ECLI:NL:RBNHO:2024:971

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 februari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
10653139 \ EJ VERZ 23-36
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigverklaring van een besluit van het bestuur van de VvE inzake de plaatsing van een airco-unit

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appartementseigenaar, aangeduid als [verzoeker], en het bestuur van de Vereniging van Eigenaren (VvE). [Verzoeker] had een verzoek ingediend om toestemming te krijgen voor het plaatsen van een airco-unit aan de buitenzijde van zijn appartement. Het bestuur van de VvE had deze toestemming geweigerd, met als argument dat de buitenconstructie van het gebouw niet gewijzigd mocht worden zonder goedkeuring van de algemene ledenvergadering.

De kantonrechter oordeelde dat het bestuur niet bevoegd was om over dit verzoek te beslissen, aangezien volgens het Modelreglement van 1992 de algemene ledenvergadering de enige instantie is die hierover kan besluiten. Het bestuur had het besluit buiten de vergadering om genomen, wat in strijd is met de geldende regels. De rechter verklaarde het besluit van het bestuur nietig, omdat het niet in overeenstemming was met de vereisten van het Modelreglement.

Daarnaast verzocht [verzoeker] om een vervangende machtiging van de kantonrechter om de airco-unit te mogen plaatsen. De rechter oordeelde echter dat [verzoeker] zijn verzoek niet eerst aan de algemene ledenvergadering had voorgelegd, waardoor niet kon worden vastgesteld dat de medewerking door de vergadering zonder redelijke grond was geweigerd. Daarom werd het verzoek om vervangende machtiging afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 10653139 \ EJ VERZ 23-36
Uitspraakdatum: 26 februari 2024
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [plaats 1]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
tegen
de vereniging
[verweerder]
gevestigd te [plaats 2]
verwerende partij
verder te noemen: het bestuur

