ECLI:NL:RBNHO:2025:3067

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
11502426 CB VERZ 25-9 SZ
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van curatele naar bewind en mentorschap met betrekking tot betrokkene

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 maart 2025 een beschikking gegeven met betrekking tot de omzetting van curatele naar bewind en mentorschap voor betrokkene. De broer van betrokkene, verweerder, heeft verzocht om contact met haar of informatie over haar welzijn. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat dit niet in het belang van betrokkene is. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 20 januari 2025 ter griffie is ingekomen, gevolgd door verschillende stukken, waaronder een brief van de broer van betrokkene en een aanvulling op het verzoek. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 februari 2025 is de situatie van betrokkene besproken, waarbij werd vastgesteld dat zij wegens haar lichamelijke en geestelijke toestand niet in staat is haar belangen te behartigen.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de curatele niet langer nodig is en heeft besloten om de curatele op te heffen. In plaats daarvan is er bewind ingesteld over de goederen van betrokkene en is er een mentorschap benoemd. De kantonrechter heeft Stichting Beheer Privé-Gelden Cliënten Prinsenstichting benoemd tot bewindvoerder en Stichting Mentorschap Noordwest en Midden tot mentor. De kantonrechter heeft ook de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van zowel de bewindvoerder als de mentor vastgesteld op € 660,00 (exclusief btw).

De beslissing van de kantonrechter is dat verzoeker sub 1 niet-ontvankelijk is verklaard in haar verzoek, de ondercuratelestelling van betrokkene is opgeheven, en er is bewind en mentorschap ingesteld ten behoeve van betrokkene. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 11502426 CB VERZ 25-9 SZ
Uitspraakdatum:

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
1. [verzoeker 1] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank en
2. Prinsenstichting,
gevestigd te Purmerend,
hierna ook te noemen verzoekers.
met betrekking tot:
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna te noemen betrokkene.

De procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 20 januari 2025;
  • de brief van [verweerder] , broer van betrokkene (hierna ook te noemen: verweerder), ter griffie ingekomen op 5 februari 2025;
  • een aanvulling op het verzoek, ter griffie ingekomen op 11 februari 2025;
  • de bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder;
  • de bereidverklaring van de voorgestelde mentor.
Op 25 februari 2025 heeft de mondelinge behandeling van het verzoekschrift plaatsgevonden.

Beoordeling

Bij beschikking van de kantonrechter is betrokkene onder curatele gesteld waarbij [curator] , geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedatum] , is benoemd tot curator. [curator] is op [overlijdensdatum] te Schagen overleden.
Thans wordt voorgesteld de curatele om te zetten in onderbewindstelling van alle goederen die betrokkene (zullen) toebehoren, alsmede in een mentorschap ten behoeve van betrokkene. Verzocht wordt om Stichting Beheer Privé-gelden Cliënten Prinsenstichting te benoemen tot bewindvoerder en Stichting Mentorschap Noordwest en Midden tot mentor.
Het verzoek is gebaseerd op de stelling dat betrokkene wegens een lichamelijke en geestelijke toestand, tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle haar belangen behoorlijk waar te nemen. Voorts is aangevoerd dat met de bestaande beschermingsmaatregel de belangen van betrokkene niet op passende wijze worden behartigd.
Verzoeker sub 1 dient in haar verzoek niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu zij niet behoort tot de in art. 1:432 BW juncto art. 1:451 BW genoemde personen, die zich tot de kantonrechter kunnen wenden met voorstaand verzoek.
Tegen het verzoek is verweer gevoerd door [verweerder] , broer van betrokkene. Verweerder wil meer betrokken worden bij het leven van zijn zus. Hij heeft lange tijd in het belang van zijn zus haar niet bezocht. Afspraak hierbij was wel dat hij op de hoogte gehouden zou worden van het wel en wee van zijn zus. Dat is niet gebeurd. Hij is bang dat als [verzoeker 1] tot mentor wordt benoemd, er geen sprake zal kunnen zijn van contactherstel tussen hem en zijn zuster. Hij verzoekt haar daarom niet te benoemen.
De kantonrechter zal [verzoeker 1] niet benoemen alleen al omdat dit niet is verzocht.
Verder verzoekt verweerder bij de benoeming van een mentor te bepalen dat deze mentor gehouden is om hem toe te staan minimaal een keer per maand zijn zus te bezoeken en hem wekelijks op de hoogte te houden door middel van foto’s en uitgebreide informatie over zijn zus middels post of email.
De kantonrechter gaat hier niet in mee. Het mentorschap wordt ingesteld in het belang van betrokkene en niet in het belang van verweerder. Betrokkene functioneert op het niveau van een peuter. Zij mist sinds afgelopen januari haar grote zus. Haar is verteld dat haar zus is overleden en zij nu een sterretje is. Verweerder maakt al bijna 20 jaar geen deel meer uit van haar leven. Dit is destijds een keuze geweest in het belang van betrokkene. Het contact met verweerder veroorzaakte te veel spanning bij betrokkene, hetgeen resulteerde in zelfdestructief gedrag. Aan betrokkene is destijds, door de thans overleden zus die toen haar curator was, verteld dat haar broer was overleden en een sterretje was geworden. Het is niet in het belang van betrokkene dat er contactherstel met verweerder komt. Waarschijnlijk heeft zij geen herinnering meer aan haar broer en als dat wel zo is, is het niet in haar belang om haar de indruk te geven dat sterretjes weer terug naar aarde kunnen keren. Dit zou haar veel stress geven.
Ook het verstrekken van de door verweerder verzochte informatie dient het belang van betrokkene niet.
De kantonrechter is, gelet op de inhoud van de stukken, van oordeel dat curatele niet langer nodig is. De kantonrechter zal dan ook de curatele beëindigen en een bewind en mentorschap ten behoeve van betrokkene instellen. De kantonrechter zal de voorgestelde bewindvoerder en mentor benoemen nu van bezwaren tegen deze benoeming niet is gebleken.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 660,00 (exclusief btw).
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen mentor voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 660,00 (exclusief btw).

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart verzoeker sub 1 niet-ontvankelijk in haar verzoek;
  • bepaalt dat de ondercuratelestelling van [betrokkene] , is opgeheven met ingang van heden;
  • stelt, met ingang van heden, bewind in over de goederen die aan [betrokkene] (zullen) toebehoren wegens haar lichamelijke of geestelijke toestand;
  • benoemt tot bewindvoerder: Stichting Beheer Privé-Gelden Cliënten Prinsenstichting, Kvkno. 41234937, Postbus 123, 1440AC Purmerend;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 660,00 (exclusief btw).
  • stelt tevens, met ingang van heden, een mentorschap in ten behoeve van [betrokkene] ;
  • benoemt tot mentor: Stichting Mentorschap Noordwest en Midden, Kvkno. 37127480, Koningin Wilhelminalaan 3, 3527LA Utrecht;
  • stelt de jaarbeloning van de mentor vast overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de mentor voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 660,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter [1]

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).