Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]2. [gedaagde 2]
2.De beoordeling
€ 8.200,00, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke rente, de proceskosten en de nakosten.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 april 2025 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de vennootschap onder firma [eiser] V.O.F. en de gedaagde partijen, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De eisende partij heeft de gedaagde partijen gedagvaard, maar deze zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De eisende partij vordert een bedrag van € 8.200,00, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente, proceskosten en nakosten, gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieverplichtingen van de handelaar getoetst en vastgesteld dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat aan deze verplichtingen is voldaan.
De kantonrechter heeft echter ook de algemene voorwaarden van de eisende partij beoordeeld, met name het annuleringskostenbeding dat in artikel 5 van de algemene voorwaarden is opgenomen. Dit beding staat op de 'grijze lijst' van artikel 6:237 BW, wat betekent dat het vermoed wordt onredelijk bezwarend te zijn. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de eisende partij onvoldoende heeft onderbouwd dat zij schade heeft geleden die gelijk is aan het bedrag van de vordering. Daarom is de kantonrechter voornemens om het annuleringsbeding te vernietigen, maar geeft de eisende partij de gelegenheid om zich hierover uit te laten en haar schade nader te onderbouwen.
Daarnaast is er een incassokostenbeding in de algemene voorwaarden dat niet leesbaar is, waardoor de kantonrechter niet kan oordelen over de (on)eerlijkheid ervan. De eisende partij wordt ook in de gelegenheid gesteld om een leesbare kopie van de algemene voorwaarden te overleggen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling op 14 mei 2024, waarbij de eisende partij de gelegenheid krijgt om de gevraagde stukken te overleggen en zich uit te laten over het oordeel van de kantonrechter.