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend, ter griffie ingekomen op 9 augustus 2023 waarna hij dit heeft aangevuld met nadere stukken. De VvE heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 15 januari 2024 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [verzoeker] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoeker] bij brieven van 27 december 2023 en 12 januari 2024 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is rechthebbende van het appartementsrecht, plaatselijk bekend als [adres] te [plaats 1] (verder: het appartement). Daarmee is [verzoeker] van rechtswege lid geworden van de VvE.
2.2.
In de splitsingsakte is het modelreglement van 1992 (verder: het Modelreglement) met de daarbij in voornoemde akte van splitsing opgenomen wijzigingen en aanvullingen, van toepassing verklaard.
2.3.
In het Modelreglement van 1992 is – voor zover relevant – opgenomen:
Artikel 91. Tot de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken worden ondermeer gerekend, voor zover aanwezig:a. de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het ruwe metselwerk, alsmede de vloeren met uitzondering van de afwerklagen in de privé gedeelten, de buitengevels, waaronder begrepen de raamkozijnen met glas, de deuren welke zich in de buitengevel bevinden of de scheiding vormen tussen het gemeenschappelijk en het privé gedeelte, de balkonconstructies, de borstweringen, de galerijen, de terrassen en de gangen, de daken, de schoorstenen en de ventilatiekanalen, de trappenhuizen en de hellingbanen, het hek- en traliewerk voor zover het geen privé tuinafscheidingen betreft, alsmede het (standaard) hang- en sluitwerk aan kozijnen welke aan de buitengevel van het gebouw zitten;b. de technische installaties met de daarbij behorende leidingen, met name voor de centrale verwarming (met inbegrip van de radiatoren en radiatorkranen in de privé gedeelten) en voor luchtbehandeling, de vuilafvoer, de leidingen voor de afvoer van hemelwater en de riolering, de leidingen voor gas en water en verder de hydrofoor, de electriciteits- en telefoonleidingen, de gemeenschappelijke antenne, de bliksembeveiliging, de liften, de alarminstallatie en de systemen voor oproep en deuropeners, alles voor zover die installaties niet uitsluitend ten dienste van één privé gedeelte strekken.2. Het is een eigenaar of gebruiker zonder toestemming van de vergadering niet toegestaan veranderingen aan te brengen in de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, ook als deze zich in de privé gedeelten bevinden.Artikel 131. Ieder op-, aan, of onderbouw zonder toestemming van de vergadering is verboden.Artikel 14De eigenaars en gebruiker mogen zonder toestemming van de vergadering geen verandering in het gebouw aanbrengen, waardoor het architectonisch uiterlijk of de constructie ervan gewijzigd zou worden. De toestemming kan niet worden verleend indien de hechtheid van het gebouw door de verandering in gevaar zou worden gebracht.
2.4.
Op 24 juli 2023 heeft [verzoeker] de bestuur van de VvE een e-mail verzonden:
(…) Gezien de stijgende temperaturen in de zomer en dat ik voor mijn werk vaak thuis moet werken heb ik besloten een airco unit te laten plaatsen.Ik heb hierbij natuurlijk rekening gehouden met het beperken van geluidsoverlast zodat deze binnen de normen van Bouwbesluit 2012, LnT, A blijven.Bij deze geef ik u inzage in de offerte details. Mochten er verder geen bezwaren zijn, dan zal ik eind deze week de aanleg gaan inplannen. (…)
2.5.
Op 24 juli 2023 heeft de bestuur van de VvE aan [verzoeker] gemaild:
(…) Bij deze geeft het bestuur geen akkoord op de plaatsing.1. Mede omdat er gaten in gevel moeten worden gemaakt. En daarmee ook de buitenwandconstructie wordt beschadigd. Let wel deze is het eigendom van de VvE.2.Achteraf geluidsoverlast ervaren (door de buren) wil het bestuur ten alle tijden voorkomen ondanks het bouwbesluit.Wij adviseren jou om een binnen airco te nemen die het zelfde koel effect zal hebben. (…)
2.6.
Op 24 juli 2023 heeft [verzoeker] als volgt gereageerd naar het bestuur van de VvE:
(…) Dank voor uw advies, ik begrijp dat u veronderstelt dat er een wijziging plaatsvindt op een gemeenschappelijk gedeelte van de buitenwand constructie, dit is niet het geval. De constructie beperkt zich tot het privegedeelte van de woning waar ik zelf de onderhoudszorg voor draag, zoals bepaald in het reglement van splitsing van eigendom.Mocht u hiertegen bezwaar hebben dan vraag ik dit naar behoren te onderbouwen door:1.Het aan te leveren van rechtsgeldende documentatie waarin u uw claim onderbouwt dat de constructie van het privegedeelte van mijn woning onder uw beheer valt.2. Het aantonen dat het redelijk is te verwachten dat de geluidsoverlast de reeds genoemde wettelijke morgen van het bouwbesluit zouden overtreffen, ondanks dat de geleverde offerte daar geen indicatie toe geeft. (…)
2.7.
Het bestuur van de VvE heeft op 26 juli 2023 gereageerd:
(…) Wij blijven bij ons eerdere genomen negatief besluit.Aanvullend de bewoners hebben geen opstalverzekering deze berust bij de VvE dat maakt meteen duidelijk dat onderdelen zoals gevels, ramen, balkons, daken etc onder haar beheer valt. (…)De norm van het bouwbesluit is wat wij niet overnemen omdat geluidsoverlast door een ieder anders wordt ervaren. Zeker zoals in dit geval de balkons dicht op elkaar staan.
2.8.
Daarop heeft [verzoeker] op 26 juli 2023 geschreven:
(…) Ik begrijp ook dat ik toestemming nodig heb van de VVE om dit soort modificaties aan mijn woning te maken. (…) volgens de splitsingsakte artikel 18 heb ik verantwoording voor de ‘individuele verwarmings en/of warmwaterinstallatie en het onderhoud en vernieuwing hiervan’, in de uitvoering van deze verantwoording is het noodzakelijk modificatie te maken die de bouwstructuur van het pand betreffen, in dit geval ook de buitenwand constructie. Mijn modificatie plan treft een deel tussen de muur en het kozijn wat niet zichtbaar is van de buitenkant door de scheidingswand. Tevens zijn er al diverse zichtbare modificaties aan de buitenwand constructie gemaakt door andere bewoners in de vorm van zonnewerking bevestiging, verlichting, plantenbak bevestiging etc. (…)
Zoals reeds aangegeven bestrijd het puntnietdat het niet toegestaan is zonder toestemming van de vergadering de voorgestelde verandering te maken. Mijn argument is dat uw besluit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, u geeft aan toestemming te weigeren op grond dat er toestemming nodig is.(…)

