. Van den Dolder, met als bijlage de jaarrekening van 2022 van [bedrijf 2] , alsmede een kolommenbalans en winst- en verliesrekening voor 2023;
- de zienswijze van [bedrijf 3] B.V. (hierna: [bedrijf 3] ), met producties, van 26 april 2024;
- de mondelinge behandeling van 29 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, die in het griffiedossier zijn gevoegd.
2.De feiten
3.Het verzoek
paritas creditoriumdoorbreekt.