Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Woningbedrijf Velsen
Rechtbank Noord-Holland
Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen Stichting Woningbedrijf Velsen en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde, en betaling van huurachterstand en servicekosten, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De kantonrechter heeft ambtshalve de Algemene Huurvoorwaarden van de huurovereenkomst uit juli 2004 getoetst aan de hand van de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De kantonrechter constateerde dat de huurovereenkomst sociale huur betreft en dat de gedaagde partij tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst, wat de vordering van de eisende partij rechtvaardigt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Algemene Huurvoorwaarden dezelfde oneerlijke bedingen bevatten als in een eerdere zaak, waarbij het rentebeding en het incassobeding zijn vernietigd. De eisende partij vorderde een bedrag van € 1.209,12 aan huurachterstand, maar na een deelbetaling van € 450,00 werd een bedrag van € 759,12 toegewezen. De gevorderde gebruiksvergoeding van € 403,08 per maand werd ook toegewezen, maar de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming werden afgewezen, omdat de huurachterstand op het moment van dagvaarding minder dan drie maanden bedroeg.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 136,72 voor dagvaardingskosten, € 328,00 voor griffierecht en € 135,00 voor het salaris van de gemachtigde. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.