ECLI:NL:RBNHO:2025:12613

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 november 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
11744104 CV EXPL 25-3694
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige hinder door buren

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagden] over vermeende onrechtmatige hinder. [eiser] vorderde schadevergoeding van € 4.267,00 wegens geluidshinder veroorzaakt door de kleinkinderen van [gedaagden] en andere bezoekers. De procedure omvatte een dagvaarding, een conclusie van antwoord, een tussenvonnis en een mondelinge behandeling. De rechter oordeelde dat [eiser] onvoldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat er sprake was van onrechtmatige hinder in de zin van artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter stelde vast dat de overlast die [eiser] ervoer, niet de hoge lat van onrechtmatige hinder kon halen. De rechter merkte op dat geluidshinder deels subjectief is en dat objectieve geluidsmetingen noodzakelijk zijn om de overlast vast te stellen. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van € 677,00. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij claims van onrechtmatige hinder en de rol van buurtbemiddeling in dergelijke geschillen.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11744104 \ CV EXPL 25-3694
Vonnis van 5 november 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. M.T.W. Wijling,
tegen

1.[gedaagde 1],

te [plaats],
2.
[gedaagde 2],
te [plaats],
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden],
gemachtigde: mr. T.C. Cijntje.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- het tussenvonnis waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
- het bericht van 23 september 2025 met producties van [eiser]
- de mondelinge behandeling van 6 oktober 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] huurde sinds 4 april 2017 de woning aan de [adres 1] te [plaats]. [gedaagden] huren de woning aan de [adres 2]. [eiser] en [gedaagden] zijn elkaars directe buren en huren beiden van Woningbedrijf Velsen. De kleinkinderen van [gedaagden] zijn een groot deel van de week bij hen in de woning.
2.2.
[eiser] heeft overlast ervaren van [gedaagden]. Zij heeft een logboek bijgehouden van alle door haar ervaren overlast en camera’s opgehangen. Door de jaren heen zijn partijen niet in staat geweest een oplossing voor hun conflict te vinden.
2.3.
Op 24 mei 2024 heeft een buurtbemiddelingsgesprek plaatsgevonden met als doel de gemoederen te temperen en een duurzame oplossing met elkaar te vinden. Partijen hebben daarbij, onder meer, afgesproken dat bij klachten niet direct de politie wordt gebeld, maar zij met elkaar in gesprek gaan.
2.4.
Op 23 september 2024 heeft Woningbedrijf Velsen aan de gemachtigde van [eiser] bericht:
“1. Er is onvoldoende aantoonbaar gebleken dat er sprake is van overlast. Mogelijk is wel sprake van last en hinder van leefgeluiden, maar dat hebben buren van elkaar te dulden.
(…)
2. Er is geen melding gedaan bij de politie bij elk moment dat er sprake van overlast zou zijn tijdens de avond of nachtelijke uren. Met als uitzondering een incident waarbij op straatniveau sprake was van bedreiging. Van politieconstateringen is dus verder geen sprake. Woningbedrijf Velsen heeft de overlast ook nooit geconstateerd.
3. Er is, anders dan u in uw brief meldt, geen logboek aangeleverd bij Woningbedrijf Velsen.
(…)
5.Het gedrag van de familie [eiser] zorgt voor conflict (…) Bij de buren heeft het opzettelijk filmen ook geleid tot boosheid en onbegrip. (…)
3. Buurtbemiddeling is door de familie [eiser] onderbroken door zich niet aan de afspraken te houden en zich tijdens het proces te wenden tot een advocaat.
(…)
6. Een groot deel van de bij Woningbedrijf Velsen gemelde situaties of gedeelde bestanden gaan over opvoegkundige kwesties en is geadviseerd te melden bij Veilig Thuis of de politie ook als de omstandigheden zich voordien in huiselijke kring of in de openbare ruimte. Deze meldingen zijn niet voor het Woningbedrijf.
