ECLI:NL:RBNHO:2025:5263

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 mei 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
13-118821-23 en 15-175704-23 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht. Gewapende woningoverval en diefstal met geweld in vereniging

Op 1 mei 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij twee gewapende overvallen. De eerste overval vond plaats op 8 mei 2023 in Amsterdam, waar de verdachte samen met een ander een tabakswinkel overviel. Tijdens deze overval werd geweld gebruikt en werd er gedreigd met een vuurwapen en een klauwhamer. De verdachte en zijn mededader hebben geld en postpakketten weggenomen, waarbij ze de aanwezigen in de winkel bedreigden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een regisserende en coördinerende rol had in deze overval.

De tweede overval vond plaats op 16 juni 2023 in Haarlem, waar de verdachte samen met anderen een woning overviel. Ook hier werd geweld gebruikt, en de slachtoffers werden bedreigd met vuurwapens en een koevoet. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 350 dagen, waarvan 231 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals het meewerken aan behandeling en het behouden van dagbesteding. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die voortvloeien uit de gepleegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie & Jeugd
Locatie Haarlem
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer: 13-118821-23 en 15-175704-23 (ttz.gev.)
Uitspraakdatum: 1 mei 2025
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting met gesloten deuren van 17 april 2025 in de zaak tegen:
[de verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] .
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
[officier van justitie] en van wat de verdachte en zijn raadsman, mr. M.D. Rijnsburger, advocaat te Amsterdam, alsmede [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) en [vertegenwoordiger van de GI] namens de Jeugd- en Gezinsbeschermers (hierna: de jeugdreclassering) naar voren hebben gebracht.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van de vorderingen van de benadeelde partijen: [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] , vertegenwoordigd door mr R. van der Laan.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging in parketnummer 15-175704-23, ten laste gelegd dat:
13-118821-23
Feit 1
hij op of omstreeks 8 mei 2023 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid geld en/of een of meer postpakket(ten), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 1] en/of Tabakspeciaalzaak [benadeelde partij 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [benadeelde partij 1] en/of [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4] en/of een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door, onder dreiging van een
vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of een klauwhamer,
- voorzien van een bivakmuts, althans voorzien van een geheel/gedeeltelijk bedekt hoofd/gezicht, zich naar/in de voornoemde Tabakspeciaalzaak te begeven en/of
- voornoemde Tabakspeciaalzaak in te rennen met een klauwhamer en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in zijn hand(en) en/of
- met een klauwhamer en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in hun/zijn hand(en) naar voornoemde slachtoffers en/of een of meer aanwezige klant(en) te schreeuwen: "Iedereen de winkel uit, wie politie belt ga ik schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) op de toonbank te klimmen en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, de winkel in te richten en/of op een of meer aanwezige klant(en) te richten en/of
- (vervolgens) op voornoemde [benadeelde partij 1] af te lopen en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op voornoemde [benadeelde partij 1] te richten en/of daarbij de woorden te voegen: "Geld, geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) naar/achter de kassa is/zijn gelopen en/of
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuur
wapen gelijkend voorwerp, aan voornoemde [benadeelde partij 1] te tonen en/of daarbij de woorden toe te voegen: "Kijk ik heb kogel er in" en/of "Kassa openen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) een hoeveelheid geld uit de kassa en/of van de toonbank, althans uit de winkel, heeft/hebben gepakt en/of
- (vervolgens) voornoemde [benadeelde partij 1] de woorden toe te voegen: "Ga op de grond liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- (vervolgens) een of meer postpakket(ten) te pakken;
Feit 2
hij op of omstreeks 8 mei 2023 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Ekol, type Lady, kaliber 7,65mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad en/of bijbehorende munitie, te weten een patroon van het merk Sellier en Bellot van kaliber 7,65, model volmantel rondneus, voorhanden heeft gehad;
15-175704-23
hij op of omstreeks 16 juni 2023 te Haarlem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning gelegen aan [adres] , gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, een (schouder)tasje (van het merk Gucci) en/of een geldbedrag (te weten: ongeveer € 300,00), en/of een (nep)horloge (van het merk Rolex) en/of sleutels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
die [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de voornoemde woning binnen te dringen;
- (een) vuurwapen(s), althans een op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] te richten, althans aan hen te tonen en/of
- die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] (onder dreiging van voornoemd(e) vuurwapen(s), althans op(een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp(en) dreigend de woorden toe te voegen dat [benadeelde partij 5] zou worden doodgeschoten als hij geen geld en/of waardevolle spullen zou afgeven en/of
- (vervolgens) meermalen, althans meermalen de trekker van een van voornoemde vuurwapens, althans op (een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp(en) over te halen en/of
- aan die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] (een) mes(sen) en/of (een) koevoet(en) te tonen en/of
- die [benadeelde partij 5] met een koevoet, althans met een langwerpig en/of hard voorwerp (meermaals) tegen de (onder)arm, althans het lichaam, te slaan en/of
- die [benadeelde partij 5] te slaan en/of te schoppen en/of met hem te worstelen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [benadeelde partij 6] te richten en/of
- die [benadeelde partij 6] met een vuurwapen, althans met een hard en/of zwaar voorwerp tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op haar knie te richten en/of (vervolgens) de trekker over te halen en/of
- met een mes naar die [benadeelde partij 6] te wijzen en/of haar te zeggen dat zij geld moest geven en (daarbij) dreigend de woorden toe te voegen dat zij zou worden neergestoken en/of
- die [benadeelde partij 5] dreigend de woorden toe te voegen 'laatste kankerkans, ik ga je vriendin verminken en doodsteken’ en/of ‘ik ga haar nu echt steken en/of ‘kankerlijer, ik ga je schieten’ althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer anderen op of omstreeks 16 juni 2023 te Haarlem,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een woning gelegen aan [adres] , gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, een (schouder)tasje (van het merk Gucci) en/of een geldbedrag (te weten: ongeveer € 300,00) en/of een (nep)horloge (van het merk Rolex) en/of sleutels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] , in elk geval aan een ander dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 5] en/of