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt het besluit van het bestuur om geen toestemming te geven om de airco unit te plaatsen, te vernietigen. Tevens verzoekt [verzoeker] om een vervangende machtiging om de airco unit te plaatsen.
3.2.
Hiertoe heeft [verzoeker] het volgende aangevoerd. Het bestuur heeft het besluit buiten de vergadering om genomen. Het is niet aannemelijk dat door het plaatsen van de airco schade ontstaat aan de gemeenschappelijke delen van het gebouw. Verder heeft het bestuur ten onrechte aangevoerd dat de toezegging van [verzoeker] dat het geluid van de airco binnen de normen van het bouwbesluit blijft, onvoldoende is. Ten slotte heeft het bestuur onvoldoende rekening gehouden met de belangen van [verzoeker]. Hij werkt vaak thuis en in de zomer wordt zijn appartement veel te warm.

4.Het verweer

4.1.
Het bestuur betwist de vordering en voert daartoe aan dat het bestuur niet de besluitvormende instantie is. Dat is de algemene ledenvergadering en [verzoeker] moet zijn verzoek daar voorleggen.
4.2.
Het bestuur stelt zich verder op het standpunt dat de buitenconstructie van het gebouw voor het overgrote deel is voorzien van beplating van slechte kwaliteit. De afgelopen jaren zijn er al diverse lekkages en reparaties geweest. Het is, gezien de gebleken kwetsbaarheid van de beplating, onwenselijk de platen nog extra te bewerken door het aanbrengen van een airco. Daarnaast kan de te plaatsen airco geluidsoverlast tot gevolg hebben. Dat geldt zeker als meerdere bewoners in navolging van [verzoeker] een airco willen plaatsen.