(…)
Op basis van de gesprekken met de familie [eiser] en de buren is vastgesteld dat de ervaren overlast gezien kan worden als last en hinder en een 1-op-1 situatie. Woningbedrijf Velsen kan vooralsnog niet vaststellen dat een van de beide buren de overhand heeft in het geschil dat ogenschijnlijk ontstaan is. De situatie is echter niet oplosbaar gebleken met de al ingezette Buurtbemiddeling en gesprekken met de wijkagent en woonconsulent. Woonbedrijf Velsen denkt echter dat als beide buren elkaar gewoon met rust laten er prima als buren naast elkaar gewoond kan worden.
(…)
Aan een eventuele geluidsmeting, zoals u voorstelt, zullen wij meewerken. Wij zijn bereid om een partij in te schakelen. De kosten zijn dan echter wel voor de huurder. Als uit het onderzoek zou blijken dat er aantoonbaar overlast geconstateerd wordt die aangemerkt kan worden als structureel en ontoelaatbaar dan zal Woningbedrijf Velsen de kosten alsnog op zich nemen. Woningbedrijf Velsen verneemt graag of mevrouw [eiser] hiervoor open staat.”
2.5.
Op 18 november 2024 is op verzoek van Woningbedrijf Velsen de technische staat van de trap in de woning van [gedaagden] onderzocht. Een medewerker van Woningbedrijf Velsen heeft verklaard:
Uw trappen zijn technisch in orde
Zowel de trap van de begane grond naar de eerste etage als de trap van de eerste etage naar de tweede etage vertonen geen gebreken. Er is geen harder geluid waargenomen dan normaal. Ook zijn er geen piepende en krakende geluiden vastgesteld. Wij beschouwen de trap als technisch in orde.
(…)
Geluidshinder van de trap of andere (harde) materialen
(…)
Samen met u controleerden wij of de meubels contact maken met de wand. Dat is niet het geval. Hierdoor is het niet mogelijk dat deze contactgeluid verspreiden. (…) Om vast te stellen waar de geluidsoverlast vandaan komt, belden wij aan bij uw buurvrouw. Helaas werd niet opengedaan.
(…)
Buurtonderzoek
(…)
Tot een jaar geleden werd door meer buren overlast ervaren. Uit buurtonderzoek komt naar voren dat de geluidsoverlast met name veroorzaakt werd door:
  • Luidruchtige volwassenen
  • Veel visite
  • Luid spelende of schreeuwende kinderen
(…) Sinds een jaar wordt er geen overlast meer geconstateerd. Woningbedrijf Velsen ontving meerdere videofragmenten. Die geven weer dat er mogelijk problemen zijn in de opvoedsfeer van de kleinkinderen en dat er zo nu en dan (niet structureel) meerdere volwassenen iets luidruchtiger zijn dan normaal.
(…)
Hoe nu verder?
(…)
  • Ook raden wij aan de door u geopperde stoffen traptegels aan te brengen. (…)
  • Wij willen u vragen om in gesprek te gaan met uw kinderen en kleinkinderen. Een reden van het ervaren van hinderlijke leefgeluiden kan zijn dat er veel mensen gelijktijdig aanwezig zijn in de woning. Het is aan u om met iedereen af te gaan spreken, dat zij langs mogen komen, op visite mogen zijn, mogen logeren, maar dat dit niet betekent dat zij luidruchtig zijn en overlast geven.
(…)
Voorkom (juridische) stappen
Wij maken u erop attent dat als uw (klein)kinderen en visite zich niet gaan aanpassen en de bovengenoemde stappen niet tot verbetering leiden de kans bestaat dat Woningbedrijf Velsen (juridische) stappen tegen u gaat ondernemen.
2.6.
