Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[adres] .
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
dan welin werkzame stoffen een groothandel te drijven.” Gelet op de woorden ‘dan wel’ in de tekst van het artikel, vat de rechtbank de bestanddelen ‘in voorraad te hebben’ en ‘in werkzame stoffen een groothandel te drijven’ op als afzonderlijke gedragingen, beide strafbaar gesteld in artikel 38 van de Geneesmiddelenwet. Het voorgaande brengt mee dat artikel 38 van de Geneesmiddelenwet zich naar het oordeel van de rechtbank niet enkel richt tot fabrikanten en groothandelaren, maar tot eenieder die zonder registratie werkzame stoffen in voorraad heeft. Dit betekent dat dus ook de gevallen waarin niet kan worden vastgesteld dat activiteiten zijn verricht betreffende het drijven van een groothandel, onder de strafbaarstelling van artikel 38 van de Geneesmiddelenwet vallen.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
14a, 14b, 14c, 47 en 57 Wetboek van Strafrecht;
9.Beslissing
16 (zestien) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
5.000 EUR (Omschrijving: NHRDC23020_788145 IBG 24-10-2023).