ECLI:NL:RBNHO:2025:10627

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 september 2025
Publicatiedatum
16 september 2025
Zaaknummer
11773974
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en terugbetaling onterechte inhouding

In deze zaak verzoekt de werkneemster, [verzoeker], om vernietiging van een ontslag op staande voet door haar werkgever, HOTEL MAATSCHAPPIJ SCHIPHOL B.V. (Hilton). Het ontslag werd gegeven omdat [verzoeker] vertrouwelijke klantgegevens van Hilton naar haar privé e-mailadres had gestuurd. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag rechtsgeldig is, omdat het handelen van [verzoeker] in strijd was met de Gedragscode van Hilton, die regels bevat voor de omgang met vertrouwelijke informatie. De kantonrechter wijst de verzoeken van [verzoeker] af, omdat er sprake is van een dringende reden voor het ontslag. Daarnaast wordt het verzoek van Hilton om terugbetaling van een onterecht uitbetaald bedrag aan [verzoeker] toegewezen, omdat deze betaling zonder rechtsgrond is gedaan. De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker].

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer / rekestnummer: 11773974 \ AO VERZ 25-85
Beschikking van 16 september 2025
in de zaak van
[verzoeker],
te [plaats],
verzoekende partij,
verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [verzoeker],
gemachtigde: mr. A.J. Engelsma,
tegen
HOTEL MAATSCHAPPIJ SCHIPHOL B.V.,
te Schiphol,
verwerende partij,
verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: Hilton
gemachtigde: mrs. W. Heere en D.G. Veldhuizen.
De zaak in het kort
In deze zaak verzoekt de werkneemster om vernietiging van een ontslag op staande voet, wedertewerkstelling en loondoorbetaling vanaf de datum van het ontslag op staande voet. Dat ontslag op staande voet was gegeven omdat werkneemster vanaf haar werk e-mailadres een 23 pagina’s tellend Word bestand heeft gemaild naar haar privé-mailadres. Het bestand bevatte een lijst van 71 gasten van werkgeefster (een hotel) met een weergave van de bedrijfsnaam gesegmenteerd op marktsector, naam, functietitel, telefoonnummer, e-mailadres, postadres en website van de gasten. Het bestand stond opgeslagen in de persoonlijke folder van werkneemster.
De kantonrechter wijst de verzoeken af, omdat het ontslag (rechts)geldig is.
De kantonrechter komt daardoor niet toe aan beoordeling van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek van de werkgeefster. Het verzoek van werkneemster om werkgeefster te veroordelen tot terugbetaling van een onterechte inhouding op de eindafrekening wordt eveneens afgewezen, omdat geen sprake is geweest van een (onterechte) inhouding. Het zelfstandig tegenverzoek van werkgeefster om werkneemster te veroordelen tot terugbetaling van een uitbetaald bedrag wordt toegewezen, omdat deze betaling (per abuis) zonder rechtsgrond (dus onverschuldigd) is gedaan.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met 10 producties;
- het verweerschrift met een voorwaardelijk tegenverzoek met 15 producties;
- de mondelinge behandeling op 19 augustus 2025 waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt en ter gelegenheid waarvan beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.Feiten

2.1.
Hilton is een luchthavenhotel in het luxe segment.
2.2.
[verzoeker] sinds 3 juli 2023 in dienst bij Hilton op basis van een contract voor bepaalde tijd dat op 31 januari 2025 is verlengd tot 3 maart 2026. De functie van [verzoeker] is Groups, Conference & Events Sales Coördinator met een loon van € 2.607,05 bruto per maand exclusief emolumenten.
2.3.
Op de arbeidsovereenkomst is onder meer de ‘Hilton Code of Conduct’ (hierna: Gedragscode) van toepassing, waar de ‘Confidential Information and Trade Secrets Policy’ en de ‘Information Privacy Policy’ onderdeel van uitmaken. In de Gedragscode en voornoemde policies staan regels voor de omgang met vertrouwelijke bedrijfsinformatie.
2.4.
Op 7 april 2025 heeft [verzoeker] vanaf haar Hilton e-mailadres een 23 pagina’s tellend word-bestand genaamd ‘Cartera Clientes [verzoeker] 2025’ gemaild naar haar privé-mailadres. Het bestand (hierna: het portfolio) bevat een lijst van 71 gasten van Hilton met een weergave van de bedrijfsnaam gesegmenteerd op marktsector, naam, functietitel, telefoonnummer, e-mailadres, postadres en website van de gasten. Het portfolio stond opgeslagen in de persoonlijke folder van [verzoeker].