[benadeelde partij 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de voornoemde woning binnen te dringen;
- (een) vuurwapen(s), althans een op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] te richten, althans aan hen te tonen en/of
- die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] (onder dreiging van voornoemd(e) vuurwapen(s), althans op(een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp(en)) dreigend de woorden toe te voegen dat [benadeelde partij 5] zou worden doodgeschoten als hij geen geld en/of waardevolle spullen zou afgeven en/of
- (vervolgens) meermalen, althans meermalen de trekker van een van voornoemde vuurwapens, althans op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) over te halen en/of
- aan die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] (een) mes(sen) en/of (een) koevoet(en) te tonen en/of
- die [benadeelde partij 5] te slaan en/of te schoppen en/of met hem te worstelen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [benadeelde partij 6] te richten en/of
- die [benadeelde partij 6] met een vuurwapen, althans met een hard en/of zwaar voorwerp tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op haar knie te richten en/of (vervolgens) de trekker over te halen en/of
- met een mes naar die [benadeelde partij 6] te wijzen en/of haar te zeggen dat zij geld moest geven en (daarbij) dreigend de woorden toe te voegen dat zij zou worden neergestoken en/of
- die [benadeelde partij 5] dreigend de woorden toe te voegen ‘laatste kankerkans, ik ga je vriendin verminken en doodsteken’ en/of 'ik ga haar nu echt steken’ en/of 'kankerlijer, ik ga je schieten’ althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 15 juni 2023 tot en met 16 juni 2023 te Haarlem, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- het (mede)plannen/coördineren van de voorverkenning
- het (mede)plannen/coördineren van de uitvoering (door -onder meer- het toedelen van rollen, door aan te geven wanneer er informatie wordt gedeeld en door wie dat gebeurt en door aan te geven welke wapens er moeten worden meegenomen)
- het geven van informatie over het adres
- het geven van informatie over de te verwachten buit
- het onderhouden van contact met betrokkenen en (vervolgens) de verkregen informatie (-onder meer- over waar bepaalde betrokkenen zich op bepaalde momenten bevinden) door te spelen aan andere betrokkenen
- het doen van een voorstel voor het verdelen van de buit (teneinde anderen te bewegen mee te doen)
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 juni 2023 te Haarlem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] te dwingen tot afgifte van een (schouder)tasje (van het merk Gucci) en/of een geldbedrag en/of een (nep)horloge (van het merk Rolex) en/of sleutels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n),
immers zijn/hebben verdachte en/of zijn mededaders
- de voornoemde woning binnengedrongen;
- (een) vuurwapen(s), althans een op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] gericht, althans aan hen getoond en/of
- die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] (onder dreiging van voornoemd(e) vuurwapen(s), althans op(een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp(en) dreigend de woorden toegevoegd dat [benadeelde partij 5] zou worden doodgeschoten als hij geen geld en/of waardevolle spullen zou afgeven en/of
- (vervolgens) meermalen, althans meermalen de trekker van een van voornoemde vuurwapens, althans op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) overgehaald en/of
- aan die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] (een) mes(sen) en/of (een) koevoet(en) getoond en/of
- die [benadeelde partij 5] met een koevoet, althans met een langwerpig en/of hard voorwerp (meermaals) tegen de (onder)arm, althans het lichaam, geslagen en/of
- die [benadeelde partij 5] geslagen en/of geschopt en/of met hem geworsteld en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [benadeelde partij 6] gericht en/of
- die [benadeelde partij 6] met een vuurwapen, althans met een hard en/of zwaar voorwerp tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, geslagen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op haar knie gericht en/of (vervolgens) de trekker overgehaald en/of
- met een mes naar die [benadeelde partij 6] gewezen en/of haar gezegd dat zij geld moest geven en (daarbij) dreigend de woorden toegevoegd dat zij zou worden neergestoken en/of
- die [benadeelde partij 5] dreigend de woorden toegevoegd 'laatste kankerkans, ik ga je vriendin verminken en doodsteken’ en/of ‘ik ga haar nu echt steken’ en/of ‘kankerlijer, ik ga je schieten’ althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer anderen op of omstreeks 16 juni 2023 te Haarlem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] te dwingen tot afgifte van een (schouder)tasje (van het merk Gucci) en/of een geldbedrag en/of een (nep)horloge (van het merk Rolex) en/of sleutels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), immers zijn/hebben verdachte en/of zijn mededaders
- de voornoemde woning binnengedrongen;
- (een) vuurwapen(s), althans een op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] gericht, althans aan hen getoond en/of
- die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] (onder dreiging van voornoemd(e) vuurwapen(s), althans op(een) vuurwapen(s) gelijkend voorwerp(en) dreigend de woorden toegevoegd dat [benadeelde partij 5] zou worden doodgeschoten als hij geen geld en/of waardevolle spullen zou afgeven en/of
- (vervolgens) meermalen, althans meermalen de trekker van een van voornoemde vuurwapens, althans op (een) vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) overgehaald en/of
- aan die [benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] (een) mes(sen) en/of (een) koevoet(en) getoond en/of
- die [benadeelde partij 5] met een koevoet, althans met een langwerpig en/of hard voorwerp (meermaals) tegen de (onder)arm, althans het lichaam, geslagen en/of
- die [benadeelde partij 5] geslagen en/of geschopt en/of met hem geworsteld en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op het hoofd van die [benadeelde partij 6] gericht en/of
- die [benadeelde partij 6] met een vuurwapen, althans met een hard en/of zwaar voorwerp tegen het (achter)hoofd, althans het lichaam, geslagen en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op haar knie gericht en/of (vervolgens) de trekker overgehaald en/of
- met een mes naar die [benadeelde partij 6] gewezen en/of haar gezegd dat zij geld moest geven en (daarbij) dreigend de woorden toegevoegd dat zij zou worden neergestoken en/of
- die [benadeelde partij 5] dreigend de woorden toegevoegd ‘laatste kankerkans, ik ga je vriendin verminken en doodsteken’ en/of ‘ik ga haar nu echt steken’ en/of ‘kankerlijer, ik ga je schieten’ althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 15 juni 2023 tot en met 16 juni 2023 te Haarlem, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- het (mede)plannen/coördineren van de voorverkenning
- het (mede)plannen/coördineren van de uitvoering (door -onder meer- het toedelen van rollen, door aan te geven wanneer er informatie wordt gedeeld en door wie dat gebeurt en door aan te geven welke wapens er moeten worden meegenomen)
- het geven van informatie over het adres
- het geven van informatie over de te verwachten buit
- het onderhouden van contact met betrokkenen en (vervolgens) de verkregen informatie (-onder meer- over waar bepaalde betrokkenen zich op bepaalde momenten bevinden) door te spelen aan andere betrokkenen
- het doen van een voorstel voor het verdelen van de buit (teneinde anderen te bewegen mee te doen).

