ECLI:NL:RBNHO:2025:4591

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
11467779 \ CV EXPL 24-9034
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst tweedehands auto wegens non-conformiteit en schadeverleden

In deze zaak heeft de kantonrechter te Haarlem geoordeeld over de ontbinding van een koopovereenkomst van een tweedehands auto. De koper, een consument, had de auto gekocht van de verkoper, die bedrijfsmatig handelde. De koper mocht erop vertrouwen dat de verkoper hem correct had geïnformeerd over het schadeverleden van de auto. Na aankoop bleek dat de auto wel degelijk een schadeverleden had, wat leidde tot de buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst door de koper. De kantonrechter oordeelde dat de koper terecht had ontbonden, omdat herstel of vervanging van de auto niet mogelijk was. De vorderingen van de koper om het aankoopbedrag en de keuringskosten terug te vorderen werden toegewezen. De verkoper werd ook veroordeeld tot het vergoeden van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De kantonrechter benadrukte dat de verkoper zijn mededelingsplicht had geschonden door het schadeverleden van de auto te verzwijgen. De uitspraak bevestigt de rechten van consumenten bij non-conformiteit van aangekochte goederen.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11467779 \ CV EXPL 24-9034
Vonnis van 30 april 2025
in de zaak van
[verzoeker]
wonende te [plaats 1]
verzoeker
hierna te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. S. Bayraktar
tegen
[verweerder], mede handelend onder de naam Rijzonderruitschade
wonende te [plaats 2]
verweerder
hierna te noemen: [verweerder]
verschenen in persoon
De zaak in het kort
De koper, een consument, mocht bij de aankoop van de tweedehands auto vertrouwen op de mededeling van de verkoper dat de auto niet eerder schade had gehad. Achteraf bleek de auto wel een schadeverleden te hebben. Koper heeft de koopovereenkomst daarna terecht buitengerechtelijk ontbonden, omdat herstel of vervanging in dit geval niet mogelijk zijn. De vorderingen om het aankoopbedrag en het bedrag van de keuring terug te betalen en medewerking te verlenen aan het wijzigen van de tenaamstelling van de auto worden daarom toegewezen. De kosten voor de na de buitengerechtelijke ontbinding aan de auto ontstane lakschade komen voor rekening en risico van de verkoper. Omdat koper echter heeft gevorderd om de helft van die kosten voor rekening van verkoper te laten komen, wordt op de terug te betalen koopsom de helft van de herstelkosten in mindering gebracht.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties,
- het mondeling antwoord,
- het tussenvonnis van 15 januari 2025,
- de mondelinge behandeling van 2 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de door [verzoeker] op de mondelinge behandeling overgelegde offerte van 1 april 2025.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verweerder] handelt bedrijfsmatig in tweedehands personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s onder de naam Van [bedrijf].
2.2.
Partijen hebben op 12 oktober 2024 een koopovereenkomst gesloten, waarbij [verzoeker] van [verweerder] heeft gekocht een handgeschakelde Opel Corsa 1.2 GS Line (hierna: de auto) met bouwjaar 2022 voor een bedrag van € 15.500,00 inclusief btw. Voorafgaand aan de koop heeft [verzoeker] een proefrit met de auto gemaakt. De auto is op 16 oktober 2024 aan [verzoeker] afgeleverd.
2.3.
Op verzoek van [verzoeker], en na overleg met [verweerder], heeft Motorhuis [plaats 1] op 7 november 2024 de auto onderzocht. In de daarvan opgemaakte rapportage(s) staat onder meer het volgende opgenomen:
“(..)
Klacht klant/constatering
Klant vermoed dat de auto schade heeft gehad
(..)
Oorzaak/Diagnose
Auto heeft links voor schade gehad. Linker koplamp is vervangen door aftermarket en er zijn herstel werkzaamheden zichtbaar.
(..)
Klacht klant/constatering
Klant vermoed dat schade zit aan de versnellingsbak, geen schade zichtbaar
(..)
Oorzaak/Diagnose
De versnellingsbak is mogelijk uit elkaar geweest. Zie kit resten op de foto. Bij stationair toerental is er een tikkend/kloppend geluid hoorbaar. Wanneer de koppeling word ingetrapt is het geluid weg.
(..)
Oplossing
Versnellingsbak splitsen voor verdere diagnose
(..)”
2.4.