2.5.
Hilton ontdekte dit bij toeval op 1 mei 2025. In een gesprek op 6 mei 2025 heeft Hilton een gesprek met [verzoeker] gevoerd over voornoemde e-mail van 7 april 2025. [verzoeker] ontkende aanvankelijk dat het portfolio bestond maar erkende later in het gesprek dat die er wel is en dat zij die naar haar privémail adres had gestuurd. Zij is aan het eind van het gesprek geschorst in afwachting van een door Hilton te nemen beslissing naar aanleiding van dit gesprek.
2.6.
In de avond van 6 mei 2025 heeft [verzoeker] bij e-mail het volgende aan Hilton geschreven:’
(…) The reason given was that I had sent a document containing client contact details to my personal email. I would like to clarify that this document was created by me and saved on the office computer a month ago, where everyone within the team has access for. I sent it to my personal email solely for the purpose of connecting with clients via LinkedIn, and not for any misuse. (…)’.
2.7.
Op 7 mei 2025 heeft Hilton [verzoeker] op staande voet ontslagen en haar de brief waarin dit ontslag is bevestigd overhandigd. In de ontslagbrief staat, voor zover relevant:
‘(…) The reason for this summary dismissal is, (…) that is has recently come to our attention that you sent a portfolio list containing 23 pages of highly sensitive customer data to your private email address (…) on 7 April 2025. When asked, you confirmed the facts stated by us and gave the following explanation for your conduct. You stated that you collected the list of customer data to use to make connections with these customers on LinkedIn via your private account. You mentioned that you were not aware that this customer data could not be disclosed or shared outside of Hilton and that you were allowed to make copies of such information for private purposes. When we referred to the Code of Conduct you confirmed that you indeed have signed for the content and thus aware of the content and consequences of breaching the code. (…)’

3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter (zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad) primair om het ontslag op staande voet te vernietigen en Hilton te veroordelen tot betaling van loon en wedertewerkstelling van [verzoeker] op straffe van een dwangsom, althans subsidiair om Hilton te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding, billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding, alles vermeerderd met wettelijke rente. Verder verzoekt [verzoeker] om voor recht te verklaren dat Hilton niet gerechtigd is tot inhoudingen op de eindafrekening en om Hilton te veroordelen tot terugbetaling van het onterecht ingehouden van € 5.631,23 bruto, te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente en het verstrekken van een gespecificeerde eindafrekening op straffe van een dwangsom. Tot slot verzoekt [verzoeker] om een proceskostenveroordeling van Hilton. [verzoeker] heeft (samengevat) het volgende aan haar verzoeken ten grondslag gelegd. Het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig gegeven, omdat een dringende reden ontbreekt. Verder heeft Hilton ongerechtvaardigde inhoudingen op de eindafrekening gedaan.
3.2.
Hilton voert verweer en stelt dat het verzoek moet worden afgewezen, omdat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is.
3.3.
Voor het geval de arbeidsovereenkomst na de datum van het ontslag op staande voet nog heeft bestaan, verzoekt Hilton de kantonrechter bij wijze van voorwaardelijk tegenverzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de e- danwel de g-grond zonder toekenning van een transitievergoeding en zonder rekening te houden met een opzegtermijn. Bij wijze van onvoorwaardelijk tegenverzoek verzoekt Hilton om [verzoeker] te veroordelen tot terugbetaling van € 3.384,37, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2025.

4.De beoordeling van het verzoek

4.1.
[verzoeker] heeft ter zitting desgevraagd te kennen heeft gegeven dat zij haar primaire verzoek handhaaft (en dus niet ‘switcht’), maar dat zij zich niet verzet tegen de gevraagde ontbinding omdat de arbeidsverhouding is verstoord en zij zicht heeft op ander werk. Dat betekent dat in deze zaak (afgezien van de nevenverzoeken over en weer) de vraag voorligt of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd en zo ja, of Hilton moet worden veroordeeld tot betaling van loon en wedertewerkstelling.
Het ontslag op staande voet is rechtsgeldig
4.2.