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van het tenlastegelegde onder parketnummer 13-118821-23 gerekwireerd tot vrijspraak van feit 2 en tot bewezenverklaring van feit 1. Ten aanzien van parketnummer 15-175704-23 heeft de officier van justitie gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het onder parketnummer 13-118821-23 tenlastegelegde feit 1 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. De verdediging stelt zich ten aanzien van het tenlastegelegde feit 2 onder parketnummer 13-118821-23 en de primair en subsidiair tenlastegelegde feiten onder parketnummer 15-175704-23 op het standpunt dat de verdachte moet worden vrijgesproken.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Vrijspraak feit 2 parketnummer 13-118821-23Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen wat de verdachte onder parketnummer 13-118821-23 als feit 2 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. In het dossier is onvoldoende bewijs aanwezig om vast te stellen dat de verdachte de beschikkingsmacht over het vuurwapen had.
3.3.2.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 13-118821-23 ten laste gelegde feit 1 en het onder parketnummer 15-175704-23 primair ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.3.
Bewijsmotivering
15-175704-23
Op grond van de inhoud van het dossier stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verklaringen slachtoffers
[benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] werden op 16 juni 2023 omstreeks 02:55 uur wakker van mensen die de trap op renden. Overvaller 1 kwam met een bivakmuts hun slaapkamer binnen en had een groot pistool vast. Deze man was de langste van de overvallers en was het agressiefst. Vervolgens kwam overvaller 2 binnen en richtte een revolver op de buik van [benadeelde partij 5] , terwijl [benadeelde partij 5] nog op bed lag. Enkele seconden later kwam overvaller 3 de slaapkamer binnen. Overvaller 3 was de kleinste van de overvallers en had een koevoet en een mes vast. Overvaller 1 zei tegen [benadeelde partij 5] dat hij zijn waardevolle spullen moest geven en dat hij [benadeelde partij 5] anders dood zou schieten. Toen [benadeelde partij 5] zei dat hij niets zou geven, laadde overvaller 1 zijn pistool door, richtte het op het hoofd van [benadeelde partij 5] en haalde de trekker over. [benadeelde partij 5] hoorde een klik, maar het wapen blokkeerde. Overvaller 1 richtte weer het pistool op het hoofd van [benadeelde partij 5] en haalde nog een keer de trekker over waarna het pistool weigerde. Toen [benadeelde partij 5] nog een keer zei dat hij niets zou geven zei overvaller 1 tegen overvaller 3: “Geef me die kankerkoevoet, dan sla ik ze dood hier. Ik sla ze de schedel in.” Overvaller 3 gaf de koevoet aan overvaller 1 waarna overvaller 1 [benadeelde partij 5] naar het hoofd heeft geslagen met de koevoet. [benadeelde partij 5] kon de slag afweren met zijn arm. [benadeelde partij 5] heeft daarna overvaller 1 geslagen en stoten in zijn gezicht gegeven. Overvaller 2 richtte de revolver op [benadeelde partij 5] terwijl overvaller 1 riep: “Schiet hem kapot, schiet ‘m in zijn kop, schiet hem dood.” Vervolgens is er een gevecht ontstaan tussen [benadeelde partij 5] en de drie mannen, waarbij overvaller 2 hard met zijn revolver tegen de oogkas van [benadeelde partij 5] heeft geslagen. [benadeelde partij 5] bloedde daardoor hevig.
Tijdens het gevecht met de drie overvallers is een emmer behanglijm omgevallen en is de revolver van overvaller 2 daarin terecht gekomen.
[benadeelde partij 6] is op enig moment naar beneden gerend. Zij werd daar tegengehouden door overvaller 4. Overvaller 4 stond in de hal van de woning met een vuurwapen in zijn hand. Overvaller 4 richtte het vuurwapen op het achterhoofd van [benadeelde partij 6] en zei dat zij moest gaan zitten en dat er dan niets zou gebeuren.
Ondertussen was [benadeelde partij 5] nog boven in gevecht met de andere drie overvallers. Hij wist overvaller 3 van de trap te duwen. Vervolgens kwam overvaller 1 naar beneden lopen. Hij zei dat [benadeelde partij 6] geld moest geven, trok aan haar haren en sloeg haar met het pistool op haar achterhoofd. Overvaller 1 had ook een mes en zette dit mes tegen de arm van [benadeelde partij 6] en dreigde dat hij haar neer zou steken. Ook richtte overvaller 1 zijn pistool op haar knie en haalde de trekker over, maar het wapen weigerde opnieuw. Overvaller 1 vroeg toen waar de kogels waren en riep naar boven dat hij [benadeelde partij 6] door haar kop zou schieten en steken.
Nadat [benadeelde partij 5] om hulp had geroepen zijn de overvallers gevlucht. Zij hebben een sleutelbos en een Guccitasje met daarin € 300,00 meegenomen uit de woning.
De overvallers zijn de woning binnengekomen door een gat in het glas van de voordeur.
De overvallers
In totaal zijn er drie overvallers de slaapkamer van [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] binnengedrongen en heeft één overvaller [benadeelde partij 6] beneden tegengehouden. Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat overvaller 3 de medeverdachte [medeverdachte 1] is geweest. Hij heeft de koevoet mee naar binnen genomen, deze koevoet aan overvaller 1 gegeven en is door [benadeelde partij 5] van de trap geduwd.
