Beoordeling van het geschil
Het belang van gegevenselement ‘waarde van de goederen’ in de vergunning
20. Eiseres betoogt dat de in de vergunning vermelde waarde niet van belang is en dat alleen de hoeveelheid van de te veredelen goederen betekenis heeft. Dit omdat ethylalcohol bij invoer niet wordt belast naar de douanewaarde maar naar een specifieke heffing per hectoliter. Ook heeft de waarde bij de aanvraag en goedkeuring van de vergunning AV volgens eiseres geen rol gespeeld. Verweerder houdt vast aan het belang van de in de vergunning AV opgenomen douanewaarde.
21. Op grond van artikel 211 van het DWU is een vergunning van de douaneautoriteiten vereist voor het gebruik van de regeling AV. Deze vergunning moet voldoen aan de bij Bijlage A van de GVo. DWU gestelde voorschriften en de daarop gegeven toelichting. De waarde van de goederen staat genoemd als gegevenselement dat in een aanvraag voor een vergunning AV en een vergunning AV moet worden opgenomen (zie nader overweging 22). In de vergunning van eiseres wordt aldus onder andere vastgesteld wat de maximale hoeveelheid én wat de maximale waarde is van de goederen die onder de desbetreffende regeling AV kunnen worden geplaatst. De in de vergunning vermelde waarde bepaalt de bovengrens waarvoor de goederen onder de regeling mogen worden geplaatst en bepaalt daarmee (mede) de reikwijdte van de vergunning AV. Nu deze maximale waarde in de vergunning is opgenomen, is zij van betekenis. Dit wordt niet anders in het geval dat sprake is van specifiek belaste goederen.
22. De stelling van eiseres dat in bijlage 71-06 bij de GVo. DWU, onder letter d, is vermeld dat naast het percentage invoerrechten, (slechts) in voorkomend geval de douanewaarde verstrekt moet worden, maakt dit niet anders. Titel II “Codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aanvragen en beschikkingen” van Bijlage A van de Uitvoeringsverordening EU (nr. 2015/2447) bepaalt dat de aanvraag of vergunning voor het gebruik van de regeling actieve veredeling Code “IPO” heeft met bijbehorend opschrift van de kolom in bijlage A bij de GVo. DWU: “8a”. Bijlage A, titel I, van de GVo. DWU bevat de bij de aanvraag en vergunning voor het gebruik van de regeling actieve veredeling in de aanzuiveringsafrekening te verstrekken inlichtingen. Voor regeling 8a (de vergunning AV, code IPO) staat in de rij van het gegevenselement “waarde van de goederen” de letter A, wat betekent: “Verplicht: gegevens die door elke lidstaat worden verlangd”. In het geval van eiseres is in de vergunning de maximale waarde van de onder de regeling AV te brengen goederen dus verplicht opgenomen.
23. Het betoog van eiseres dat de waarde geen risico vormt voor de vergunning, omdat een hogere waarde wordt belast met een navenant hoger bedrag aan invoerrechten en dit niet een risico maar juist een voordeel voor de Europese Unie oplevert, slaagt niet. Het belang van de vergunning is niet gelegen in het betalen van zo hoog mogelijke invoerrechten, maar (onder andere) in het waarborgen van douanetoezicht. Juist bij een vergunning als de vergunning AV is een waarborg voor het uitoefenen van douanetoezicht nodig omdat aanwezigheid in het douanegebied van de Unie van nietUniegoederen het risico oplevert dat deze goederen terechtkomen in het economische circuit van de lidstaten zonder dat invoerrechten worden betaald. Het gaat niet om een economisch “voordeel” voor de Europese Unie.
Overschrijding van de in de vergunning vermelde waarde?
24. Eiseres betwist niet dat zij tot en met 31 juli 2023 een hoeveelheid van 113.570.073,91 liter ethylalcohol onder haar vergunning AV heeft geplaatst met een totale douanewaarde van € 65.204.124,64.
