Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de ter zitting door Rebll overgelegde producties.
2.Feiten
bovengenoemde’ arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen wanneer hij daarbij een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer daarvoor redelijkerwijs moet wijken.
‘Omdat jij met je huidige werkzaamheden buiten het commissiemodel valt, willen wij jou een bruto kwartaalbonus van € 2.000,00 aanbieden. (..) Indien jij in de toekomst binnen RebLL van functie wijzigt, zal worden bekeken of deze regeling gehanteerd kan blijven.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘bovengenoemde’in de dat wijzigingsbeding). Dat beding heeft dus geen betrekking op de later afzonderlijk overeengekomen bonus.
basissalaris’moet worden betaald en in de brief van 5 september 2018, waarbij de bonusafspraak is bevestigd, niets is vermeld over het doorbetalingspercentage bij ziekte. De kantonrechter volgt dat standpunt niet. Immers, de kwartaalbonus van [eiser] is feitelijk een onderdeel van zijn loon. Op grond van artikel 7:629 lid 1 BW moet bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte gedurende 104 weken 70% van het loon aan de werknemer worden doorbetaald. Het feit dat bij het overeenkomen van de bonus geen afspraak is gemaakt over het uitkeringspercentage bij ziekte maakt dat niet anders. De omstandigheid dat eerder tijdens ziekte wel 100% van de bonus is betaald, leidt er evenmin toe dat de bonus per 1 september 2024 volledig moet worden doorbetaald. Niet gebleken is immers dat aan die eerdere volledige doorbetaling enige wettelijke grondslag of afspraak aan ten grondslag lag. Aan de onverplichte aanvulling tot 100% tijdens die eerdere ziekteperiode kan [eiser] naar het oordeel van de kantonrechter geen rechten ontlenen.