Verder maakt de rechtbank uit de bewijsmiddelen op dat [medeverdachte 4] overvaller 2 is geweest. In de woning is een revolver aangetroffen. De revolver is onderzocht en bleek naar behoren te functioneren en een schot te lossen bij het overhalen van de trekker. Op de revolver is DNA-materiaal aangetroffen dat afkomstig kan zijn van [medeverdachte 4] . Van de bemonstering op de kogelpatronen is de bewijswaarde berekend. Deze komt er op neer dat de frequentie van het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. De rechtbank leidt hieruit af dat [medeverdachte 4] de revolver vast heeft gehad tijdens de overval.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat overvaller 1 [medeverdachte 3] is geweest. Dit wordt ook ondersteund door een snapchatbericht van [medeverdachte 3] aan de verdachte waarin hij bevestigt dat hij een pistool zal meenemen. Ook uit de foto’s en video’s die zijn aangetroffen op de telefoon van [medeverdachte 3] volgt dat hij in de periode rond de overval toegang had tot vuurwapens. Het is overvaller 1 die de koevoet van overvaller 3 heeft gevraagd en [benadeelde partij 5] met die koevoet heeft geslagen.
De rol van de verdachte
Na de overval is op straat een iPhone 12 aangetroffen. Deze telefoon is van de medeverdachte [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] maakte gebruik van het Snapchataccount jusinhoo.0. In zijn Snapchataccount zijn meerdere chats aangetroffen die betrekking hebben op de voorbereidingen van de woningoverval. Er is een snapchatgesprek aangetroffen tussen [medeverdachte 3] en de verdachte. Dit gesprek begint op 15 juni 2023 om 21:06 uur. In deze chat bespreekt de verdachte met [medeverdachte 3] de voorverkenning. Ook zegt de verdachte tegen [medeverdachte 3] dat hij zijn eigen “P” (pistool) moet meenemen en dat [naam] de andere krijgt. De verdachte geeft informatie over de woning en spreekt ook over het binnengaan van de woning en dat de overvallers daarvoor instructies krijgen van [naam] . Verder zegt de verdachte tegen [medeverdachte 3] dat de overvallers eerst moeten ontvluchten, dat daarna de buit wordt geteld en de overvallers dan hun deel krijgen. De verdachte is ook specifiek over wie er allemaal betaald moeten worden en vertelt hoe de buit verdeeld wordt. De verdachte wil ook op de hoogte gehouden worden van de situatie. Hij vraagt of ze onderweg zijn en geeft ook aan dat de eerste auto bij “ [naam] ” (mogelijk station [station] ) is.
In de telefoon is een groepschat aangetroffen waarin de voorbereiding van de overval wordt besproken. De deelnemers van deze groepschat zijn de medeverdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] ( [naam] ), [medeverdachte 4] ( [naam] ), [medeverdachte 1] ( [naam] ) en de verdachte ( [naam] ). De groepschat begint op 15 juni 2023 te 23:30 uur. In de groepschat wordt gesproken over het binnengaan van de woning. De verdachte vraagt in de chat ook bevestiging op de vraag “jullie gaan der op.” Uit de groepschat blijkt verder dat de verdachte andere deelnemers van de groepschat maant op hem te reageren. De verdachte wil steeds op de hoogte blijven van de situatie. Dit doet hij onder andere door te vragen wat er gaande is en waar de “driver” is.
Ter zitting heeft de verdachte verklaard dat hij via Snapchat voor deze klus is benaderd
.Zonder specifieke opdracht daartoe heeft de verdachte twee mensen (medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] ) benaderd om deze klus uit te voeren. Er zijn geen aanknopingspunten in het dossier dat de verdachte deze opdracht heeft gekregen van [naam] . De verdachte heeft via Snapchat mensen aan elkaar gekoppeld en een groepschat aangemaakt.
De rechtbank maakt uit de hiervoor genoemde snapchatgesprekken en de verklaring van de verdachte op dat de verdachte bij de uitvoering van de overval een regisserende, coördinerende en instruerende rol had.
Medeplegen
Er is sprake van medeplegen wanneer vast is komen te staan dat bij het begaan van een strafbaar feit sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het feit, maar uit gedragingen zoals het verstrekken van inlichtingen, kan sprake zijn van een nauwe en bewuste samenwerking. De bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit moet dan van voldoende gewicht zijn.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat de verdachte een regisserende, coördinerende en instruerende rol bij de diefstal met geweld had. De verdachten hebben vooraf via onder meer Snapchat overleg met elkaar gehad, hebben voorbereidingen getroffen en zouden allen delen in de buit. Er was een duidelijk plan om de woning te overvallen en de rol van de verdachte daarin is substantieel geweest. Zonder zijn bijdrage had de woningoverval naar alle waarschijnlijkheid niet plaatsgevonden. Naar het oordeel van de rechtbank was er dan ook een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten die de overval hebben uitgevoerd.
Conclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer
13-118821-23 ten laste gelegde feit 1 en het onder parketnummer 15-175704-23 primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
13-118821-23
Feit 1
hij op 8 mei 2023 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, een hoeveelheid geld en postpakketten die geheel aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] en een of meer onbekend gebleven personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door, onder dreiging van een vuurwapen en een klauwhamer,
- voorzien van een bivakmuts zich naar Tabakspeciaalzaak [benadeelde partij 2] te begeven en
- voornoemde Tabakspeciaalzaak in te rennen met een klauwhamer en een vuurwapen in hun handen, en
- met een klauwhamer en een vuurwapen in hun handen naar voornoemde slachtoffers en aanwezige klanten te schreeuwen: "Iedereen de winkel uit, wie politie belt ga ik schieten", en
- vervolgens op de toonbank te klimmen en een vuurwapen de winkel in te richten en op aanwezige klanten te richten en
- vervolgens op voornoemde [benadeelde partij 1] af te lopen en een vuurwapen op voornoemde [benadeelde partij 1] te richten en daarbij de woorden te voegen: "Geld, geld", en
- vervolgens naar de kassa te lopen en
- vervolgens een vuurwapen aan voornoemde [benadeelde partij 1] te tonen en daarbij de woorden toe te voegen: "Kijk ik heb kogel er in" en "Kassa openen", en
- vervolgens een hoeveelheid geld uit de kassa en van de toonbank te pakken en
- vervolgens voornoemde [benadeelde partij 1] de woorden toe te voegen: "Ga op de grond liggen", en
- vervolgens postpakketten te pakken;
15-175704-23
hij op 16 juni 2023 te Haarlem tezamen en in vereniging met anderen, uit een woning gelegen aan [adres] , gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, een tasje van het merk Gucci, een geldbedrag (te weten: ongeveer € 300,00) en sleutels die geheel of ten dele aan [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de voornoemde woning binnen te dringen;
- vuurwapens op die [benadeelde partij 5] en die [benadeelde partij 6] te richten en aan hen te tonen en
- die [benadeelde partij 5] en die [benadeelde partij 6] (onder dreiging van voornoemde vuurwapens) dreigend de woorden toe te voegen dat [benadeelde partij 5] zou worden doodgeschoten als hij geen geld en waardevolle spullen zou afgeven en
- vervolgens meermalen de trekker van een van voornoemde vuurwapens over te halen en
- aan die [benadeelde partij 5] en die [benadeelde partij 6] een mes en een koevoet te tonen en
- die [benadeelde partij 5] met een koevoet tegen de onderarm te slaan en
- die [benadeelde partij 5] te slaan en met hem te worstelen en
- een vuurwapen op het hoofd van die [benadeelde partij 6] te richten en
- die [benadeelde partij 6] met een vuurwapen tegen het achterhoofd te slaan en
- een vuurwapen op haar knie te richten en vervolgens de trekker over te halen en
- met een mes naar die [benadeelde partij 6] te wijzen en haar te zeggen dat zij geld moest geven en daarbij dreigend de woorden toe te voegen dat zij zou worden neergestoken en
- die [benadeelde partij 5] dreigend de woorden toe te voegen 'laatste kankerkans, ik ga je vriendin verminken en doodsteken’ en ‘ik ga haar nu echt steken’ en ‘kankerlijer, ik ga je schieten’.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
13-118821-23
Feit 1: diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
15-175704-23
Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De officier van justitie heeft verder verzocht om aan de proeftijd naast de algemene voorwaarde dat de verdachte niet opnieuw een strafbaar feit begaat de bijzondere voorwaarden te verbinden dat de verdachte meewerkt aan het behouden van dagbesteding, meewerkt aan het traject van een IFA-coach indien en zolang de jeugdreclassering dat nodig acht, meewerkt aan behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling, een contactverbod met de slachtoffers en een contactverbod met alle medeverdachten. De officier van justitie vraagt ook de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden, alsmede de opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt het gemotiveerde strafadvies van de Raad over te nemen. De verdachte heeft de afgelopen tijd een positieve lijn in zijn ontwikkeling ingezet die moet worden ondersteund en bestendigd. Dit kan door geen hogere onvoorwaardelijke straf op te leggen dan de periode die hij reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De verdediging stelt zich verder op het standpunt dat bij het bepalen van de straf rekening gehouden moet worden met de persoon van de verdachte, de beperkte rol die hij ten opzichte van de anderen heeft gehad in de zaak met parketnummer 15-175704-23, de geadviseerde verminderde toerekeningsvatbaarheid, de tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en de strikte schorsingsvoorwaarden waar hij zich gedurende de schorsing aan heeft gehouden.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Op 8 mei 2023 heeft de verdachte zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een gewapende overval van een tabakswinkel waarbij een geldbedrag en meerdere postpakketten zijn weggenomen. De verdachte heeft deze klus, die via Snapchat werd aangeboden, op zich genomen. De verdachte en de medeverdachte zijn de winkel binnengegaan met bivakmutsen op. De verdachte had een klauwhamer vast en de medeverdachte een vuurwapen. Zij hebben met deze wapens de aanwezigen in de winkel bedreigd. De verdachten zijn vervolgens naar de kassa gelopen en hebben geld uit de kassa en van de toonbank gepakt. Ook hebben de verdachten postpakketten gepakt. De verdachten zijn vervolgens gevlucht op een scooter.
De verdachte heeft uit eigen belang gehandeld en is voor het snelle geld gegaan. Hij heeft daarbij geen rekening gehouden met de gevoelens van de slachtoffers en de andere aanwezigen in de winkel. Een gewelddadige overval kan voor slachtoffers een zeer traumatische ervaring zijn waar zij nog lang last van kunnen hebben. Bovendien is het feit op klaarlichte dag gepleegd. Dit alles zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. De rechtbank rekent de verdachte dit zeer aan.
De verdachte heeft een paar maanden later samen met anderen zich schuldig gemaakt aan een gewelddadige woningoverval. De verdachte is ook voor deze klus benaderd via Snapchat. Hij heeft vervolgens twee personen gezocht om de overval uit te voeren en heeft daarna een groepschat aangemaakt. De verdachte had bij de uitvoering van de overval een regisserende, coördinerende en instruerende rol. De vier medeverdachten hebben vervolgens de overval uitgevoerd. Drie van de overvallers hebben de slachtoffers met vuurwapens, een koevoet en een mes bedreigd. Daarbij heeft overvaller 1 de trekker van zijn vuurwapen meerdere keren overgehaald, maar het wapen weigerde. Overvaller 3 heeft de koevoet aan overvaller 1 gegeven waarna overvaller 1 [benadeelde partij 5] met de koevoet heeft geslagen. Vervolgens heeft [benadeelde partij 5] in het donker, naakt, moeten vechten met drie overvallers. [benadeelde partij 6] is op enig moment naar beneden gevlucht, maar door overvaller 4 tegengehouden onder dreiging van een vuurwapen. [benadeelde partij 6] is daarna met een vuurwapen op haar achterhoofd geslagen en bedreigd met een vuurwapen en een mes. Ook heeft overvaller 1 het vuurwapen afgedrukt op haar knie, maar het wapen weigerde.