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is en legt hierna uit hoe tot dit oordeel is gekomen.
Toetsingskader ontslag op staande voet
4.3.
Het gaat in deze zaak om de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Op grond van artikel 7:677 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is ieder van partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op grond van een dringende reden op te zeggen, onder onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. Op grond van artikel 7:678 lid 1 BW worden voor een werkgever als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van een werknemer, die tot gevolg hebben dat van een werkgever redelijkerwijze niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4.4.
Bij de beantwoording van de vraag of van een zodanige dringende reden sprake is, moeten de omstandigheden van het geval in onderling verband en samenhang in aanmerking worden genomen. Tot deze omstandigheden behoren onder meer de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker], de aard en duur van het dienstverband en de gevolgen voor haar van het ontslag op staande voet. Ook wanneer de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van de persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de slotsom leiden dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd is.
Dringende reden
4.5.
Hilton heeft [verzoeker] op staande voet ontslagen, omdat zij op 7 april 2025 een 23 pagina’s tellend portfolio met vertrouwelijke klantgegevens naar haar privé-mailadres heeft gestuurd. Hilton meent dat [verzoeker] gelet op het cruciale belang van Hilton bij een goede en vertrouwelijke omgang met gegevens van gasten terecht op staande voet is ontslagen. Vaststaat dat [verzoeker] deze door haar zelf gemaakte portfolio aan haar persoonlijke e-mailadres heeft gestuurd en wilde gebruiken voor haar persoonlijke LinkedIn. Hilton ziet de aanvankelijke reactie van [verzoeker] – de ontkenning dat het Portfolio bestond en de poging om de verzending aan haar persoonlijke e-mailadres te verhullen – als de bevestiging dat zij wist dat wat zij deed niet mocht. Hilton kan er niet langer op vertrouwen dat [verzoeker] een goede en correcte omgang betracht met vertrouwelijke informatie, zoals beschreven in de policies van Hilton, aldus Hilton.
4.6.
[verzoeker] erkent dat zij het portfolio heeft opgesteld en naar haar privé e-mailadres heeft verzonden. Dit levert volgens haar echter geen dringende reden voor een ontslag op staande op, omdat (1) sprake was van een vooropgezet plan van Hilton om haar te ontslaan omdat er al discussie was over haar functioneren, (2) zij de Gedragscode niet heeft overtreden, (3) geen sprake was van opzet of kwade trouw, (4) Hilton geen schade heeft geleden en (5) het handelen niet disproportioneel zwaar weegt.
Overtreding Gedragscode (ad 2)
4.7.
Bij de beoordeling van de vraag of Hilton terecht is overgegaan tot het verlenen van een ontslag op staande voet, neemt de kantonrechter tot uitgangspunt dat partijen het erover eens zijn dat op de arbeidsovereenkomst de hiervoor genoemde Gedragscode en het daarvan deel uitmakende ‘Confidential Information and Trade Secrets Policy’ en de ‘Information Privacy Policy’ van toepassing is. [verzoeker] heeft niet betwist dat zij met deze policies bekend was.
Hilton heeft in dat verband onbetwist gesteld dat [verzoeker] de Gedragscode jaarlijks, voor het laatst in september 2024, opnieuw moest lezen en ondertekenen. Daarmee staat vast dat [verzoeker] de inhoud van de Gedragscode kende, althans daarmee bekend had moeten zijn.
4.8.
In de Gedragscode staat onder meer het volgende:

We must protect Hilton’s assets by using them responsibly, efficiently and in a manner consistent with Hilton’s policies. Hilton’s assets include (…) confidential (…) information. All of Hilton’s assets must be protected from misuse (…) and they should never be used for personal gain (…).
Hilton is committed to safeguarding and handling third party information in accordance with applicable laws (…) and in a manner that protects privacy and preserves trust. (…) Examples of sensitive third party information include (…) non-public information about (…) customers (…) private information about guests (…).