5.De beoordeling

5.1.
Het bestuur heeft op 24 juli 2023 het besluit genomen. [verzoeker] heeft zijn verzoekschrift op 9 augustus 2023 ingediend waarna hij dit heeft aangevuld met de nadere stukken. Hiermee heeft [verzoeker] zijn verzoek tijdig ingediend.
5.2.
Hoewel [verzoeker] in zijn verzoekschrift de VvE als verwerende partij vermeldt, richt zijn verzoek zich feitelijk tegen het bestuur van de VvE dat volgens hem een onjuist besluit heeft genomen. Uit artikel 5:130 lid 2 BW volgt dat een besluit van een orgaan van de VvE kan worden vernietigd. Aangezien het bestuur een orgaan van de VvE is, kan een besluit van het bestuur nietig of vernietigbaar zijn.
5.3.
De vraag is echter of het bestuur gerechtigd was om over dit onderwerp een besluit te nemen. Uit artikel 9 van het Modelreglement blijkt dat een eigenaar toestemming van de vergadering nodig heeft om veranderingen aan te brengen in de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken, ook als deze zich in de privé gedeelten bevinden. Uit dat artikel volgt ook dat onder meer de buitengevels tot de gemeenschappelijke zaken moeten worden gerekend.
5.4.
Het plaatsen van een airco aan de buitenzijde van het gebouw valt onder artikel 9 van het Modelreglement. Het bestuur en [verzoeker] zijn het daarover ook eens. Dat betekent dat niet het bestuur, maar uitsluitend de vergadering bevoegd is om te beslissen over het verzoek van [verzoeker] om een airco aan de buitengevel te bevestigen. [verzoeker] heeft dat ook erkend.
5.5.
De conclusie is dan ook dat het bestuur niet bevoegd was om een besluit over het plaatsen van een airco unit te nemen. Het besluit is dan ook in strijd met artikel 9 van het Modelreglement en om die reden nietig. Hoewel de vordering tot nietigverklaring van een besluit van een orgaan van de VvE strikt genomen bij de rechtbank moet worden ingesteld, acht de kantonrechter zich op grond van de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juli 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1275) bevoegd om de nietigheid van het besluit uit te spreken. In zoverre is het verzoek van [verzoeker] toewijsbaar.
5.6.
[verzoeker] heeft verder verzocht om een door de kantonrechter te verlenen vervangende machtiging voor het aanbrengen van de airco-unit. Artikel 5:121 BW bepaalt dat in alle gevallen waarin een appartementseigenaar medewerking of toestemming van de VvE behoeft, die toestemming of medewerking kan worden vervangen door een machtiging van de kantonrechter en dat die machtiging kan worden verleend, indien de medewerking of toestemming zonder redelijke grond wordt geweigerd of degene die haar moet geven zich niet verklaart.
5.7.
Zoals uit de rechtsoverwegingen 5.3 tot en met 5.5 volgt, is de algemene ledenvergadering het orgaan dat bevoegd is om te beslissen over het verzoek tot het aanbrengen van de airco-unit. Vast staat dat [verzoeker] zijn verzoek (nog) niet aan de algemene ledenvergadering heeft voorgelegd. Daarom kan niet worden gezegd dat de algemene ledenvergadering haar medewerking zonder redelijke grond heeft geweigerd of zich niet heeft verklaard. Aan de vereisten voor het geven van een vervangende machtiging is dus niet voldaan, zodat het verzoek daartoe moet worden afgewezen en de kantonrechter niet toekomt aan inhoudelijke beoordeling van het verzoek.
5.8.
De kantonrechter gaat voorbij aan het betoog van [verzoeker] dat alle leden in het kader van de onderhavige procedure de mogelijkheid hebben gehad om zich uit te laten over zijn verzoek. Hij zal dat verzoek alsnog aan de algemene ledenvergadering moeten voorleggen, waarna het in die vergadering besproken en toegelicht kan worden en daarover gestemd kan worden. De onderhavige gerechtelijke procedure is daarmee niet gelijk te stellen. Ook het betoog van [verzoeker] dat het alsnog aan de algemene ledenvergadering voorleggen van zijn verzoek niet wenselijk is omdat het bestuur al duidelijk heeft gemaakt dat het met plaatsing van de airco-unit niet instemt, leidt niet tot een ander oordeel. Juist ter gelegenheid van de vergadering van alle leden hebben alle belanghebbenden de mogelijkheid om hun zienswijze kenbaar te maken en toe te lichten. Pas nadat dat gebeurd is, kan worden beoordeeld of, als de medewerking wordt geweigerd, dit al dan niet op onredelijke gronden is gebeurd. De gronden die het bestuur thans heeft aangevoerd om medewerking te weigeren hoeven immers niet gelijk te zijn aan de gronden die de algemene vergadering daarvoor zal aanvoeren, zo zij de toestemming al weigert. Het is begrijpelijk dat geen van partijen zit te wachten op een nieuwe gang naar de kantonrechter, maar dat is het (mogelijke) gevolg van de onjuiste keuze van [verzoeker] om zijn verzoek aan het bestuur voor te leggen en de onjuiste reactie van het bestuur daarop.
5.9.
De conclusie is dat de vervangende machtiging niet kan worden verleend en [verzoeker] in zoverre niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
5.10.
Gelet op de uitkomst van deze procedure en op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart dat het besluit van het bestuur van 24 juli 2023 waarbij het bestuur het verzoek van [verzoeker] tot het verlenen van toestemming voor het aanbrengen van een airco-unit aan de buitenzijde van het gebouw, heeft afgewezen, nietig;
6.2.
verklaart [verzoeker] niet ontvankelijk in zijn verzoek tot het verlenen van een vervangende machtiging voor het aanbrengen van een airco-unit aan de buitenzijde van het gebouw;
6.3.
compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Dijk en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.