Uitspraak
[bedrijf]
2.De beoordeling
€ 2.240,00, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente en de proceskosten.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 maart 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. O.J. Boeder, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eiser vordert betaling van € 2.240,00, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de handelaar moet voldoen aan de wettelijke precontractuele informatieplichten van artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft ambtshalve de naleving van deze informatieplichten getoetst en vastgesteld dat de eiser voldoende heeft aangetoond dat aan deze plichten is voldaan.
Daarnaast heeft de kantonrechter de algemene voorwaarden van de eiser beoordeeld, met name het incassokostenbeding in artikel 10. Dit beding wijkt ten nadele van de consument af van de wettelijke bepalingen, omdat het geen maximum aan de incassokosten stelt en de kosten al verschuldigd zijn bij het inschakelen van een incassobureau, zonder dat eerst een veertiendagenbrief is verstuurd. De kantonrechter is voornemens om dit beding te vernietigen en de buitengerechtelijke incassokosten af te wijzen. De eiser krijgt de gelegenheid om zich hierover uit te laten. De zaak is aangehouden voor verdere beslissing op 3 april 2025.