25. Zij betoogt echter dat in haar vergunning AV een te lage waarde is opgenomen. Bij 50.000 metric ton oftewel 150.000.000 kilo per jaar (wat volgens eiseres overeenstemt met 189.000.000 liter per jaar) hoorde ten tijde van de aanvraag een werkelijke waarde van € 67.500.000. Deze waarde had in de vergunning moeten staan en verweerder had deze waarde ambtshalve kunnen aanpassen. Verweerder heeft immers een rekenfout gemaakt bij de vergunningverlening omdat hij, bij afronding van de hoeveelheid ethylalcohol naar boven, niet ook de waarde van de ethylalcohol naar boven heeft afgerond. Verweerder gaat volgens eiseres dan ook ten onrechte uit van de waarde die in de vergunning is opgenomen.
26. De rechtbank stelt voorop dat in de vergunning de waarde is opgenomen die eiseres zelf heeft opgegeven. Zij heeft ter waarde van € 65.034.440 aangevraagd en er is een waarde van € 65.035.000 vergund. Wanneer zij het niet eens was geweest met deze waarde, had zij daartegen rechtsmiddelen kunnen aanwenden. Ook had zij om wijziging van de vergunning kunnen vragen om zo een hoger maximum aan waarde van de te veredelen ethylalcohol te bewerkstelligen. Eiseres heeft gedurende de looptijd van de vergunning verschillende malen om wijziging verzocht met betrekking tot andere elementen van de vergunning (zie overwegingen 4 en 5) en deze verzoeken zijn ook gehonoreerd. Zij heeft echter geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om wijziging van de waarde te verzoeken. Dit is haar eigen keuze geweest, die voor haar rekening dient te blijven. Verweerder was er niet toe gehouden ambtshalve de waarde van de onder de regeling AV te brengen ethylalcohol op te hogen.
27. Eiseres stelt verder dat zij binnen de reikwijdte van de vergunning AV is gebleven wanneer de waarden van de haar vergunde ethylalcohol en screenwash bij elkaar worden opgeteld. Een dergelijke optelling doet echter geen recht aan het systeem van de vergunning AV, waarin, als sprake is van verschillende goederen, per goed wordt aangeduid wat de maximale waarde van de goederen is die onder de vergunning AV kan worden gebracht. De waarde van de screenwash kan dus niet meegenomen worden bij het bepalen van de waarde van de ethylalcohol die onder de regeling is gebracht. Ook de stelling van eiseres dat de waarde van de in de tank achterblijvende screenwash bij de waarde van de maximaal onder de vergunning AV te brengen ethylalcohol moet worden opgeteld, waardoor de maximale waarde voor de te veredelen ethylalcohol € 72.092.025 zou zijn, slaagt niet. Eiseres heeft, blijkens haar aangiften, tot en met 31 juli 2023 daadwerkelijk een hoeveelheid van 113.570.073,91 liter ethylalcohol onder de vergunning AV geplaatst met een totale douanewaarde van € 65.204.124,64. Er is geen aanleiding de waarde van “achtergebleven screenwash” bij de waarde van de ethylalcohol op te tellen.
28. Eiseres heeft een vergunning AV. Haar is vergund ethylalcohol onder de regeling AV in te voeren naar een maximale douanewaarde van € 65.035.000.
29. Vergunninghouders dienen zich strikt te houden aan de voorwaarden van hun vergunningen (vergelijk de twee arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 september 2012, nr. C-262/10, Döhler Neuenkirchen GmbH, r.o. 41 en nr. C-28/11, Eurogate Distribution GmbH, r.o. 32). De gevolgen die bedrijven ondergaan bij niet-nakoming van hun verplichtingen, moeten strikt worden uitgelegd (zie het arrest van het Hof van Justitie van 14 januari 2010, Terex Equipment Ltd e.a., C-430/08 en C-431/08, punt 42).
30. Voor de maand juli 2023 heeft verweerder geconstateerd dat meer ethylalcohol voor de regeling AV was aangegeven dan de maximaal toegestane douanewaarde in de vergunning AV. Goederen kunnen slechts onder de vergunning AV worden gebracht tot de in de vergunning genoemde maxima. Naar het oordeel van de rechtbank betekent deze constatering van verweerder in beginsel dat een douaneschuld voor het te veel onder de vergunning gebrachte goederen is ontstaan op het moment van het ten onrechte aangeven van die goederen onder de regeling AV (artikel 79, tweede lid, onder b, van het DWU). Achteraf, namelijk in juli 2023, is gebleken dat niet was voldaan aan een voorwaarde voor de plaatsing onder de regeling AV.
