ECLI:NL:RBNHO:2024:66

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2024
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
10595235 \ EJ VERZ 23-32
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg splitsingsakte en kostenverdeling binnen VvE met betrekking tot dakterrassen en patio's

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appartementseigenaar, aangeduid als [verzoeker], en de Vereniging van Eigenaren (VvE) van het gebouw waarin hij woont. Het geschil betreft de kostenverdeling voor het onderhoud van dakterrassen, patio's en trappen die behoren tot de privé appartementen van de eigenaren op de vijfde verdieping. De VvE had besloten dat deze kosten voortaan voor rekening van de individuele eigenaren zouden komen, terwijl [verzoeker] betoogde dat deze kosten voor rekening van de VvE moesten blijven, gebaseerd op de splitsingsakte en eerdere praktijken.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de splitsingsakte duidelijk maakt dat de kosten voor onderhoud van de privé gedeelten, waaronder de dakterrassen en patio's, voor rekening van de eigenaren komen. De rechter heeft daarbij benadrukt dat de gebruiksbestemming van de delen van het gebouw bepalend is voor de kostenverdeling, en niet de aard- en nagelvastheid. De rechter heeft het verzoek van [verzoeker] om het besluit van de VvE nietig te verklaren en te vernietigen afgewezen, omdat het besluit in overeenstemming was met de splitsingsakte en niet in strijd was met de redelijkheid en billijkheid.

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in de splitsingsakte en de rol van de VvE in het beheer van gemeenschappelijke en privé gedeelten. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak biedt duidelijkheid voor de betrokken partijen over de verantwoordelijkheden en kostenverdeling binnen de VvE.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 10595235 \ EJ VERZ 23-32
Uitspraakdatum: 15 januari 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [plaats 1]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. S.R. Kieffer
tegen
VvE [adres]
gevestigd te [plaats 2]
verwerende partij
verder te noemen: de VvE
gemachtigde: mr. J.G.M. Scholte

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend, ter griffie ingekomen op 4 juli 2023. De VvE heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 4 december 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoeker] en de VvE hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting hebben [verzoeker] en de VvE nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
Het gebouw aan het adres [adres] 1 t/m 43 te [plaats 1] is gesplitst in zesenzestig appartementsrechten. [verzoeker] is eigenaar van het appartementsrecht betreffende de woning aan [adres] 39, kadastraal bekend gemeente [plaats 1], [kadaster nummer 1] (later gewijzigd in [kadaster nummer 2]). [verzoeker] heeft recht op 149/3173e onverdeeld aandeel in de gemeenschap.
2.2.
De woning van [verzoeker] is één van de vier appartementsrechten met een eigen patio, (buiten)trap en dakterras.
2.3.
Op 19 april 1996 is een splitsingsakte tot stand gekomen.
2.4.
Bij akte van wijziging splitsing van 5 november 2003 is de splitsingsakte en het bijbehorende splitsingsreglement uit 1996 gewijzigd. In de splitsingsakte is bepaald:
(…) Artikel 23. De eigenaars zijn voor de in het eerste lid bedoelde breukdelen verplicht bij te dragen in de schulden en kosten, die voor rekening van de gezamenlijke eigenaars zijn, zulks echter met uitzondering van:a. de kosten van- zowel het dagelijks als het klein onderhoud aan balkons, en- onderhoud van tuinen, terrassen en dakterrassen,welke voor uitsluitend rekening komen van de betrokken eigenaars van de appartementsrechten waartoe deze behoren:(…)
Artikel 31. Tot de schulden en kosten als bedoeld in artikel 112 eerste lid onder a Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek worden gerekend:a. die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud of het gebruik van de gemeenschappelijk gedeelten of van de gemeenschappelijke zalen of tot het behoud daarvan;b. die welke verband houden met noodzakelijke herstellingswerkzaamheden en vernieuwingen van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voor zover die ingevolge het reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 121 Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek niet ten laste komen van bepaalde eigenaars, en voor zover die niet vallen onder a.(…)