Hilton also has a strong interest in protecting its own information. Team Members must not disclose Hilton’s confidential information (…). Confidential information includes all non-public information that might be of use to competitors or harmful to Hilton or its customers. (…)Examples of information that must be protected from disclosure include:(…)- Customer lists(…)
Hilton’s policy regarding Confidential Information is simple and straightforward.1. We aggressively protect Hilton’s Confidential Information by taking appropriate safeguarding steps(…)
Examples of Confidential Information(…)- Customer lists
Steps to protect Hilton’s confidential information:
Use Hilton’s confidential Information only for the benefit of Hilton and not for personal gain or gain for any third party
(…)
Maintain Hilton’s Confidential Information in a secure manner(…)
Be responsible for securing Tilton’s Confidential Information, especially when working or accessing systems off-site(…)
Store sensitive information in secure places(…)
If you violate this policy, you could be subject to disciplinary action including loss of employment.
4.9.
Met Hilton is de kantonrechter van oordeel dat [verzoeker] hiermee in strijd heeft gehandeld. Het betoog van [verzoeker] dat geen sprake is van een overtreding, omdat het slechts openbaar beschikbare informatie betreft, overtuigt niet. In het portfolio staan concurrentie- en privacygevoelige (persoons-)gegevens van gasten van Hilton, die wel degelijk een vertrouwelijk karakter hebben en waarover [verzoeker] alleen kon beschikken omdat zij bij Hilton werkt. In de Gedragscode zijn klantlijsten en persoonsgegevens van gasten ook expliciet benoemd als ‘Confidential Information’. Dat het portfolio was opgeslagen in een folder die ook voor andere medewerkers van Hilton medewerkers toegankelijk is, zoals [verzoeker] heeft aangevoerd, brengt daarin geen verandering. [verzoeker] heeft het portfolio immers zelf, zonder medeweten van Hilton, opgesteld en (in haar persoonlijke folder en kennelijk zonder extra beveiliging) opgeslagen.
4.10.
De kantonrechter verwerpt ook het standpunt van [verzoeker] dat geen sprake is van een overtreding, omdat het portfolio is opgesteld en verstuurd in het kader van de uitoefening van de werkzaamheden. Allereerst staat dat haaks op de ook door [verzoeker] ingenomen stelling dat zij dat ‘voor eigen gebruik’ heeft gedaan. [1] Daarbij komt dat [verzoeker] niet heeft kunnen uitleggen waarom zij dit in het kader van haar werkzaamheden moest doen. In dat verband is van belang dat Hilton (onbetwist) naar voren heeft gebracht dat [verzoeker] bij Hilton geen sales-functie bekleedde en dat het ook niet tot haar functie behoorde om klanten te werven. Daardoor valt niet in te zien waarom [verzoeker] de klantgegevens (door haarzelf bovendien ook gesegmenteerd naar marktsectoren) voor haar werk moest verzamelen om via haar privé-account op LinkedIn met deze klanten te linken, en al helemaal niet waarom zij daarvoor het portfolio naar haar privé-mailadres moest sturen.
Hilton heeft groot belang bij naleving (en handhaving) Gedragscode
4.11.
Hilton heeft voldoende onderbouwd dat zij groot belang heeft bij naleving (en handhaving) van haar regels voor een zorgvuldige omgang met vertrouwelijke gegevens. Het portfolio bevat concurrentiegevoelige informatie die tot het bedrijfsdebiet van een hotel behoort. Het gaat bovendien om persoonsgegevens van gasten die op grond van privacy-wetgeving beschermd moeten worden, voor welke bescherming Hilton verantwoordelijk is. In de Gedragscode is uitdrukkelijk bepaald dat klantgegevens als ‘Confidential Information’ worden beschouwd en dat overtreding van de regels tot ontslag kan leiden. Het had [verzoeker] dus zonder meer duidelijk moeten zijn dat het niet was toegestaan het portfolio buiten het beveiligde IT-gebied van Hilton te brengen en naar haar privé e-mailadres te sturen. Dat [verzoeker] het toch heeft gedaan valt haar aan te rekenen, te meer nu zij geen deugdelijke verklaring voor haar handelwijze heeft kunnen geven.
Schade voor Hilton (ad 4)
4.12.
Anders dan [verzoeker] heeft betoogd, kan niet gezegd worden dat Hilton door haar handelwijze geen schade lijdt. Mogelijk is dat op dit moment (nog) niet het geval maar Hilton heeft er terecht op gewezen dat niet is uitgesloten dat zich op enig moment gasten bij haar melden, omdat hun gegevens bij een andere partij dan Hilton zijn opgedoken. Dat kan vanzelfsprekend schadelijk zijn voor de reputatie van Hilton.
Bedoelingen van [verzoeker] (ad 3)
4.13.
