RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 januari 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
Politie klachtencommissie, Eenheid Noord-Holland, verweerder
(gemachtigde: mr. E.M. ter Denge).
Inleiding
1.1.Bij besluit van 14 augustus 2023 heeft verweerder naar aanleiding van eisers verzoek van 26 juli 2022 op grond van de Wet open overheid (Woo) een aantal documenten (gedeeltelijk) openbaar gemaakt.
1.2.Met het bestreden besluit van 20 december 2023 op het bezwaar van eiser heeft verweerder twee documenten die eerder geweigerd waren alsnog gedeeltelijk openbaar gemaakt. Daarnaast is geconstateerd dat de verstrekte documenten ondanks een verzoek daartoe niet per e-mail aan eiser zijn verstuurd. Dat is alsnog gebeurd.
1.3.Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld.
1.4.Verweerder heeft hierop bij brief van 6 november 2024 gereageerd en daarnaast meegedeeld dat een dwangsom van € 12.400,- en het betaalde griffierecht van € 184,- in een eerdere procedureaan eiser is overgemaakt.
1.5.De rechtbank heeft het beroep op 28 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser (middels beeld- en geluidsverbinding) en de gemachtigde van verweerder.
Totstandkoming van het besluit
Voorgeschiedenis
2.1.Eiser heeft op 28 juni 2020 op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) de korpschef verzocht om openbaarmaking van e-mails, inclusief bijlagen, die zich bevinden in de gemaakte e-mail back-ups van 2019 en 2020 uit de mailboxen van medewerkers van verweerder die toezien op klachten over [naam 1] en [naam 2] . Eiser noemt daarbij, maar niet uitputtend, de e-mailboxen van [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] .
2.2.Deze aanvraag is door de korpschef afgewezen wegens misbruik van recht. Dit heeft in beroep geen stand gehouden.
2.3.De korpschef heeft vervolgens bij besluiten van 22 juni 2021 en 22 juli 2021 nieuwe besluiten op bezwaar genomen en daarbij van de aangetroffen 67 documenten, de openbaarmaking (gedeeltelijk) geweigerd of toegekend. Ten aanzien van een deel van de documenten heeft de korpschef de openbaarmaking geweigerd omdat deze zich bevinden onder de secretaris van de politie klachtencommissie, die in die hoedanigheid niet werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van de politie. Bij uitspraak van 18 juli 2022heeft deze rechtbank geoordeeld dat dit terecht was. Hiertegen is door geen van de partijen hoger beroep ingesteld.
Onderhavig Woo-verzoek en beroep niet tijdig beslissen
3.
3.1.Eiser heeft vervolgens vanwege voornoemde uitspraak op 26 juli 2022 bij de politie Noord-Holland (opnieuw) een Woo-verzoek ingediend. Eiser heeft daarbij – voor zover van belang – aangegeven zijn eerdere Wob-verzoek te herhalen, nu specifiek ook gericht aan de klachtencommissie en de bezwaarcommissie. Eiser verzoekt om digitale afschriften van alle documenten en uitgewisselde berichten, waaronder zeker e-mails
– inclusief bijlages – van medewerkers van de klachtencommissie en bezwaarcommissies inclusief de secretarissen en contactpersonen van de politie, die toezien op de klachten over [naam 1] en [naam 2] .
3.2.Op 28 juli 2022 is de ontvangst van eisers verzoek bevestigd en aangegeven dat de beslistermijn wegens de omvang van het verzoek wordt verlengd en uiterlijk op 6 september 2022 zal worden beslist.
3.3.Op 11 oktober 2022 heeft eiser de politie Noord-Holland, ter attentie van hun klachten- en bezwaarcommissie, in gebreke gesteld en een termijn van twee weken gegeven om op zijn verzoek te beslissen.
3.4.Op 27 oktober 2022 heeft eiser beroep ingesteld bij deze rechtbank in verband met het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek.
3.5.Bij uitspraak van deze rechtbank van 27 maart 2023is eisers beroep kennelijk gegrond verklaard. Voor zover van belang is de korpschef van de politie opgedragen binnen een termijn van twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen. De rechtbank bepaalt verder dat verweerder een dwangsom van € 100,- verbeurt voor elke dag waarmee de hiervoor genoemde termijn wordt overschreden, met een maximum van
€ 15.000,-. Verweerder dient het betaalde griffierecht ten bedrage van € 184,- aan eiser te vergoeden.
Primaire besluit op eisers Woo-verzoek
4. Op 14 augustus 2023 heeft verweerder vervolgens op eisers Woo-verzoek beslist. Aangegeven is dat de stukken zijn geïnventariseerd en dat daarvan een lijst is opgesteld. Besloten is om deels aan eisers verzoek tegemoet te komen en de informatie waarom is verzocht gedeeltelijk openbaar te maken. Op grond van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, h en i, van de Woo, artikel 5.1, vijfde lid, van de Woo en artikel 5.2, eerste lid, van de Woo zijn 25 documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt en 11 documenten zijn in het geheel niet openbaar gemaakt.
Bezwaarschrift
5. Eiser stelt zich in bezwaar allereerst op het standpunt dat verweerder hem gelet op de uitspraak van deze rechtbank van 27 maart 2023 inzake HAA 22/5411 een dwangsom verschuldigd is en het griffierecht nog moet worden vergoed. Daarnaast stelt hij
– samengevat – dat de documenten 1A, 1B, 2, 3, 5, 6, 7, 8 en 38 ten onrechte in het geheel niet openbaar gemaakt zijn. Volgens eiser is er geen reden tot integrale weigering. Hij stelt verder op grond van artikel 5.5 van de Woo recht te hebben om inzage in de documenten te krijgen. De documenten zijn hem bovendien per post verstuurd terwijl hij om digitale afschriften heeft verzocht. Dit is volgens hem in strijd met artikel 4.5 van de Woo.
Bestreden besluit
6. Verweerder heeft het primaire besluit bij het bestreden besluit herroepen in die zin dat de documenten 2 en 3 (een gedeelte van de correspondentie tussen de leden van de klachtencommissie onderling en met de secretaris) alsnog gedeeltelijk openbaar gemaakt zijn omdat deze geen persoonlijke beleidsopvattingen bevatten. Er is een nieuwe inventarislijst opgemaakt. Daarnaast heeft verweerder per document dat niet openbaar is gemaakt aangegeven waarom dat niet het geval is en waarom het ook niet aan eiser is verstrekt. Verder klopt het volgens verweerder dat eiser de stukken ten onrechte niet digitaal heeft ontvangen. Dit is door verweerder hersteld.