Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De vordering
Tussen partijen is online een huurovereenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan Grover aan de gedaagde partij een product heeft verhuurd en in huur heeft afgestaan tegen een periodiek te betalen huurprijs. Op deze huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van Grover van toepassing. Omdat de bestelknop niet voldoet aan het bepaalde in artikel 6:230v lid 3 BW, vernietigt Grover de overeenkomst althans verzoekt zij de kantonrechter daartoe over te gaan, waardoor verdere toetsing aan de (pre)contractuele informatieplichten niet aan de orde is. Zonder overeenkomst houdt de consument het product onrechtmatig onder zich: hij moet het dan ook teruggeven. Voor het gebruik is de consument een gebruiksvergoeding (gelijk aan de huurprijs) verschuldigd aan Grover. Als afgifte van het product ook na het vonnis uitblijft heeft Grover recht op schadevergoeding (ter hoogte van de productwaarde) als gevolg van wanprestatie dan wel onrechtmatige daad dan wel ongerechtvaardigde verrijking dan wel onverschuldigde betaling.