De kantonrechter vindt het niet geloofwaardig dat [verzoeker] zich ‘van geen kwaad bewust was’. Nog daargelaten dat het beleid duidelijk en bekend was, geldt dat Hilton (onbetwist) heeft gesteld dat [verzoeker] in het gesprek op 6 mei in eerste instantie heeft ontkend dat het portfolio bestond en dat zij dat naar haar privé-adres had doorgestuurd. Pas nadat het bewijs daarvan op tafel kwam, heeft zij dit toegegeven.
4.14.
Of [verzoeker] het portfolio niet heeft misbruikt en het niet verder heeft verspreid, zoals zij heeft aangevoerd, valt niet na te gaan, juist omdat zij het document in strijd met de regels buiten de (beveiligde IT-) omgeving van Hilton heeft gebracht. Ook indien er nu geen concrete aanwijzingen zijn dat [verzoeker] de - voor deze branche interessante - informatie naar derden heeft doorgestuurd of anderszins naar buiten heeft gebracht, maakt dat het verwijt niet minder ernstig. Zij heeft immers Hilton laten blijken een sales functie te ambiëren, terwijl ter zitting is gebleken dat [verzoeker] die heeft gevonden. Naar alle waarschijnlijkheid start ze per 1 september 2025 in een nieuwe baan, ook in de ‘leisure’ branche.
Geen vooropgezet ontslagplan (ad 1)
4.15.
De kantonrechter gaat ook niet mee in het betoog van [verzoeker] dat Hilton een vooropgezet plan had om haar te ontslaan door kunstmatig een ontslagreden te creëren. Het is [verzoeker] zelf geweest die het portfolio heeft opgesteld en verzonden. Hilton heeft (onbetwist) toegelicht dat zij op 1 mei 2025 bij toeval op het portfolio is gestuit, doordat zij naar aanleiding van een klacht van een gast op zoek moest naar bepaalde informatie. In het licht hiervan is de stelling van [verzoeker] dat Hilton een bewuste surveillance heeft gedaan om te zoeken naar een ontslagreden, onvoldoende onderbouwd.
4.16.
De chronologie van de gebeurtenissen en de timing van het ontslag bieden evenmin aanknopingspunten om aan te nemen dat er een vooropgezet plan was. Hilton heeft dit gemotiveerd weersproken met de volgende toelichting. In een evaluatiegesprek op 20 januari 2025 zijn met [verzoeker] verbeterpunten in haar functioneren besproken. Dit was toen voor Hilton niet direct aanleiding om het contract van [verzoeker], dat kort daarna zou aflopen, niet te verlengen omdat Hilton het belangrijk vindt dat medewerkers zich op basis van feedback kunnen ontwikkelen. Kort daarna kwamen er echter klachten van gasten binnen, waarover in maart 2025 een ‘catch up’ gesprek met [verzoeker] is gevoerd. Die gaf toen aan dat ze de (door Hilton als onvoldoende beoordeelde) planningswerkzaamheden behorend bij haar functie niet leuk vond en eigenlijk een sales-functie ambieerde. Omdat Hilton zo’n functie niet beschikbaar had, is zij met [verzoeker] om tafel gegaan en is haar de gelegenheid geboden om ofwel met een vaststellingsovereenkomst tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen om zich op een toekomst buiten Hilton te kunnen richten, ofwel haar functioneren op basis van een verbetertraject te verbeteren. Nadat [verzoeker] het beëindigingsvoorstel op 8 april 2025 had afgewezen, is op 22 april 2025 het verbetertraject van start gegaan. Op 7 mei 2025 is ontslag op staande voet gegeven. Deze gang van zaken, is onvoldoende gemotiveerd weersproken door [verzoeker] en sluit (grotendeels) aan bij de overgelegde mailcorrespondentie. [verzoeker] heeft nog gesteld dat de commercieel directeur tegen haar heeft gezegd dat ze het voorstel maar beter kon accepteren, omdat er anders wel een reden zou worden gevonden om haar een waarschuwing te geven en dat na drie waarschuwingen ontslag zou volgen. Die stelling is echter niet onderbouwd, en Hilton heeft betwist dat dergelijke uitlatingen zijn gedaan.
Conclusie: geldig ontslag op staande voet (ad 5)
4.17.