31. Voor een deel van de in juli 2023 voor de regeling AV aangegeven ethylalcohol is in de bezwaarfase echter achteraf (meer achteraf dan juli 2023) gebleken dat deze alsnog onder de regeling kon worden geplaatst, omdat in een eerder stadium (andere) goederen ten onrechte onder de noemer ethylalcohol onder de regeling AV waren geplaatst. Deze laatste aangiften zijn toen uit de aanzuiveringsafrekening met betrekking tot ethylalcohol gefilterd, zodat weer ruimte ontstond binnen de vergunde maximale douanewaarde van ethylalcohol binnen de vergunning AV. Verweerder heeft dit blijkens de uitspraak op bezwaar van 30 oktober 2024 verwerkt in het kader van een verzoek om wijziging van enkele aanzuiveringsafrekeningen en vervolgens de douaneschuld voor de in geding zijnde utb verlaagd naar € 37.663,49.
32. Voor het resterende deel van de ethylalcohol dat eiseres in juli 2023 heeft aangegeven onder de regeling AV, heeft aangifte geleid tot overschrijding van de vergunde maximale douanewaarde in de vergunning AV. Het is niet mogelijk goederen onder de regeling AV te brengen als het maximum aan hoeveelheid (in dit geval gewicht) of waarde van de onder die regeling te brengen goederen is bereikt. Aangifte voor plaatsing van goederen onder de regeling AV, die niet geëffectueerd kan worden omdat de toegestane hoeveelheid of waarde van de desbetreffende vergunning AV is uitgeput, betekent dat de aangifte voor de plaatsing van die goederen onder de regeling AV ten onrechte is geschied. Voor dat “te veel” is een douaneschuld ontstaan op grond van artikel 79, lid 1, aanhef en onder c, van het DWU.
33. Eiseres voert aan dat verweerder een meer menselijke maat had moeten hanteren bij het vaststellen van de douaneschuld. Een oproep van de Europese Commissie om te letten op limieten in vergunningen heeft tot een strengere handhaving van deze limieten geleid. Voorheen was dit niet zo. Dat blijkt ook uit het feit dat de douane vergunninghouders nu expliciet waarschuwt dat zij moeten letten op de in hun vergunningen opgenomen limieten.
34. Naar het oordeel van de rechtbank is het redelijk van verweerder om te controleren op de in de vergunning AV vermelde limieten. Dat de douane bij het handhaven van de wet- en regelgeving voor hoeveelheids- en waarde-overschrijdingen op bepaalde douanevergunningen een knelpunt heeft ervaren en voor de oplossing daarvan onder meer op 1 oktober 2024 een brief aan vergunninghouders heeft gestuurd om hen extra te waarschuwen voor hoeveelheids- en waarde-overschrijdingen van dergelijke vergunningen, laat de bevoegdheid van verweerder om te controleren op het gebruik van een vergunning AV, en om in voorkomend geval vast te stellen dat een douaneschuld is ontstaan vanwege overschrijding van een limiet, onverlet. Anders dan eiseres betoogt, is van strijd met het evenredigheidsbeginsel of van de (overige) algemene beginselen van behoorlijk bestuur geen sprake.
35. Ter zitting heeft eiseres aangevoerd dat de douaneschuld teniet is gegaan op grond van artikel 124, lid 1, letter h, van het DWU omdat het gaat om een verzuim zonder werkelijke gevolgen voor het juiste functioneren van de betrokken douaneregeling. Desgevraagd heeft eiseres gespecificeerd dat volgens haar in de onderhavige zaak sprake is van de situatie als genoemd in artikel 103, onder b, van de GVo. DWU.
36. De rechtbank volgt eiseres daarin niet. Op grond van artikel 103, aanhef en onder b, van de GVo. DWU gaat een douaneschuld teniet in het geval een douaneschuld is ontstaan voor goederen onder een regeling AV overeenkomstig artikel 79, lid 1, aanhef en onder c, van het DWU en deze goederen vervolgens in het vrije verkeer zijn gebracht. Eiseres heeft veredelde screenwash in het vrije verkeer gebracht, niet de te veredelen ethylacohol. Het gaat dus niet om hetzelfde goed.
37. Hetgeen eiseres overigens heeft aangevoerd, kan niet leiden tot een gegrond beroep.