De slachtoffers hebben die nacht letsel opgelopen en gevreesd voor hun leven, het leven van elkaar en het leven van hun ongeboren kind. Uit de toelichting op de vorderingen tot schadevergoeding en de schriftelijke spreekrechtverklaring die [benadeelde partij 6] ter zitting heeft voorgelezen blijkt hoe groot de impact op de slachtoffers is (geweest). De slachtoffers hebben nog steeds slaapproblemen en gevoelens van angst en onveiligheid in hun eigen woning terwijl de eigen woning de plek is waar men zich altijd veilig moet kunnen voelen. Dit gevoel is de slachtoffers ontnomen. Ook is de woningoverval midden in de nacht gepleegd in een woning gelegen in een rustige woonwijk. Dit soort feiten zorgt voor gevoelens van grote onrust en onveiligheid in de samenleving. Ten slotte is het snelle eigen gewin ook bij dit feit de drijfveer geweest voor de verdachte. Hij heeft geen rekening gehouden met de (mogelijke) gevolgen voor de slachtoffers. Ook dit wordt de verdachte zeer aangerekend.
Justitiële documentatie
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank allereerst het op naam
van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie van 7 april 2025 in aanmerking genomen, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Psychologische rapporten
De psychologische rapporten van 12 december 2023 en 15 november 2024 houden samengevat het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van vroege hechtingsproblematiek en een ongespecificeerde disruptieve, impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis. De hechtings- en gedragsproblematiek waren aanwezig ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten, gezien het structurele karakter van de problematiek. Dit beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte. De verdachte heeft de tenlastegelegde feiten gepleegd vanuit eigen belang en drang naar geldelijk gewin, waarbij zijn inlevingsvermogen en gewetensontwikkeling tekort schieten. De hechtings- en gedragsproblematiek zorgen ervoor dat de verdachte onvoldoende emotieregulatievaardigheden en beperkte impulscontrole heeft. Ook kan hij zich onvoldoende inleven in de ander. Vanwege de doorwerking van de problematiek van de verdachte op zijn denken en handelen tijdens de tenlastegelegde feiten wordt geadviseerd om alle tenlastegelegde feiten, indien bewezen, in verminderde mate toe te rekenen.
De geringe emotieregulatievaardigheden en gebrekkige identiteitsontwikkeling in combinatie met zijn antisociale gedachtegang, vatbaarheid voor negatieve beïnvloeding en beperkte gewetensontwikkeling dragen bij aan een verhoging van het risico op toekomstig (gewelddadig) delinquent gedrag. Ook is het zorgelijk dat de verdachte blijft vastlopen in zijn schoolgang en hij (op het moment van verslaglegging) geen zinvolle dagbesteding heeft. Het is positief dat de verdachte zich verbonden voelt met zijn moeder en open staat voor behandeling. Het recidiverisico wordt als matig ingeschat. Ter vermindering van de kans op recidive en ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling wordt geadviseerd om zowel individuele als systemische interventies te blijven inzetten. Ook het opbouwen van een vertrouwensband en het in kaart brengen van de risicofactoren blijft belangrijk, omdat de verdachte zich tot nu toe beperkt openstelt. Het herhaaldelijk in slaap vallen tijdens de gesprekken bij De Waag vraagt om nader onderzoek. Mogelijk kan Psychomotorische Therapie (PMT) helpend zijn. Belangrijke behandeldoelen blijven verbetering van de emotieregulatie, het versterken van mentaliserend vermogen en inzicht krijgen in het denken en handelen van de verdachte. Ook moet er aandacht blijven voor de hechtingsproblematiek. Aanvullend wordt aangeraden om een IFA-coach in te zetten, zodat de verdachte een positief rolmodel heeft die steun kan bieden richting een positieve sociale kring. Ten slotte blijft de betrokkenheid van de jeugdreclassering essentieel om de voortgang te waarborgen.
De rechtbank kan zich verenigingen met de conclusies van de voornoemde rapporten om het bewezenverklaarde in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen.
De Raad
De Raad adviseert in het rapport van 8 april 2025 een deels voorwaardelijke jeugddetentie waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De Raad adviseert als bijzondere voorwaarden op te leggen dat de verdachte meewerkt aan het behouden van dagbesteding zoals school, meewerkt aan het coachingstraject van een IFA-coach en meewerkt aan behandeling vanuit De Waag of een soortgelijke instelling.
De verdachte bekent de feiten gedeeltelijk en is niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit. Na het eerste delict had de verdachte een strikt schorsingskader, maar heeft toen zijn schorsingsvoorwaarden geschonden. Ten tijde van de feiten waren er grote zorgen over de houding van de verdachte. Hij leek de ernst van de feiten niet in te zien, had op ongepaste momenten een grimas op zijn gezicht en was weinig gemotiveerd voor een schorsingsplan. Ook waren er zorgen over de sociale contacten van de verdachte. Er heeft een psychologisch onderzoek plaatsgevonden en de Raad sluit zich aan bij het diagnostisch beeld uit dit onderzoek.
Het algemeen recidiverisico wordt als laag ingeschat. De kans is klein dat de verdachte opnieuw met de politie in aanraking komt. Een beschermende factor is de positieve vrijetijdsbesteding van de verdachte (school, bijbaan en voetbal). Ook heeft de verdachte geleerd weerstand te bieden als hij via sociale media wordt benaderd om een delict te plegen. Zijn moeder is betrokken en houdt zijn locatie in de gaten via de telefoon. De moeder schakelt ook het (professionele) netwerk in als zij zich zorgen maakt over de verdachte. De grootste risicofactor is de achterblijvende morele ontwikkeling van de verdachte. De verdachte heeft nog steeds op ongepaste momenten een grimas op zijn gezicht wat de indruk kan wekken dat hij om de situatie moet lachen. Ook is het zorgelijk dat de verdachte op ongepaste momenten in slaap valt. Hiervoor is inmiddels PMT ingezet. De jeugdreclassering heeft geen zicht op de sociale contacten van de verdachte waardoor de Raad niet met zekerheid kan zeggen dat daarover geen zorgen meer zijn.
De feiten dateren inmiddels van ruim anderhalf jaar geleden en de verdachte is sindsdien niet meer in beeld gekomen bij politie en justitie. Hij heeft de schorsing vanaf november 2023 goed doorlopen en heeft zich aan alle schorsingsvoorwaarden gehouden. Ook heeft de verdachte meegewerkt aan behandeling van De Waag. De behandeling wordt op initiatief van de verdachte ook voortgezet (PMT). De gestelde doelen zijn tijdens de schorsingsperiode (grotendeels) behaald en de verdachte heeft laten zien dat hij in staat is tot gedragsverandering. De terugkeer van de verdachte naar de JJI vindt de Raad niet in zijn belang, omdat het niet bijdraagt aan een positieve ontwikkeling. Het is belangrijk dat school, werk en prosociale activiteiten doorgang kunnen blijven vinden.