Artikel 9:Tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken worden ondermeer gerekend, voor zover aanwezig:a. de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het ruwe metselwerk, alsmede de vloeren met uitzondering van de afwerklagen waaronder begrepen de raamkozijnen met glas, de deuren welke zich in de buitengevel bevinden of de scheiding vormen tussen het gemeenschappelijk en het privé gedeelte, de balkonconstructies, de borstweringen, de galerijen, de terrassen en de gangen, de daken, de schoorstenen en de ventilatiekanalen, de trappenhuizen, de bordessen, de lifthallen, de liftmachinekamers, de hydrofoorruimten, de containerruimten, entreehal met postkasten, de algemene werkkasten, de hellingbanen, het hek- en traliewerk voor zover het geen privé tuinafscheidingen betreft, alsmede het (standaard) hang- en sluitwerk aan kozijnen welke aan de buitengevel van het gebouw zitten.(…)
Artikel 18:1. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht zijn privé gedeelte behoorlijk te onderhouden. Tot dat onderhoud behoort met name het schilder-, behang- en tegenwerk, het onderhoud van de plafonds, de afwerklagen van vloeren en balkons. (…)
2. Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen met betrekking tot de gemeenschappelijke gedeelten en/of de gemeenschappelijke zaken, ook waanneer die zaken zich in zijn privé gedeelte bevinden: hij dient er voor zorg te dragen dat de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken te allen tijde goed bereikbaar zijn. (…)De bestaande afdeklagen van de balkons, dakpatio’s en terrassen dienen in stand te worden gehouden.Artikel 211. Alle privé gedeelten, met uitzondering van de zich daarin verbindende gemeenschappelijke gedeelten en/of gemeenschappelijke zaken, zijn voor rekening en risico van de betrokken eigenaars.(…)3. Alle zich in het privé gedeelten en of gemeenschappelijke zaken zijn voor rekening en risico van de eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
Artikel 381. De vergadering beslist over het beheer van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken en rechten, voor zover de beslissing hierover niet aan het bestuur toekomt. (…)
2.5.
Het appartementsrecht van [verzoeker] is in de akte wijziging splitsing als volgt omschreven:
“het appartementsrecht, rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de flatwoning met verder toebehoren, op de vijfde verdieping, met dakterras (op de kapverdieping), plaatselijk gemerkt: [adres] 38 te [plaats 1] (…)”
2.6.
Op 2 juli 2015 heeft notaris mr. Sturm (naar aanleiding van vragen vanuit het bestuur) de VvE medegedeeld:
“Conclusie blijft: de patio’s alles wat er bij hoort (deuren, wandbeplating, buitentrap) zijn gemeenschappelijk”.
2.7.
Bij de algemene ledenvergadering (verder: ALV) van 25 november 2015 is besloten dat de patio’s en de trappen voor rekening van de VvE komen.
2.8.
Tot 2022 heeft de VvE kosten van diverse werkzaamheden aan de patio, trap en vlonders voor haar rekening genomen en met het opstellen van een MJOP rekening gehouden met onderhoud hiervan.
2.9.
In 2022 is mr. Sturm teruggekomen op haar eerdere standpunt:
“Ik heb de oude splitsingsakte en de wijziging splitsing erbij gezocht evenals de daarbij behorende tekeningen en als ik de tekeningen bekijk is er in ieder geval niets veranderd aan de patio’s en zijn de patio’s naar mijn mening privé bezit.Er staat een dunne lijn om de patio, binnen de dikke lijn van het appartementsrecht. Geen idee hoe de vraag in 2016 tot mij is gekomen en waarom mijn conclusie destijds was dat de patio gemeenschappelijk was.”
2.10.
In oktober 2022 heeft het bestuur van de VvE aangekondigd dat de kosten van de patio’s, trappen en dakterrassen op de betreffende eigenaars zullen worden afgewenteld.
2.11.
Op 24 januari 2023 heeft [verzoeker] het bestuur verzocht om de beleidswijziging te heroverwegen. Op 4 februari 2023 heeft het bestuur van de VvE met de betreffende eigenaars gesproken hierover en hiervan een verslag gemaakt.
2.12.
Op 16 februari 2023 heeft bestuurslid de heer [betrokkene 1] aangegeven dat het bestuur zich zal vasthouden aan het nieuwe beleid.
2.13.
