Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De relevante schriftelijke stukken
- een authentiek afschrift van het in de Spaanse taal gestelde (en in het Nederlands vertaalde) aanhoudingsbevel met betrekking tot de opgeëiste persoon, van de rechter van de deelstaat Baja California Sur, verbonden aan het gerechtelijk arrondissement La Paz van 22 november 2023, betrekking hebbende op het feit waarvoor de uitlevering wordt gevraagd;
- een uiteenzetting van het feit waarvoor de uitlevering wordt gevraagd;
- een overzicht van de toepasselijke rechtsvoorschriften;
- gegevens ter vaststelling van de identiteit van de opgeëiste persoon;
- informatie betreffende het verloop van de verjaringstermijn.
- een proces-verbaal van voorlopige aanhouding van de opgeëiste persoon ex artikel 14, tweede en derde lid, van de Uitleveringswet (hierna: UW) van 18 december 2024;
- een bevel tot inverzekeringstelling van de opgeëiste persoon ex artikel 14, derde lid, UW van 18 december 2024;
- een bevel tot bewaring van de opgeëiste persoon ex artikel 15 UW van 20 december 2024;
- een bevel tot voortzetting van de vrijheidsbeneming van de opgeëiste persoon ex artikel 22 UW van 18 maart 2025;
- de vordering van de officier van justitie zoals bedoeld in artikel 23, eerste lid, UW van 18 maart 2025;
- een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 19 december 2024, betreffende de opgeëiste persoon;
- de door de officier van justitie ter zitting van 8 september 2025 overgelegde schriftelijke samenvatting van de opvatting van de officier van justitie zoals bedoeld in artikel 26, tweede lid, UW;
- de pleitnotities van de raadslieden van de opgeëiste persoon, overgelegd ter zitting op 8 september 2025.
2.Het onderzoek ter zitting
3.De beoordeling van de toelaatbaarheid van de gevraagde uitlevering
een uiteenzetting van de feiten waarvoor de uitlevering wordt gevraagd, met een zo nauwkeurig mogelijke vermelding van de tijd en de plaats waarop deze zijn begaan”. De rechtbank is van oordeel dat de omschrijving van het feit voldoet aan deze eisen. Uit de feitenomschrijving zoals genoemd in het arrestatiebevel volgen immers de pleegplaats en pleegdatum (evenals de rol van de opgeëiste persoon en de identiteit van de andere betrokkenen). Dat in de stukken zowel over onttrekking als over ontvoering wordt gesproken, maakt het voorgaande niet anders. De rechtbank overweegt daartoe dat het proces zich nog in een vervolgingsstadium bevindt.
kanhebben gepleegd. Het moet dus gaan om evidente onschuld.
4.De toepasselijke verdrags- en wetsartikelen
- de artikelen II, III, IV, VIII en IX van het Uitleveringsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Mexicaanse Staten (Mexico);
- artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht.
5.De beslissing.
toelaatbaarde uitlevering aan de autoriteiten van Mexico van
[de opgeëiste persoon]ter strafvervolging ter zake van het in het uitleveringsverzoek vermelde feit.