In een e-mailbericht van 11 december 2024 schrijft de gemachtigde van [verzoeker] onder andere het volgende aan [verweerder]:
“(..) Namens cliënt ontbind ik hierbij buitengerechtelijke de overeenkomst en breng ik u op de hoogte van het feit dat ik zo spoedig mogelijk een dagvaarding zal opstellen en de zaak op grond van artikel 101 Rv zal aanbrengen bij de rechtbank binnen de woonplaats van cliënt (..)”
2.5.
In een schriftelijke getuigenverklaring van 14 december 2024 verklaart [betrokkene], vader van [verzoeker], als volgt:
“(..) Op12 oktober 2024ben ik samen met mijn zoon (..) gaan kijken naar een Opel Corsa bijVan [bedrijf]in [plaats 3]. De verkoopprijs van de auto was €15.950, all-in, inclusief rijklaar maken en garantie.
(..)
Daarnaast vroeg ik of de auto schade had gehad, waarop de verkoper bevestigde dat dit niet het geval was. Sterker nog, direct naast de auto stond een twee jaar oudere Opel Corsa (model 2020) te koop. De verkoper gaf aan dat deze auto een schadeauto was, waarbij de schade aan de voorkant was ontstaan. Hij noemde dat de reparatie aan deze auto niet goed was uitgevoerd, maar dit was een auto van iemand anders die via Van [bedrijf] werd verkocht. Het feit dat hij openlijk aangaf dat dit een schadeauto was, gaf mij meer vertrouwen.
Na alle informatie hebben wij hem een bod gedaan van €15.000 voor de auto. Dit bod werd in eerste instantie niet geaccepteerd, waarop hij aangaf € 15.500 te willen hebben. Na verdere onderhandeling kwam hij uiteindelijk overeen om de prijs te verlagen naar €15.000, maar dan zonder garantie en onderhoud. Mijn zoon en ik vonden dit niet acceptabel en hebben besloten om de garantie en het afleverpakket inclusief garantie te behouden. (..)”
2.6.
[verweerder] heeft de auto na uitgebreide correspondentie met de gemachtigde van [verzoeker] niet teruggenomen, waardoor [verzoeker] de auto nog onder zich heeft.
2.7.
Op of omstreeks 1 april 2025 is er schade aan de auto ontstaan terwijl deze op de openbare weg stond geparkeerd. ACE Autoservice heeft een offerte van € 1.210,00 inclusief btw uitgebracht voor de aan de auto te verrichten spuit,- en herstelwerkzaamheden.

3.Het geschil

3.1.
[verzoeker] vordert, na vermindering van eis ter zitting, dat de kantonrechter, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I.
Primair: voor recht verklaart dat de koopovereenkomst tussen [verzoeker] en [verweerder] is ontbonden en [verweerder] veroordeelt tot het betalen van een bedrag van
€ 14.895,00 aan [verzoeker];
Subsidiair: de koopovereenkomst vernietigt en [verweerder] veroordeelt tot het betalen van een bedrag van € 14.895,00 aan [verzoeker];
II. [verweerder] veroordeelt tot betaling van € 180,00 aan [verzoeker] voor de keuring van de auto;
III. [verweerder] veroordeelt om medewerking te verlenen aan het op zijn naam c.q. onderneming zetten van de auto, op straffe van een dwangsom van
€ 500,00 per dag dat hij daarmee in gebreke blijft, met een maximum van
€ 20.000,00;
IV. [verweerder] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten zijnde een bedrag van € 930,00;
V. [verweerder] veroordeelt tot betaling van de proces- en nakosten.
3.2.
[verzoeker] legt – kort gezegd - het volgende aan zijn vorderingen ten grondslag. [verzoeker] heeft een auto gekocht van [verweerder] die niet aan de overeenkomst bleek te voldoen. De auto is non-conform omdat deze, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die [verweerder] over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die [verzoeker] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [verzoeker] mocht de overeenkomst in de gegeven omstandigheden buitengerechtelijk ontbinden op grond van artikel 7:22 lid 1 sub a BW. Omdat de koopprijs is voldaan en [verzoeker] de koopovereenkomst heeft ontbonden, vordert hij de terugbetaling van het betaalde bedrag. Subsidiair beroept [verzoeker] zich op dwaling. [verweerder] heeft met het verzwijgen van het schadeverleden van de auto zijn mededelingsplicht geschonden, waarmee [verzoeker] het recht is ontnomen om af te zien van het kopen van de auto. De koopovereenkomst dient daarom te worden vernietigd onder terugbetaling van het aankoopbedrag aan [verzoeker].
3.3.
