Op 10 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De rechtbank heeft besloten de ondertoezichtstelling met drie maanden te verlengen, in afwachting van een beslissing op een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot beëindiging van het gezag van de vader. De rechtbank oordeelt dat er nog steeds voldaan is aan de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling, zoals vastgelegd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De minderjarigen hebben een belaste voorgeschiedenis en zijn blootgesteld aan de problemen tussen hun ouders, wat hun ontwikkeling ernstig bedreigt. De rechtbank constateert dat de kinderen behoefte hebben aan een opvoedsituatie met rust en structuur, en dat de huidige situatie nog kwetsbaar is. De vader van de kinderen heeft al bijna drie jaar geen contact meer met hen en de kinderen geven aan geen omgang met hem te willen. De rechtbank benadrukt dat de vader, ondanks zijn liefde voor de kinderen, niet in staat is om hun belangen voorop te stellen en dat zijn persoonlijke problematiek een negatieve invloed heeft op de stabiliteit in het leven van de kinderen. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.