Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 18 december 2024
2.De feiten
ARTIKEL 3 –BETALINGSVERPLICHTING EN BETAALPERIODEDe betalingsverplichting aan de huurder:Huurprijs exclusief beveiliging, exclusief verbruikskosten, telefoonkosten€ 2.150,-- per maand inclusief servicekosten exclusief gas, water en elektra kosten.Totaal € 2.150,-- (zegge: tweeduizendhonderdvijftig euro)(…)”.
“
Artikel 26c.1. Indien een eigenaar zijn privé gedeelte aan een ander in gebruik wil geven, zal die ander het gebruik slechts kunnen verkrijgen voor zich en eventuele huisgenoten, na voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur.(…)”.
“
Cliënte wenst de huidige (kale) huurprijs van € 2.000,--(…)
te verhogen, waardoor deze met ingang genoemde datum van 1 juli 2023 uitkomt op een bedrag van € 2.082,--.Vermeerderd met de verschuldigde VvE-bijdrage bedraagt uw maandelijkse betalingsverplichting met ingang van 1 juli 2023 in totaal € 2.386,24(…)”.
3.Het geschil
- de huurovereenkomst tussen partijen nietig is, althans dat rechtsgeldig een beroep op vernietiging daarvan is gedaan;
- de aldus op partijen rustende verplichtingen tot het voldoen van schadevergoeding(en) wegens onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking, door middel van verrekening, geheel teniet zijn gegaan, behoudens voor wat betreft het gevorderde achterstallige deel daarvan, althans de daarmee samenhangende betalingsverplichtingen van [gedaagde] jegens [eiser];
- de huurovereenkomst is ontbonden;
- de wederzijdse ongedaanmakingsverplichtingen door verrekening teniet zijn gegaan, behoudens wat betreft het gevorderde achterstallige deel daarvan, althans de daarmee samenhangende betalingsverplichtingen van [gedaagde] jegens [eiser];
- ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis althans op een in goede justitie te bepalen termijn;
- betaling van € 885,02, vermeerderd met de wettelijke rente;
- betaling van het onbetaald gebleven gedeelte van het huurdeel van de maandelijkse VvE-bijdrage, vanaf 26 april 2018 tot aan de dag van ontruiming van de woning door [gedaagde], nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- betaling van een vergoeding aan [eiser] ter grootte van de laatst geldende vergoeding, althans huurprijs vermeerderd met bijkomende kosten, gedurende de periode tussen het vonnis en het moment van ontruiming van de woning;
- betaling van de proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.