[verweerder] voert verweer. Hij betwist dat [verzoeker] (of zijn vader) naar het schadeverleden van de auto heeft gevraagd. Dat de auto eerder schade had gehad was bij [verweerder] ook niet bekend. De auto reed goed en [verzoeker] heeft als koper zelf ook een onderzoeksplicht. De auto kan niet om die reden worden teruggegeven. [verzoeker] heeft een reparatiegarantie via [verweerder] en mag zelf bepalen wie de schade repareert. Aan het teruggeven van de auto zijn annuleringskosten verbonden. [verweerder] is [verzoeker] in de hoogte van het bedrag daarvan tegemoetgekomen, maar [verzoeker] weigert deze kosten te voldoen. Als de vordering wordt toegewezen, moet door een onafhankelijk bedrijf worden vastgesteld wat de herstelkosten zijn van de recente lakschade. Deze herstelkosten moeten dan geheel op de koopprijs in mindering komen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In deze procedure moet de vraag worden beantwoord of de gebreken aan de auto non-conformiteit opleveren en of [verzoeker] in zijn recht stond toen hij de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbond.
Het wettelijk kader
4.2.
De vorderingen van [verzoeker] zijn gebaseerd op de stelling dat de auto non-conform is. De kantonrechter zal daarom eerst beoordelen of hiervan sprake is. Bij deze beoordeling stelt de kantonrechter voorop dat het hier gaat om een consumentenkoop (artikel 7:5 BW). [verzoeker] is namelijk consument en [verweerder] handelt in de uitoefening van zijn bedrijf.
4.3.
Op grond van artikel 7:17 BW moet de auto aan de overeenkomst beantwoorden. Dit houdt in dat de auto de eigenschappen moet bezitten die de koper op basis van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de auto de eigenschappen bezit die voor een normaal en veilig gebruik nodig zijn. Bij de vraag of het afgeleverde aan de overeenkomst voldoet geldt bij een consumentenkoop dat de afgeleverde zaak onder meer (i) wat betreft de beschrijving, functionaliteit en andere kenmerken, moet voldoen aan de overeenkomst en (ii) geschikt moet zijn voor elk bijzonder door de koper gewenst gebruik dat de koper aan de verkoper uiterlijk bij het sluiten van de overeenkomst heeft meegedeeld en dat de verkoper heeft aanvaard. Als de aan [verzoeker] afgeleverde auto hieraan niet voldoet, voldoet deze dus niet aan de overeenkomst en is de auto ‘non-conform’.
Bij een consumentenkoop wordt verder op grond van artikel 7:18a lid 2 BW vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking ten opzichte van de overeenkomst zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.
Voldeed de auto aan de overeenkomst?
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [verzoeker] voldoende en onderbouwd heeft gesteld dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst. Dit oordeel wordt hierna toegelicht.
4.5.
Als onvoldoende weersproken staat vast dat [verzoeker] uitdrukkelijk geen auto wilde kopen die eerder schade had gehad en dat zowel [verzoeker] als zijn vader daarom voorafgaand aan de aankoop aan [verweerder] hebben gevraagd of de betreffende Opel Corsa een auto met een schadeverleden betrof, waarop [verweerder] aan hen beiden heeft meegedeeld dat dit niet het geval was. Zowel [verzoeker] als zijn vader hebben dit gedetailleerd verklaard.
4.6.
Uit de bevindingen van het Motorhuis blijkt dat er wel eerder schade is geweest aan de auto en dat dit niet een oppervlakkige lakbeschadiging is geweest. [verweerder] betwist ook niet (meer) dat de auto linksvoor schade heeft gehad en dat de auto deels is overgespoten en de koplamp is vervangen. Daar komt bij dat er mogelijk een defect aan de versnellingsbak bestaat en/of heeft bestaan. Het Motorhuis schrijft in haar inspectierapport immers dat er een tikkend/kloppend geluid hoorbaar is en er rondom de versnellingsbak kitresten aanwezig zijn. Dat de versnellingsbak – zoals vermoed – eerder uit elkaar is gehaald, kon niet worden vastgesteld omdat voor dergelijk nader onderzoek de versnellingsbak gesplitst zou moeten worden. Op grond van artikel 7:18a lid 2 BW (het eerder genoemde bewijsvermoeden) moet ervan worden uitgegaan dat dit defect bij verkoop en aflevering van de auto al aanwezig was.
4.7.
Naar het oordeel van de kantonrechter hoefde [verzoeker] niet te twijfelen aan de mededeling van [verweerder] dat de auto geen schadeverleden had en hij hoefde dus ook geen rekening te houden met de mogelijkheid van een later blijkend schadeverleden. Dat geldt ook als [verweerder], zoals hij stelt, zelf ook geen weet had van het schadeverleden van de auto. Hij heeft immers bij zijn mededeling op dit punt geen voorbehoud gemaakt. Gezien het feit dat het een slechts twee jaar oude tweedehands auto betreft met een kilometerstand van 49.694 km hoefde [verzoeker] ook geen rekening te houden met een risico op (veiligheids-)gebreken vanwege een mogelijk defect aan de versnellingsbak.
