In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en STICHTING VELISON WONEN. [eiser] huurt een woning van Velison en heeft herhaaldelijk overlast ervaren van haar buurvrouw, [betrokkene]. De overlast bestond uit bonken op deuren, ruzies en intimidatie, wat leidde tot meerdere meldingen bij de gemeente en politie. Ondanks de klachten heeft Velison volgens de rechter adequaat gereageerd op de overlast. De rechter oordeelde dat er geen sprake was van een gebrek in de huurovereenkomst, omdat Velison voldoende maatregelen had genomen om de situatie te verhelpen. De vorderingen van [eiser] om schadevergoeding te ontvangen voor de overlast werden afgewezen, omdat de rechter van mening was dat Velison binnen redelijke termijn had gehandeld en de overlast niet structureel was tot medio 2022. [eiser] werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten betalen.