In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 13 november 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een uitkeringsspecificatie die op 28 mei 2024 was verstrekt, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank oordeelt dat het beroep wegens het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk is, omdat het college inmiddels een besluit had genomen. Tevens wordt geoordeeld dat het college het bezwaar tegen de uitkeringsspecificatie terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep tegen het besluit is ongegrond. De rechtbank legt uit dat de uitkeringsspecificatie geen zelfstandig besluit is, maar een herhaling van een eerder besluit van 21 november 2023, waarin eiser was geïnformeerd over de terugbetaling van een lening. De rechtbank wijst erop dat er geen rechtsbescherming mogelijk is tegen de inhouding van het vakantiegeld, omdat dit al in het eerdere besluit was aangekondigd. Eiser krijgt wel een vergoeding van zijn proceskosten, maar het griffierecht wordt niet vergoed.