4.8.
De conclusie uit het voorgaande is dat de auto niet voldoet aan de overeenkomst en dus ‘non-conform’ is.
Mocht [verzoeker] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden?
4.9.
Met de onder 2.4 opgenomen e-mail heeft [verzoeker] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. De vraag is of deze buitengerechtelijke ontbinding effect heeft gesorteerd. Daarvoor moet de kantonrechter beoordelen of aan de vereisten van artikel 7:22 BW is voldaan.
4.10.
Artikel 7:22 lid 1 BW geeft een consumentenkoper de mogelijkheid een overeenkomst te ontbinden, tenzij de afwijking van het overeengekomene, gezien haar geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Lid 2 van dit artikel bepaalt dat deze bevoegdheid pas ontstaat wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, dan wel de verkoper tekort is geschoten in een verplichting als bedoeld in artikel 7:21 lid 3 BW.
4.11.
Naar het oordeel van de kantonrechter mocht [verzoeker] de overeenkomst ontbinden zonder dat hij [verweerder] eerst in de gelegenheid diende te stellen om de auto te herstellen dan wel deze te vervangen, omdat herstel en vervanging gezien de aard van de non-conformiteit niet mogelijk zijn. Het schadeverleden van een auto kan niet meer ongedaan worden gemaakt en vervanging van de auto voor een exact gelijke tweedehandsauto is niet mogelijk.
4.12.
De kantonrechter zal dan ook (zoals onder I primair is gevorderd) voor recht verklaren dat de koopovereenkomst is ontbonden op 11 december 2024.
Ongedaanmakingsverbintenissen
4.13.
Als gevolg van de ontbinding moet [verzoeker] de auto teruggeven aan [verweerder] en moet [verweerder] de koopprijs terugbetalen aan [verzoeker]. Tussen partijen is in geschil wat de hoogte van de koopsom is. [verzoeker] stelt dat de betaalde € 15.500,00 een all-in prijs betrof die geheel door [verweerder] moet worden terugbetaald. [verweerder] voert daartegen aan dat er in dit bedrag nog allerlei kosten waren inbegrepen, waardoor de ‘netto’ koopprijs lager is. [verweerder] heeft echter niet met facturen of andere stukken onderbouwd om welke kosten het dan precies gaat en deze kosten ook niet gespecificeerd. Het enige dat tussen partijen niet in geschil is, is dat [verweerder] de auto bij Autotrust B.V. heeft aangemeld en voor deze reparatiegarantie een bedrag van
€ 350,00 heeft voldaan. De kantonrechter zal dit bedrag op de terug te betalen koopsom in mindering brengen omdat (de waarde van) deze garantie aan [verzoeker] ten goede is gekomen. Dit betekent dat in beginsel terugbetaling van een bedrag van € 15.150,00 toegewezen kan worden. Eerst dient echter nog de vraag beantwoord te worden of daarop nog een bedrag wegens herstelkosten voor de recent ontstane (lak)schade aan de auto in mindering gebracht moet worden.
De herstelkosten voor de later ontstane kras op de auto
4.14.
In artikel 7:10 lid 3 BW is bepaald dat als een koper op goede gronden het recht op ontbinding van de koop inroept, de zaak voor risico van verkoper blijft. Dit betekent dat de auto vanaf het moment van de buitengerechtelijke ontbinding (weer) voor risico van [verweerder] is (gekomen). Dat betekent echter niet dat [verzoeker] geen enkele verantwoordelijkheid meer heeft voor de auto. Op hem rust op grond van artikel 6:273 BW de plicht om er als een zorgvuldig schuldenaar voor te zorgen dat de ontvangen prestatie ongedaan kan worden gemaakt en dat [verweerder] de auto weer terug kon nemen. [verzoeker] is voor schade die ontstaat na de buitengerechtelijke ontbinding alleen aansprakelijk als hij deze zorgplicht schendt en dit aan [verzoeker] kan worden toegerekend.
4.15.