Ter zitting heeft de Raad hieraan toegevoegd dat de verdachte glimlacht omdat hij zich geen houding weet te geven. De Raad vraagt zich echter wel af of dit glimlachen voortkomt uit spanning of dat er meer achter zit. Ook het in slaap vallen is zorgelijk. De Raad vindt het belangrijk dat de behandeling bij De Waag wordt voortgezet. Het inzetten van de IFA-coach is passend, omdat deze coach een forensisch stuk meeneemt. De mentor die de verdachte nu heeft, doet dit niet. Terugkeer naar de JJI kan de verdachte demotiveren, terwijl een positieve lijn is ingezet. Dit is onwenselijk. Verder staat in het raadsrapport dat een werkstraf te veel voor de verdachte kan zijn, maar er moet ook gekeken worden naar de ernst van de feiten. Het is belangrijk dat de verdachte de consequenties daarvan voelt. In dat opzicht begrijpt de Raad het wanneer een onvoorwaardelijke werkstraf wordt opgelegd. Het belangrijkste is volgens de Raad dat de verdachte zich blijft richten op de hulpverlening. Ten slotte adviseert de Raad de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gezien de ernst van de feiten en om ervoor te zorgen dat wat is ingezet, wordt geborgd.
De Jeugdreclassering
Het reclasseringsadvies van 1 april 2025 van de Jeugd- en Gezinsbeschermers houdt kort samengevat het volgende in. De verdachte heeft de behandeling bij De Waag positief afgerond. Op eigen verzoek wil de verdachte door met behandeling bij De Waag (PMT). Daarnaast heeft hij werk, school en voetbal wat een positieve invloed op hem heeft. De verdachte heeft een toekomstperspectief voor ogen wat hem kan helpen op het juiste pad te blijven. Een kleine zorg blijft de invulling van de vrije tijd van de verdachte en zijn online gedrag, omdat daar geen zicht op is. De verdachte is ook niet volledig open over de vrienden waar hij mee omgaat.
Ter zitting heeft de jeugdreclassering hieraan toegevoegd dat de jeugdreclasseerder pas sinds een half jaar goed in gesprek is met de verdachte doordat de verdachte zich meer open stelt. Er zijn zorgen over de schoolgang van de verdachte. De school heeft gemeld dat er sprake is van verzuim. Dit komt waarschijnlijk door een verkeerd slaapritme van de verdachte. De moeder moet hierin betrokken worden, zodat zij de verdachte beter kan begeleiden in zijn schoolgang. Ten slotte zit de verdachte weer op Snapchat met een nieuw account. Er is echter geen zicht op zijn online gedrag.
Overwegingen van de rechtbank over de op te leggen sanctie
In het psychologisch rapport is geconcludeerd dat de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan de verdachte kunnen worden toegerekend. De rechtbank zal daarmee rekening houden bij het bepalen van de straf.
De rechtbank zal bij het bepalen van de straf ten nadele van de verdachte meewegen dat de woningoverval is gepleegd toen de verdachte thuis in voorlopige hechtenis zat.
De rechtbank heeft er bij het bepalen van de strafmaat ten voordele van verdachte rekening mee gehouden dat de feiten bijna twee jaar geleden zijn gepleegd, dat de verdachte destijds 16 jaar oud was en dat de verdachte first offender is. De verdachte heeft sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis in november 2023 een positieve lijn in zijn ontwikkeling ingezet. Hij heeft zich aan de strenge schorsingsvoorwaarden gehouden en de behandeling bij De Waag positief afgerond. De verdachte heeft ook zelf aangegeven dat hij aanvullende behandeling wil. Ook zijn de doelen binnen de schorsing grotendeels behaald.
Gezien de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten vindt de rechtbank een vrijheidsbenemende straf echter passend en geboden. De rechtbank zal daarom een jeugddetentie opleggen voor de duur van 350 dagen, met aftrek van de 119 dagen die de verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank vindt het niet in het belang van een zo positief mogelijke ontwikkeling van de verdachte dat de verdachte terugkeert naar de JJI. De verdachte heeft namelijk afgelopen periode positieve stappen gezet en binnen de JJI kan de verdachte weer negatief worden beïnvloed. De rechtbank ziet daarom aanleiding om te bepalen dat een gedeelte van de opgelegde jeugddetentie, te weten 231 dagen, vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd. De rechtbank zal aan de voorwaardelijk op te leggen straf wel een proeftijd verbinden van twee jaren, zodat de verdachte ervan wordt weerhouden voor het einde van die proeftijd zich schuldig te maken aan een strafbaar feit.
De rechtbank zal hieraan de volgende bijzondere voorwaarden verbinden. De verdachte dient mee te werken aan het vinden en behouden van dagbesteding, waaronder naar school gaan volgens het lesrooster. Ook moet de verdachte meewerken aan behandeling bij De Waag of een soortgelijke instantie. Het is van belang dat de verdachte de hulpverlening die reeds is ingezet (PMT) kan voortzetten. De verdacht moet meewerken aan het traject van een IFA-coach indien en zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht. Een coach kan de verdachte helpen bij het aangaan van pro-sociale contacten en een positief rolmodel voor de verdachte zijn. Verder vindt de rechtbank een contactverbod met de slachtoffers en de medeverdachten noodzakelijk en zal dit ook als bijzondere voorwaarden verbinden aan het voorwaardelijk deel van de straf.
Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden
De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd. Afgelopen periode heeft de verdachte zich goed aan de schorsingsvoorwaarden gehouden en is hij niet opnieuw in beeld geweest bij politie en justitie. De rechtbank is daarom van oordeel dat er geen rekening mee gehouden hoeft te worden dat de verdachte opnieuw een misdrijf zoals het bewezenverklaarde zal begaan. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding er rekening mee te moeten houden dat de verdachte zich aan de hulpverlening en het toezicht van justitie zal onttrekken. De rechtbank zal daarom de bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren.
