ECLI:NL:RBNHO:2025:3817

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
NL:TZ:0000352572:B001
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om beloning voor verhuizing door bewindvoerder

Op 1 april 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers A.C. Lakeman-Kramer en F. Lakeman, beiden vennoot van Lakeman Bewindvoering, een verzoek indienen om een beloning toe te kennen voor de verhuizing van betrokkene. Het verzoek is ontvangen op 3 maart 2025, met nadere informatie op 13 maart 2025. De kantonrechter heeft besloten af te zien van een mondelinge behandeling.

De verzoekers stellen dat de verhuiskostenvergoeding een forfaitair bedrag is dat altijd moet worden toegekend wanneer de bewindvoerder werkzaamheden verricht in verband met een verhuizing. De kantonrechter oordeelt echter dat de werkzaamheden die verzoekers hebben verricht, enkel de standaardtaken van een bewindvoerder betreffen en dat er geen recht op beloning bestaat. Dit is in lijn met artikel 3, vijfde lid, van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren, waarin staat dat een beloning voor verhuizing alleen kan worden toegekend als de rechthebbende zelf niet in staat is om de verhuizing te regelen en er geen mentor aanwezig is.

De kantonrechter wijst ook op een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar gaat hieraan voorbij, omdat hij van mening is dat de administratieve handelingen die een bewindvoerder altijd moet verrichten bij een verhuizing niet onder de werkzaamheden vallen waarvoor de regeling een beloning toekent. Aangezien verzoekers geen andere werkzaamheden hebben gesteld dan de administratieve handelingen, wordt het verzoek afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Toezicht
Locatie Alkmaar
toezichtnummer
:
NL:TZ:0000352572:B001
CBM-nummer
:
BM28531
beschikkingsnummer
:
1
datum
:
1 april 2025
Beschikking van de kantonrechter
op verzoek van:
A.C. Lakeman-Kramer,
en
F. Lakeman,
beiden vennoot van Lakeman Bewindvoering,
Kamer van Koophandel-nummer 82879435,
hierna te noemen: verzoekers,
met betrekking tot:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres],
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoek, ontvangen op 3 maart 2025,
- de nadere informatie, ontvangen op 13 maart 2025.
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

2.Het verzoek

2.1.
Verzoekers verzoeken de kantonrechter om een beloning toe te kennen voor een verhuizing en lichten het verzoek als volgt toe. De verhuiskostenvergoeding is een forfaitair bedrag. Dat wil zeggen dat deze vergoeding altijd moet worden toegekend als de bewindvoerder werkzaamheden heeft verricht in verband met een verhuizing.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van artikel 3, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (hierna: de Regeling beloning) – voor zover hier relevant – kent de kantonrechter naast de jaarbeloning in voorkomende gevallen, in geval er geen mentor is, een forfaitaire beloning toe voor een verhuizing
3.2.
In de artikelsgewijze toelichting bij de Regeling beloning (Staatscourant 2014, nr. 32149, p. 14) staat bij artikel 3, vijfde lid, onder b, vermeld:
“De werkzaamheden in het kader van een verhuizing vallen in beginsel onder de taak van de mentor. Daarom dient een beloning voor werkzaamheden in het kader van een verhuizing alleen te worden toegekend indien de rechthebbende daartoe zelf niet in staat is en er geen mentor is die de verhuizing kan regelen.”
3.3.
In de Aanbevelingen meerderjarigenbewind (vastgesteld op 31 januari 2023) staat in paragraaf C8 over de beloning bij verhuizing vermeld:
“Ten aanzien van de extra beloning in verband met verhuizen geldt dat dit een beloning is voor de inspanningen die een bewindvoerder verricht ten aanzien van de feitelijke verhuizing van de betrokkene. Daarbij kan gedacht worden aan de bewindvoerder die een verhuisbedrijf moet inschakelen, die een schoonmaakploeg moet inhuren en dergelijke, omdat de betrokkene en zijn sociale omgeving of mentor dit niet zelf kunnen regelen. De bewindvoerder moet vermelden waarom de betrokkene dit niet zelf kan. De administratieve werkzaamheden die gepaard gaan met een verhuizing horen tot de normale taak van een bewindvoerder.”
3.4.
Uit bovenstaande blijkt dat de verzochte forfaitaire verhuiskostenvergoeding met name bedoeld is voor werkzaamheden die in eerste instantie door rechthebbende zelf moeten worden uitgevoerd. Als dat niet kan, dan is het aan de mentor en pas als die er niet is, aan de bewindvoerder om de verhuiswerkzaamheden te (laten) verrichten. De uitleg die de verzoekers geven aan de Regeling beloning is niet logisch, want uit de artikelsgewijze toelichting op de Regeling beloning volgt dat de bewindvoerder geen recht heeft op de beloning als er een mentor is die de verhuizing kan regelen. Ook in die situatie moet de bewindvoerder administratieve werkzaamheden rondom de verhuizing verrichten. Het gaat hier kortom dus niet om een beloning voor de administratieve handelingen die een bewindvoerder altijd dient te verrichten als een cliënt verhuist.
3.5.
Verzoekers hebben nog verwezen naar de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 februari 2025 (ECLI:NL:GHARL:2025:563). In deze uitspraak heeft het Hof geoordeeld dat zodra er sprake is van een verhuizing en er geen mentor is die betrokkene bij de verhuizing kon ondersteunen de bewindvoerder de aangewezen persoon is om dat te doen en dat dan de betreffende forfaitaire beloning wordt toegekend.
3.6.
De kantonrechter gaat voorbij aan de uitspraak van het Hof. Anders dan het Hof is de kantonrechter namelijk van oordeel dat de administratieve handelingen die een bewindvoerder altijd dient te verrichten bij de verhuizing van een cliënt (of er nu wel of geen mentor is) vallen onder de standaardwerkzaamheden van een bewindvoerder en daarmee niet onder de werkzaamheden vallen waarvoor de regeling een beloning bij verhuizing toekent.
3.7.
Nu verzoekers geen andere werkzaamheden dan de genoemde administratieve handelingen hebben gesteld, wordt niet voldaan aan voornoemd criterium. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

4.Beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam:
a. door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.