De (lak)schade is na de buitengerechtelijke ontbinding ontstaan. [verzoeker] stelt de auto normaal gebruikt te hebben, maar dat door toedoen van een onbekende een kras op de auto is gekomen toen deze geparkeerd stond terwijl [verzoeker] op zijn werk was. [verweerder] heeft dit niet weersproken, zodat de kantonrechter daarvan zal uitgaan. De vraag is dus of [verzoeker] iets heeft nagelaten wat hij wel had moeten doen om te voorkomen dat [verweerder] met deze schade geconfronteerd zou worden. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat niet het geval. In het op de openbare weg parkeren van de auto ziet de kantonrechter geen schending van de op [verzoeker] rustende zorgplicht; het is heel gebruikelijk dat een auto tijdens werktijd op een nabijgelegen parkeerplaats wordt geparkeerd. [verweerder] heeft weliswaar aangevoerd dat je met het rijden op de weg altijd risico op schade loopt, maar van [verzoeker] kon niet worden verwacht dat hij de auto gedurende de tijd dat [verweerder] deze weigerde terug te nemen in zijn geheel niet zou gebruiken, terwijl door [verzoeker] onbetwist is gesteld dat hij de auto nodig had om van en naar zijn werk te komen. [verzoeker] kan daarom niet worden verweten dat hij geen extra veiligheidsmaatregelen heeft genomen wat betreft de plaats van het parkeren van de auto.
4.16.
De zorgplicht kan (ook) inhouden dat een zaak tegen bepaalde schade wordt verzekerd, als zo’n verzekering gebruikelijk is. [1] De kantonrechter oordeelt dat de zorgplicht voor een tweedehands auto niet zo ver gaat dat de koper verplicht is om deze – na ontbinding van de koopovereenkomst – verzekerd te houden tegen schade die door anderen aan de auto wordt aangebracht. De schade die derden aan de auto aanbrengen is ook anderszins niet aan [verzoeker] toerekenbaar. In dit geval is [verzoeker] dus niet aansprakelijk voor de (kosten van herstel van de) schade aan de auto.
4.17.
[verzoeker] heeft ter zitting zijn vordering verminderd met de helft van het bedrag van de herstelkosten volgens de offerte van ACE omdat hij bereid is een deel van deze kosten (waarvoor hij juridisch gezien niet aansprakelijk is) voor zijn rekening te nemen. Omdat de kantonrechter niet meer kan toewijzen dan door [verzoeker] is gevorderd, zal de kantonrechter een bedrag van € 605,00 aan herstelkosten voor de kras voor rekening van [verweerder] brengen. Dit zal op het bedrag van € 15.150,00 in mindering worden gebracht, zodat [verzoeker] de auto voor een bedrag van € 14.545,00 zal moeten terugnemen. Aan het verweer van [verweerder] dat niet mag worden uitgegaan van de schadebegroting van ACE komt de kantonrechter niet meer toe, omdat [verweerder] niet heeft gesteld en ook anderszins niet aannemelijk is dat de herstelkosten door een ander bedrijf op minder dan € 605,00 zullen worden begroot.
De keuringskosten
4.18.
[verweerder] heeft op de mondelinge behandeling aangegeven bereid te zijn de gevorderde keuringskosten van € 180,00 voor zijn rekening te willen nemen. De vordering sub II zal daarom worden toegewezen.
Meewerken aan overschrijving tenaamstelling
4.19.
[verweerder] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde medewerking aan de tenaamstelling van de auto, zodat ook de vordering sub III zal worden toegewezen. De door [verzoeker] gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd zoals beschreven onder de beslissing.
De (proces)kosten
4.20.
[verzoeker] maakt aanspraak op een vergoeding van € 930,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten. [verzoeker] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. [verweerder] heeft onvoldoende inhoudelijk verweer gevoerd tegen (de hoogte van) deze vergoeding. De hoogte van de gevorderde vergoeding komt overeen met het tarief dat is opgenomen in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
4.21.
[verweerder] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [verzoeker] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
140,17
- griffierecht
732,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.819,17

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst tussen [verzoeker] en [verweerder] is ontbonden en veroordeelt [verweerder] tot betaling aan [verzoeker] van een bedrag van € 14.545,00,
5.2.
veroordeelt [verweerder] tot betaling aan [verzoeker] van een bedrag van € 180,00 voor de keuringskosten voor de auto,
5.3.
veroordeelt [verweerder] om binnen 5 werkdagen na het wijzen van dit vonnis medewerking te verlenen aan het op zijn naam c.q. onderneming zetten van de auto, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat hij daarmee in gebreke blijft, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 2.500,00,
5.4.
veroordeelt [verweerder] om aan [verzoeker] te betalen een bedrag van € 930,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,
5.5.
veroordeelt [verweerder] in de proceskosten van € 1.819,17, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verweerder] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.
1467