Uitspraak
[betrokkene]
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 2 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van de bewindvoerder
2.De feiten
“Artikel 6.3Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt.”“Artikel 6.8.Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in, rondom of in de directe nabijheid van het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. (…)”
“De politie geeft aan dat uw aanwezigheid in de woning een verhoogd gevaar vormt voor de veiligheid van u en uw omgeving. Het lopende conflict lijkt nog niet opgelost waardoor de dreiging op de woning nog steeds actueel is. Er is naar mijn oordeel dan ook sprake van een ernstige vrees voor herhaling van het incident. Op dit moment loopt het onderzoek naar de daders(s) nog en zijn er nog geen aanhoudingen verricht. (…)”
“2.1 Blijkens de aan verweerder gerichte bestuurlijke rapportage van 8 december 2023 van de Politie-Eenheid Noord-Holland is in de nacht van 7 op 8 december bij de woning van verzoeker aan [adres] te [plaats] een aanslag gepleegd met zwaar vuurwerk op de toegangsdeur naar zijn flat. In de rapportage is vermeld dat verzoeker bij de politie bekend staat rondom druggerelateerde zaken, dat hij aangifte heeft gedaan van de vernieling en dat de ontploffing meer dan vermoedelijk bedoeld is als vergelding door bekenden van verzoeker uit het criminele circuit. Verzoeker verklaarde dat hij recent nog met drugs rondreed. Hij heeft ter zitting bevestigd dat dit was voordat hij de woning betrok, zoals ook in de rapportage staat vermeld. In de rapportage staat dat verzoeker zich al niet veilig op straat voelde en na dit incident voelde hij zich ook niet meer veilig in zijn eigen woning.(…)3.3 Ter zitting heeft de gemachtigde van verweerder toegelicht dat de politie twee verdachten op het oog heeft, waarvan verweerder hoopt dat zij binnenkort kunnen worden opgepakt. (…)(…)
5.5 Op dit moment acht de voorzieningenrechter voortzetting van de sluiting niet disproportioneel mede gelet op de korte duur van verlenging. Verzoeker heeft echter zonder meer een groot belang bij terugkeer naar zijn woning en hij is in deze zaak slachtoffer, geen dader. (…) Terugkeer naar de woning is onder omstandigheden als deze ook het uitgangspunt op het moment dat de veiligheid dat weer toelaat en is van groot belang voor verzoeker om de positieve ontwikkeling die hij sinds zijn verblijf in de woning doormaakt, (hij werkt en heeft een vriendin) voort te zetten. Aannemelijk is echter dat er nog altijd sprake is van een reële dreiging richting de woning van verzoeker vanuit het criminele circuit. De voorzieningenrechter hecht daarom op dit moment doorslaggevende betekenis aan het belang van de veiligheid van verzoeker en de medebewoners van de flat.5.6. Aansluitend aan deze weging van belangen geeft de voorzieningenrechter aan dat de grens van de mogelijkheid om de sluiting van de woning te (blijven) continueren binnenkort in zicht komt. Het grondwettelijke beschermde woonrecht van verzoeker is een zwaarwegend recht en een voortdurende inbreuk daarop kan alleen gerechtvaardigd zijn op grond van concrete aanwijzingen of nieuwe ontwikkelingen die maken dat die inbreuk noodzakelijk blijft en dat niet op andere wijze aan de bescherming van de belangen bij sluiting tegemoet kan worden gekomen. (…)”