Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Supershortlease
1.De verdere procedure
2.De beoordeling
€ 3.877,63, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de proceskosten.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 oktober 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Huurmij B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door ACCS Gerechtsdeurwaarders B.V., vordert betaling van een bedrag van € 3.877,63, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de kantonrechter ambtshalve moet toezien op de naleving van de wettelijke precontractuele informatieplichten zoals vastgelegd in artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat zij de gedaagde partij voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst heeft geïnformeerd over de voorwaarden voor het opzeggen van de overeenkomst, die automatisch wordt verlengd. Dit leidt tot de conclusie dat er een schending van de informatieplichten heeft plaatsgevonden, waarvoor de kantonrechter passende maatregelen zal nemen.
Daarnaast heeft de kantonrechter de algemene voorwaarden van de eisende partij getoetst op oneerlijke bedingen. Het incassokostenbeding in de algemene voorwaarden is vooralsnog als oneerlijk beoordeeld, evenals een vergelijkbaar beding in de BOVAG-voorwaarden. De kantonrechter heeft de eisende partij de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze voorlopige oordelen. De verdere procedure is aangehouden, en de zaak is verwezen naar de rol van 19 november 2025 voor een nadere behandeling.