Op 6 juni 2023 heeft een algemene ledenvergadering (verder: ALV) plaatsgevonden. Van de vergadering zijn notulen opgemaakt. Daarin is vastgelegd (voor zover relevant):
8. Kosten dakterrassen en patio’s 5e verdieping oudbouw: voorstel bestuurUit de splitsingsakte en uit de splitsingstekening volgt dat zowel de dakterrassen als de patio’s behoren tot de respectieve privé appartementen van de desbetreffende eigenaren op de 5e verdieping.Dit betekent dat de kosten ook voor privé rekening zijn. Het bestuur heeft enkele deskundigen geraadpleegd (waaronder de penningmeester in zijn hoedanigheid van notaris) die deze zienswijze bevestigen. Ook de notaris die de opvolger is van de notaris die de splitsingsakte heeft gemaakt bevestigt de zienswijze van het bestuur (een paar jaar geleden heeft zij anders geadviseerd maar zij is desgevraagd door het bestuur hier op teruggekomen). Dhr. [betrokkene 1] zal haar bericht hierover nog naar de leden sturen.Het bestuur stelt voor dat alle kosten met betrekking tot deze dakterrassen/patio’s/trappen in deze patio’s voortaan voor rekening komen van de eigenaren/gebruikers van de respectieve appartementen op de 5e verdieping. De kosten komen derhalve niet meer ten laste van de VVE. In het verleden is dit overigens ook altijd het geval geweest, maar mede door verkeerde adviezen is een en ander een aantal jaren geleden gewijzigd.Er is een ingekomen stuk van de bewoners van de vijfde verdieping ontvangen, waarin zij aangeven dat zij het niet eens zijn met het voorstel van het bestuur. Volgens deze bewoners bestaat er rechtspraak die zou hebben vastgelegd dat ook elementen die op enige wijze verbonden zijn met de dakconstructie, ook automatisch gemeenschappelijk is c.q. zou zijn. Zaken als patiotrappen en dakterrassen zijn aangebracht op de bitumenafdeklaag. Het dak is kwetsbaar en daarom moet het bitumen beschermd worden. Dit argument wordt volgens mevr. [betrokkene 2] door rechters genoemd om zaken het zak aangaande onder de verantwoordelijkheid van de VvE te houden.De bewoners van de vijfde verdieping geven aan dat als de ALV instemt met het voorstel van het bestuur, de bewoners van de vijfde verdieping de kantonrechter om een onafhankelijk oordeel gaan vragen.Dhr [betrokkene 1] stelt de bewoners van de vijfde verdieping voor om een andere notaris of meerdere notarissen advies te vragen over de kwestie. Notarissen hebben dagelijks te maken met splitsingsaktes van VvE’s en zijn zeer ter zake kundig. De bewoners van de vijfde verdieping verwerpen dit voorstel. Ook het voorstel van één van de eigenaars om een mediator te zoeken i.p.v. een gerechtelijke procedure te starten, wordt afgewezen door de bewoners van de vijfde verdieping.Besluit:De leden stemmen met 188 voor en 27 tegen, voor het voorstel van het bestuur alle kosten met betrekking tot deze dakterrassen/patio’s/trappen in deze patio’s voortaan voor rekening komen van de eigenaren/gebruikers van de respectievelijk appartementen op de 5e verdieping.
2.14.
De technisch opzichter van de VvE heeft in een e-mail bericht van 31 augustus 2023 verklaard:
“De Vlonders/planken zitten vast aan het onderliggende houten frame. Dit houten frame zit niet vast aan het dak, het is op geen enkele manier bevestigd aan het dak.”en
“De onderzijde van de trap is vastgezet aan de patiovloer. De bovenzijde van de trap zit met schroeven vast aan het dakboeideel en aan een patiowand. De trap is geen integraal onderdeel van de constructie van het pand, zowel gevel niet als dak niet.”

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt het VvE-besluit genomen op 6 juni 2023 door de ALV
ex artikel 2:14 BW nietig te verklaren en ex artikel 2:15 BW in samenhang met 5:130 BW te vernietigen, met veroordeling in de proceskosten.
3.2.
[verzoeker] legt aan haar vordering ten grondslag – samengevat - dat uit een strikte, objectieve uitleg van de splitsingsakte volgt dat de kosten voor onderhoud, behoud, gebruik, herstel en vernieuwing, voor alle gemeenschappelijke zaken, dus ook de patio’s, trappen en dakterrassen, geheel voor risico en rekening van de VvE zijn.
3.3.
Gelet op het voorgaande is het besluit in strijd met zowel de letter als de ratio van de splitsingsakte en daarom nietig. Voor zover dat al niet het geval zou zijn, is het besluit in strijd met de redelijkheid en billijkheid die op grond van artikel 2:8 BW vereist is en daarom vernietigbaar.

4.Het verweer

4.1.