Eind mei 2025 is [eiser] verhuisd naar een andere woning.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – voor recht te verklaren dat [gedaagden] onrechtmatig hebben gehandeld door hinder te hebben veroorzaakt jegens [eiser] en vordert betaling van € 4.267,00 aan schadevergoeding.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag dat sprake is van onrechtmatige hinder als bedoeld in artikel 5:37 Burgerlijk Wetboek (BW) in de vorm van met name geluidshinder. De kleinkinderen van [gedaagden] zijn sinds 2023 zeer regelmatig in de woning aanwezig en zorgen voor (geluids)hinder en ongewenst gedrag naar [eiser] en haar gezin toe. Ook zijn familieleden en vrienden tot ’s avonds laat binnen en in de tuin van [gedaagden] met geluidshinder tot gevolg. Zowel [eiser] als haar kinderen hebben hier medische klachten aan overgehouden. De overlast en daarmee het gederfde woongenot doet zich doorgaans, doch niet uitsluitend, in de weekenden voor. Uitgaande van 8 weekenddagen per maand berekent [eiser] haar schade wegens gemist woongenot over een periode van 23 maanden op € 4.267,00. [eiser] heeft (ook na de verhuizing nog) belang bij de gevraagde verklaring voor recht omdat zij hiermee Woningbedrijf Velsen wenst aan te spreken op haar (gebrek aan) actie op haar meldingen over door [gedaagden] veroorzaakte overlast.
3.3.
[gedaagden] betwisten dat sprake is van onrechtmatige hinder. Er is (enkel) sprake van leefgeluiden die buren van elkaar hebben te dulden; van structurele ruzies is geen sprake en de trap is technisch in orde bevonden. Daarnaast heeft [eiser] onvoldoende bewijs geleverd voor haar stellingen. Het door [eiser] bijgehouden logboek kan niet als bewijs dienen en de gedocumenteerde klachten komen niet overeen met het beeld- en geluidmateriaal. [eiser] draagt daarnaast zelf bij aan het conflict door camera’s op te hangen en zij werkt niet mee aan het buurtbemiddelingstraject. Voor zover wel sprake zou zijn van onrechtmatige hinder, is de gestelde gezondheidsschade niet vast komen te staan. De in het geding gebrachte medische verklaring is eenzijdig en niet verifieerbaar. [gedaagden] betwisten tot slot de wijze waarop de hoogte van de schade wegens gemist woongenot is berekend.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de beoordeling of [gedaagden] onrechtmatige hinder hebben veroorzaakt, geldt dat de eigenaar of huurder [1] van een erf niet in een mate of op een wijze die onrechtmatig [2] is, aan de eigenaar of huurder [3] van een ander erf hinder mag toebrengen [4] . Het antwoord op de vraag of het toebrengen van hinder onrechtmatig is, is afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval waaronder de plaatselijke omstandigheden [5] . Dat betekent dat niet iedere vorm of mate van hinder per definitie onrechtmatig is. Een zekere mate van door een ander veroorzaakte hinder moet worden geduld. Daarnaast is geluidshinder en -overlast deels een subjectieve beleving en kan dit daarom in de regel alleen worden vastgesteld aan de hand van objectieve geluidsmetingen, bij voorkeur uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige.
4.2.
[gedaagden] hebben gemotiveerd betwist dat sprake is van onrechtmatige geluidshinder. Het ligt dan ook op de weg van [eiser] om voldoende te stellen, en zo nodig te bewijzen dat sprake is van zodanige ernstige geluidsoverlast door [gedaagden] dat die geluidsoverlast als onrechtmatig moet worden aangemerkt.
4.3.
[eiser] heeft ten bewijze van haar stellingen een eigen logboek, diverse film- en geluidsfragmenten en verklaringen van haar zoon en ex-partner in het geding gebracht.
Uit de verklaringen van [eiser], haar kinderen en haar ex-partner blijkt dat overlast ervaren is, maar dat is op zichzelf onvoldoende om te concluderen dat sprake is geweest van onrechtmatige hinder. Ook het logboek kan niet als voldoende bewijs dienen voor de gestelde overlast omdat het geen controleerbare, onpartijdige of objectieve informatie bevat. Daarnaast heeft de kantonrechter vastgesteld dat de daarin genoemde data grotendeels niet corresponderen met de datering van de in het geding gebrachte film- en geluidsfragmenten. Overtreding van geluidsnormen en daarmee geluidshinder is in beginsel het beste vast te stellen door geluidsmetingen van een deskundige, maar het bewijs kan ook op andere manieren worden geleverd, zoals door eigen opnames. De geluidsfragmenten van [eiser] zijn echter van te beperkte kwaliteit en het is veelal niet duidelijk waar de geluidsfragmenten zijn opgenomen. Het kan immers groot verschil uitmaken of de fragmenten binnen, midden in de tuin of vlak bij de schutting zijn opgenomen. Gelet hierop kan de kantonrechter niet vaststellen of de waargenomen geluiden zodanige overlast geven dat sprake is van onrechtmatige hinder. Het aanbod van [eiser] ter zitting om nog meer fragmenten of toelichtingen in het geding te brengen wordt gepasseerd omdat dit te laat is. Het had op haar weg gelegen om die fragmenten bij dagvaarding of voorafgaand aan de zitting in het geding te brengen. Bovendien heeft [eiser] niets aangevoerd op grond waarvan kan worden aangenomen dat de aangeboden extra fragmenten van betere kwaliteit zijn dan de reeds ingebrachte fragmenten. Ook om die reden wordt aan het aanbod voorbijgegaan.
