Op 14 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van het gezag van de vader over zijn twee minderjarige kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om het gezag van de vader te beëindigen, omdat de kinderen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2], ernstig in hun ontwikkeling zouden worden bedreigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen te dragen binnen een aanvaardbare termijn. De kinderen hebben een belaste voorgeschiedenis en zijn al lange tijd niet in contact met hun vader, wat hen enige rust heeft gegeven. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de vader onvoorspelbaar en onbetrouwbaar gedrag vertoont, wat schadelijk is voor de kinderen. De rechtbank heeft de beëindiging van het gezag van de vader noodzakelijk geacht, zodat de moeder alleen belast is met het gezag over de kinderen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De rechtbank benadrukt dat de vader altijd de vader van de kinderen zal blijven, ondanks het verlies van zijn gezag.