De VvE voert verweer en draagt daartoe het volgende aan. Ten eerste voert de VvE aan geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 2:14 en 2:15 BW omdat het niet is gericht op enig rechtgevolg. Ten tweede voert de VvE aan dat het besluit, voor zover daarvan sprake is, aansluit bij hetgeen in de splitsingsakte is bepaald. Het besluit is evenmin in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Gelet op het voorgaande is het besluit nietig noch vernietigbaar.

5.De beoordeling

5.1.
Vast staat dat [verzoeker] haar vordering binnen een maand na de dag waarop de zij van het besluit kennis heeft genomen en dus tijdig heeft ingediend. Gelet daarop is zij ontvankelijk in haar vordering.
5.2.
Hoewel ten aanzien van de verzoeken strekkende tot nietigheid in beginsel niet de kantonrechter maar de rechtbank bevoegd is, acht de kantonrechter zich bevoegd om kennis daarvan te nemen. Achtergrond van de mogelijkheid van een verzoekschriftprocedure voor de kantonrechter is dat de wetgever van belang heeft geacht dat een vereniging van eigenaars en alle leden er belang bij hebben zo spoedig mogelijk – op een zo eenvoudig mogelijke manier en zonder hoge kosten – te weten of een bepaald besluit rechtsgeldig is of niet. Splitsing van de oordelen over nietigheid (bij dagvaarding bij de rechtbank) en vernietigbaarheid (bij verzoekschrift bij de kantonrechter) is in strijd met die bedoeling. Bovendien is het voor (leden van) de VvE niet eenvoudig uit te maken of een bepaald mankement aan een besluit tot nietigheid dan wel vernietigbaarheid van het besluit leidt.
5.3.
Voor wat betreft het formele verweer dat geen sprake is van een besluit in de zin van artikel 2:14 en 2:15 BW geldt dat de VvE dit ter zitting heeft laten varen zodat een inhoudelijke behandeling hiervan niet meer nodig is. Overigens heeft de VvE op de zitting ook bevestigd dat met het besluit werd beoogd een einde te maken aan eerder beleid om de kosten voor patio’s, trappen en dakterrassen voor rekening van de VvE te laten komen. Daarmee is het besluit dus wel degelijk gericht op enig rechtsgevolg en dus vatbaar voor nietigheid of vernietiging.
5.4.
Voor wat betreft de vraag of het besluit nietig of vernietigbaar is wegens strijd met de splitsingsakte komt het aan op uitleg van die akte. Bij de uitleg van een splitsingsakte komt het aan op de daarin tot uitdrukking gebrachte bedoeling van degene die tot splitsing is overgegaan. Deze omschrijving moet naar objectieve maatstaven worden afgeleid uit de omschrijving in die akte, mede bezien in het licht van de gehele inhoud daarvan. De rechtszekerheid vergt dat bij die uitleg in beginsel slechts acht mag worden geslagen op de gegevens die voor derden uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsingsstukken kenbaar zijn. Bij de uitleg kan wel worden gelet op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de ene of de andere interpretatie zou kunnen leiden. (zie HR 28 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5223, HR 1 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1078 en Hof Amsterdam 13 september 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3750).
5.5.
Uit artikel 3 lid 1 van de splitsingsakte volgt dat kosten die worden gemaakt voor behoud of onderhoud van gemeenschappelijke gedeelten of zaken voor rekening van de gezamenlijke eigenaars komen. Daaruit kan worden afgeleid dat de kosten voor behoud en onderhoud van privé gedeelten of zaken voor rekening komen van de betrokken eigenaars van de appartementsrechten waartoe deze behoren. Blijkens de akte zijn gemeenschappelijk die delen van het gebouw die blijkens de akte niet bestemd zijn om als afzonderlijk geheel gebruikt te worden. Daarentegen zijn privé die gedeelten die blijkens de akte bestemd zijn om te worden gebruikt als afzonderlijk deel. Blijkens de tekeningen die horen bij de splitsingsakte en waarop alle appartementsrechten zijn ingetekend, vallen de dakterrassen, patio’s en trappen binnen de begrenzingen van de privé gedeelten van de appartementsrechten met de indexnummers 71 tot en met 74. Vast staat dat de betreffende dakterrassen, patio’s en trappen niet voor gemeenschappelijk gebruik zijn, maar uitsluitend toegankelijk voor en te gebruiken door de eigenaars van de betreffende appartementen.
5.6.