4.4.
[eiser] heeft verder nog aangevoerd dat de onrechtmatige hinder niet alleen uit geluidsoverlast bestond. Zij stelt dat er geen normaal gesprek meer te voeren viel met [gedaagden], dat sprake was van een vijandige sfeer, dat er werd gevloekt en gescholden en dat de kleinkinderen van [gedaagden] in het voorbijlopen hun middelvinger naar [eiser] opstaken en hun tong uitstaken. Ook hiermee heeft [eiser] echter niet voldoende onderbouwd dat sprake is van onrechtmatige hinder tussen buren. De kantonrechter stelt vast dat tussen partijen ontstane conflict steeds heviger is geworden. Daarbij heeft ook het gedrag van [eiser], waaronder het veelvuldig filmen en maken van geluidsopnamen, een rol gespeeld. Op de door [eiser] aangeleverde beelden is inderdaad meermaals te zien dat de kleinkinderen van [gedaagden] zich denigrerend uitlaten richting [eiser]. Hoe ongepast dit ook is, en hoezeer dit [eiser] begrijpelijkerwijs ook raakte, is het niet voldoende om te kunnen spreken van onrechtmatig gedrag.
4.5.
De conclusie is dat [eiser] niet aan haar stelplicht (
LM: OF GAAT HET OM BEWIJSLAST?) heeft voldaan. Zij heeft niet voldoende onderbouwd dat sprake is van ernstige, structurele en objectiveerbaar overlast. De vorderingen van [eiser] worden daarom afgewezen.
4.6.
Dit wil niet zeggen dat [eiser] geen last heeft gehad van het gedrag van [gedaagden]. Uit de stukken en uit wat ter zitting is besproken, is duidelijk geworden dat [eiser] en haar gezin (ook al zijn zij wellicht wat gevoeliger voor geluid) wel degelijk overlast hebben ervaren van het gedrag en de manier van leven van [gedaagden], Ook is een beeld ontstaan dat [gedaagden] de kleinkinderen onvoldoende terecht wijst op hun gedrag, veelvuldig (te)veel mensen over de vloer heeft en weinig rekening heeft gehouden met [eiser]. Zij lijken niet in te (willen) zien dat hun gedrag anderen kan storen. Zoals hiervoor al geoordeeld is hetgeen [eiser] naar voren heeft gebracht echter niet voldoende om de hoge lat van onrechtmatige hinder te kunnen halen.
4.7.
Ten overvloede merkt de kantonrechter op dat, ook als [eiser] hieraan wel had voldaan, de vordering niet kan worden toegewezen omdat het causale verband tussen de hinder en de gezondheidsklachten van [eiser] niet vast is komen te staan. De verklaring van de huisarts is (alleen) opgesteld ten behoeve van een urgentieverklaring voor een andere woning. Dit is niet gelijk te stellen met een medische verklaring of diagnose en hieruit kan niet zonder meer geconcludeerd worden dat de klachten (direct) voortvloeien uit de situatie met [gedaagden].
4.8.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [gedaagden] hebben geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal [eiser] niet worden veroordeeld tot betaling van de betekeningskosten. De proceskosten van [gedaagden] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
- nakosten
135,00
Totaal
677,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 677,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2025.

Voetnoten

2.In de zin van artikel 6:162 BW
4.Ingevolge artikel 5:37 BW