Alle omstandigheden tegen elkaar afwegend, komt de kantonrechter tot de slotsom dat de gedragingen van [verzoeker] een dringende reden opleveren en dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven. Daarbij zijn de hiervoor besproken omstandigheden meegewogen, tezamen met de omstandigheid dat Hilton (ter zitting, onbetwist) aannemelijk heeft gemaakt dat [verzoeker] een goede positie op de arbeidsmarkt heeft. Daardoor zullen de (financiële) gevolgen van het ontslag beperkt blijven. [verzoeker] heeft geen persoonlijke omstandigheden naar voren gebracht die tot een andere afweging moeten leiden.
4.18.
Omdat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, worden de verzoeken van [verzoeker] tot vernietiging van het ontslag op staande voet, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon afgewezen.
Geen onterechte inhoudingen op het loon
4.19.
Het verzoek van [verzoeker] om voor recht te verklaren dat Hilton onterechte inhoudingen heeft gedaan en om Hilton te veroordelen tot terugbetaling van hetgeen onterecht is ingehouden, wordt afgewezen. Hilton heeft onbetwist (en met een loonstrook onderbouwd) aangevoerd dat de enige inhouding die op de eindafrekening is gedaan de wettelijk verplichte loonheffing betreft. Er is, anders dan [verzoeker] aannam, niet gebleken van een ingehouden schadevergoeding in strijd met artikel 7:661 BW.
Proceskosten
4.20.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker], omdat zij ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van Hilton worden begroot op € 814,00 aan salaris gemachtigde.

5.De beoordeling van het tegenverzoek

5.1.
Op het voorwaardelijke tegenverzoek van Hilton om de arbeidsovereenkomst te ontbinden, hoeft niet te worden beslist. De voorwaarde waaronder Hilton dat verzoek heeft gedaan, is namelijk niet vervuld doordat hiervoor is beslist dat het ontslag op staande voet niet wordt vernietigd.
[verzoeker] moet onverschuldigde betaling met rente terugbetalen
5.2.
Het onvoorwaardelijke tegenverzoek van Hilton om [verzoeker] te veroordelen tot (terug-)betaling van € 3.384,37 wordt toegewezen. Hilton heeft onbetwist gesteld (en met een loonstrook onderbouwd) dat het haar bedoeling was om een bedrag van € 5.63123 bruto aan gefixeerde schadevergoeding op de eindafrekening in te houden, maar dat zij in plaats daarvan bij vergissing het netto equivalent daarvan heeft uitbetaald. Deze betaling is zonder rechtsgrond gedaan en moet daarom worden terugbetaald. [2]
5.3.
[verzoeker] is wettelijke rente over dit bedrag verschuldigd vanaf de datum waarop [verzoeker], na ingebrekestelling, in verzuim is komen te verkeren. [3] Gesteld noch gebleken is dat het verzuim al op 26 mei 2025 [4] danwel 7 augustus 2025 [5] is ingetreden. De kantonrechter stelt daarom de datum van het verzuim redelijkerwijs vast op 21 augustus 2025, zijnde twee weken na de datum waarop Hilton haar verweerschrift heeft ingediend. Daarmee heeft zij een redelijke termijn gehad om de vordering, nadat zij daarmee bekend was geworden, vrijwillig terug te betalen.
Proceskosten
5.4.
De proceskosten betreffende het tegenverzoek komen voor rekening van [verzoeker], omdat zij (grotendeels) ongelijk krijgt. Gelet op nauwe samenhang met het verzoek ziet de kantonrechter aanleiding de proceskosten te begroten op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
in het verzoek:
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten van Hilton ter hoogte van € 814,00;
6.3.
verklaart deze beschikking wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad [6] ;
in het tegenverzoek:
6.4.
veroordeelt [verzoeker] om aan Hilton te betalen een bedrag van € 3.384,37, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 augustus 2025 tot de dag van volledige betaling;
6.5.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, die worden begroot op nihil;
6.6.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A. Charbon en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken door mr. S. Kleij in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Zie 2.7 bij Feiten en randnummer 4.5 in het verzoekschrift.
2.Artikel 6:203 BW.
3.Artikel 6:119 BW, 6:82 lid 1 BW en 6:205 BW.
4.Artikel 6:205 BW.
5.Dit is de datum waarop Hilton haar verweerschrift met tegenverzoek heeft ingediend.
6.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.