Uit het voorgaande volgt dat de dakterrassen, patio’s en trappen die horen bij de appartementsrechten met de indexnummers 71 tot en met 74, waaronder het appartement van [verzoeker], behoren tot de privé gedeelten. De kosten van behoud en onderhoud van deze privé gedeelten komen daarom in beginsel ook voor de eigenaren van deze appartementen. Dat geldt overigens niet voor de daken/dakbedekking gelegen onder de dakterrassen en de patio’s: deze zijn gemeenschappelijk, hetgeen de VvE ook heeft erkend.
5.7.
Anders dan [verzoeker] betoogt, is voor de vraag of een deel van het gebouw gemeenschappelijk of privé is niet van belang of de betreffende delen aard- en nagelvast met het gebouw verbonden zijn, maar wat de gebruiksbestemming van de betreffende delen is. De eigenaar van een appartementsrecht heeft immers ook niet de exclusieve eigendom van het betreffende appartement, maar het exclusieve gebruiksrecht van dat appartement.
5.8.
Mede gelet op het voorgaande kan uit artikel 9 van de splitsingsakte evenmin worden afgeleid dat de betreffende dakterrassen, patio’s en trappen gemeenschappelijk zijn. De in dat artikel genoemde gedeelten of zaken zijn immers bestemd voor gemeenschappelijk gebruik. Verder worden dakterrassen, patio’s en trappen daarin niet expliciet benoemd. Weliswaar staat in artikel 9 dat terrassen gemeenschappelijk zijn, maar dat kan niet anders worden begrepen dan terrassen (en dakterrassen) die bestemd zijn voor gemeenschappelijk gebruik en die voor iedereen toegankelijk zijn.
De in artikel 9 aangeduide trappenhuizen zien logischerwijze ook alleen op trappenhuizen die gemeenschappelijk te gebruiken zijn en niet op trappen die zich in een appartement bevinden. Patio’s worden in het artikel helemaal niet genoemd.
5.9.
Volgens [verzoeker] moet uit artikel 2 lid 3 van de splitsingsakte worden afgeleid dat kosten voor behoud en onderhoud van de dakterrassen, patios’s en trappen in kwestie voor rekening van de gemeenschappelijke eigenaars komen. Blijkens dat artikel moeten alle eigenaars naar rato van hun breukdeel bijdragen in de gemeenschappelijke kosten, met uitzondering van de kosten voor dagelijks en klein onderhoud aan balkons en onderhoud van tuinen, terrassen en dakterrassen welke voor uitsluitende rekening komen van de betrokken eigenaars van de appartementsrechten waartoe deze behoren. [verzoeker] stelt dat het onderhoud dat voor de individuele eigenaars komt, dus beperkt is tot het klein en dagelijks onderhoud, zodat het groot onderhoud voor rekening van de gemeenschappelijke eigenaars is.
5.10.
Met het voorgaande miskent [verzoeker] dat de beperking tot klein en dagelijks onderhoud blijkens de tekst van artikel 2 lid 3 sub a van het splitsingsreglement uitsluitend van toepassing is op balkons. Zou dat anders zijn geweest, dan was sub a niet onderverdeeld in twee gedachtestreepjes en zou het woord “onderhoud” niet bij beide streepjes zijn opgenomen. De kantonrechter is van oordeel dat voor zover uit de omstandigheid dat de dakterrassen, patio’s en trappen tot de privé gedeelten behoren al niet voortvloeit dat de kosten van behoud en onderhoud daarvan voor rekening van de desbetreffende appartementseigenaren behoort, dit in artikel 2 lid 3 sub a van de splitsingsakte nog eens expliciet is bepaald.
5.11.
De conclusie van het voorgaande is dat uit de splitsingsakte volgt dat kosten voor onderhoud en behoud van privé gedeelten voor rekening van de eigenaars van de betreffende appartementseigenaren is. Daartoe behoren de dakterrassen, trappen en patio’s van de appartementsrechten met de indexnummers 71 tot en met 74. Zoals de VvE in haar verweer ook heeft bevestigd gaat het daarbij alleen om onderdelen die privé zijn in de splitsingsakte en ziet het besluit niet op onderdelen die gemeenschappelijk zijn in de zin van de splitsingsakte of waarvoor geen afwijkende kostenregeling in de splitsingsakte is opgenomen. Kosten voor onderhoud en behoud van de “schil” van het gebouw (zoals de daken en de buitengevels) blijven dus voor rekening van de gemeenschappelijke eigenaars. Gelet hierop is het besluit dus niet in strijd met de letter of de ratio van de splitsingsakte zodat het besluit niet nietig is. Het beroep op nietigheid ex artikel 2:14 BW faalt dus.
5.12.
[verzoeker] heeft ook betoogd dat het besluit vernietigbaar is omdat het in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. Zij voert hiertoe aan dat zij het appartementsrecht heeft gekocht in de veronderstelling dat zijn geen constructieve herstelkosten voor haar buitengedeelte zou hebben. In de afgelopen jaren werden dergelijke kosten ook daadwerkelijk door de gemeenschappelijke eigenaars gedragen. Bij deze stand van zaken heeft [verzoeker] niet gespaard voor dergelijke kosten en hoefde zij daar ook niet op bedacht te zijn. De VvE heeft hier wel voor kunnen sparen en is beter dan de individuele eigenaars in staat dergelijke hoge kosten te dragen. Het besluit plaatst [verzoeker] voor (mogelijk) hoge kosten en maakt haar mogelijkheden om het appartementsrecht goed te verkopen kleiner. De gevolgen van het besluit zijn dus proportioneel nadelig, aldus [verzoeker]. Zij voert verder aan dat het besluit door het bestuur er door is gedrukt en dat de andere eigenaars niet of onvoldoende zijn geïnformeerd voordat zij over het besluit moesten stemmen. De VvE heeft ook op dit punt gemotiveerd verweer gevoerd.
5.13.
Een besluit is – op grond van artikel 2:15 BW in samenhang met artikel 5:130 BW – vernietigbaar wanneer de inhoud daarvan in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW wordt geëist. Dit is een marginale toets. Het gaat erom of de ALV bij afweging van alle bij het besluit betrokken belangen in redelijkheid en billijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. De enkele omstandigheid dat een ander besluit ook mogelijk was geweest of wellicht zelfs wenselijker, maakt nog niet dat het genomen besluit in strijd met de redelijkheid en billijkheid is.
5.14.
Uitgangspunt is dat het besluit in overeenstemming is met de splitsingsakte en dat met het vóór het nemen van het besluit gevoerde beleid werd afgeweken van die splitsingsakte. De omstandigheid dat met het besluit de kostenverdeling zoals deze uit de splitsingsakte voortvloeit, wordt gevolgd, maakt het besluit niet vernietigbaar wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid zoals bedoeld in artikel 2:15 BW. Dat het besluit voor enkele eigenaars, waaronder [verzoeker], nadelig is en voor de meeste eigenaars niet, maakt het voorgaande niet anders. [verzoeker] wordt met het besluit weliswaar voor bepaalde kosten gesteld die voorheen door de gezamenlijke eigenaars werden gedragen, maar deze zijn naar verwachting niet zodanig hoog dat deze door een individuele eigenaar niet gedragen zouden kunnen worden. De kosten voor onderhoud en behoud van de daken en de buitengevels blijven immers voor rekening van de VvE. Daar komt bij dat niet valt uit te sluiten dat het gegeven dat de kostenverdeling (weer) aansluit bij de splitsingsakte uiteindelijk leidt tot een verlaging van de financiële bijdrage die alle leden aan de VvE verschuldigd zijn, waarvan [verzoeker] ook profiteert. Dat [verzoeker] niet het voordeel heeft dat andere eigenaren van de appartementen met de appartementen met de indexnummers 70 tot en met 74 in het verleden mogelijk hebben gehad, maakt evenmin dat het besluit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het onterechte voordeel dat die eigenaars hebben gehad, leidt niet tot een nadeel van [verzoeker].
5.15.
Uit de overgelegde stukken kan worden afgeleid dat het bestuur weliswaar het initiatief tot het besluit heeft genomen, maar niet dat het bestuur dat besluit er bij de andere leden heeft doorgedrukt. Het bestuur heeft van verschillende kanten advies ingewonnen en de leden zijn daarover geïnformeerd. [verzoeker] heeft voorafgaand aan de vergadering zelf informatie aan de leden toe kunnen sturen en dat ook gedaan. Het is uiteindelijk de vergadering, en dus niet het bestuur, geweest die met het besluit heeft ingestemd. Dat de meerderheid van de leden niet meer wil betalen voor privé gedeelten waarvan die leden zelf geen gebruik kunnen maken of enig ander voordeel hebben, is niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
5.16.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] zal afwijzen.
5.17.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd nu deze procedure er vooral op gericht is duidelijkheid te verkrijgen over een bepaling in de splitsingsakte waarbij beide partijen belang hebben.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.