Ten slotte is de rechtbank, alles afwegende, van oordeel dat een taakstraf in de vorm van een werkstraf moet worden opgelegd. Gezien de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de gevolgen van zijn handelen ook moet voelen. De verdachte zal daarom de maximale werkstraf opgelegd krijgen, te weten 200 uren.

7.Vordering benadeelde partij [benadeelde partij 5] en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [benadeelde partij 5] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend tegen de verdachte wegens materiële schade (€ 13.729,94) en immateriële schade (€ 9.500,00) die hij als gevolg van het onder parketnummer 15-201693-23 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
De gestelde materiële schade bestaat uit:
  • Dagwaarde televisie € 1.758,20
  • Herstel woning € 9.970,74
  • Gestolen Guccitas met daarin € 300,00 € 1.250,00
  • Aanschaf beveiligingscamera’s € 751,00
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering vermeerderd met wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. De officier vraagt tevens hoofdelijke veroordeling van de verdachte.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de vordering tot vergoeding van de materiële schade moet worden afgewezen dan wel niet-ontvankelijk verklaard. De herstelwerkzaamheden zijn volgens de verdediging onvoldoende onderbouwd. De bijgevoegde factuur komt uit 2022 gelet op het factuurnummer, terwijl de overval heeft plaatsgevonden in juni 2023. Verder blijkt uit het dossier niet dat de schade op de factuur is ontstaan als gevolg van het feit. De doelmatigheid van de werkzaamheden roept ook vragen op. Het is bijvoorbeeld onduidelijk of er geschilderd moest worden. De benadeelde partij verwijst naar de foto’s, maar daaruit volgt niet dat er sprake was van schade. Er is volgens de verdediging geen causaal verband tussen de werkzaamheden die worden gevorderd en de veroorzaakte schade.
Ten aanzien van de Gucci tas zijn de kosten ook onvoldoende onderbouwd. Er is slechts een prijs van een vergelijkbare tas bijgevoegd, maar geen aankoopbewijs of bankafschrift. Zonder aankoopbewijs kan niet gecontroleerd worden of de tas echt is. De verdediging verzoekt ten aanzien van het geldbedrag voor de Gucci tas uit te gaan van het laagste bedrag, te weten € 250,00.
De aankoop van beveiligingscamera’s betreft volgens de verdediging geen schade die door het feit is ontstaan en komt daardoor niet voor vergoeding in aanmerking.
Ten aanzien van de immateriële schade vraagt de verdediging de vordering te matigen.
Ten slotte verzoekt de verdediging de verdachte niet hoofdelijk te veroordelen. De verdachte kan volgens de verdediging namelijk maar voor een klein deel aansprakelijk worden gehouden, omdat hij een relatief klein aandeel heeft gehad in het feit. De verdachte is niet in de woning geweest en de aangerichte schade kan daarom niet aan hem worden toegerekend. Indien de rechtbank wel tot een hoofdelijke veroordeling komt verzoekt de verdediging de vordering te maximeren tot (maximaal) de helft van het toegewezen bedrag.
Ten aanzien van de materiële schade oordeelt de rechtbank als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat de gestelde materiële schade van € 13.729,94 rechtstreeks voortvloeit uit het bewezenverklaarde feit, te weten het medeplegen van diefstal met geweld en bedreiging met geweld. De vordering zal ten aanzien van de materiële schade dan ook worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 12.978,94 vanaf 16 juni 2023 (de datum waarop de schade is ontstaan) en over € 751,00 vanaf 3 juli 2023 (de datum van de aanschafkosten) tot aan de dag van de algehele betaling. Hieronder volgt per schadepost een toelichting.
Dagwaarde televisie
Vaststaat dat de televisie van de benadeelde partij door de overvallers kapot is gemaakt. De benadeelde partij heeft de aankoopfactuur uit 2018 overgelegd waaruit blijkt dat de aankoopprijs € 5.089,00 was. De dagwaarde van de televisie is berekend volgens de Afschrijvingslijst van de ANWB inboedelverzekering en reisverzekering en bepaald op € 1.758,20. De rechtbank acht dit bedrag toewijsbaar.
Herstel woning
De benadeelde partij heeft gesteld dat de woning na de overval moest worden schoongemaakt, dat de schade aan de trap en de deuren moest worden hersteld en dat er meerdere stuc- en sauswerkzaamheden moesten worden verricht. De benadeelde partij heeft dit onderbouwd door te verwijzen naar de foto’s in het dossier en door een gespecificeerde factuur van DKG Dienstverlening te overleggen. De rechtbank is van oordeel dat het gevorderde bedrag van € 9.970,74 met de factuur voldoende is onderbouwd en dat de schade als gevolg van het bewezenverklaarde feit aan de woning is ontstaan. De rechtbank vindt dit bedrag daarom toewijsbaar.
Guccitas met daarin geldbedrag
De benadeelde partij heeft vanaf het eerste moment van ontdekking verklaard dat een Guccitasje met daarin een geldbedrag van € 250,00 tot € 300,00 uit de woning was verdwenen. De rechtbank heeft geen reden om aan die verklaring te twijfelen en gaat ervan uit dat dit door de overvallers is weggenomen. De rechtbank zal wat het geldbedrag betreft, anders dan door de verdediging is verzocht, uitgaan van € 300,00.
Aanschaf beveiligingscamera’s
De benadeelde partij heeft op 3 juli 2023 een camerasysteem aangeschaft vanwege ernstige angstgevoelens. Gelet op de onderbouwing van de vordering is naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij de beveiligingscamera’s heeft aangeschaft als gevolg van het bewezenverklaarde feit en de daaruit voortvloeiende gevoelens van angst en onveiligheid. Onder deze omstandigheden is het vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (onder meer: ECLI:NL:HR:2021:840) dat deze schade kan worden aangemerkt als rechtstreekse schade en daardoor voor vergoeding in aanmerking komt.
Immateriële schade
[benadeelde partij 5] is samen met [benadeelde partij 6] slachtoffer geworden van een gewapende woningoverval die in de nacht plaatsvond. [benadeelde partij 5] heeft moeten vrezen voor het leven van hemzelf, zijn partner [benadeelde partij 6] en hun ongeboren kind. Als gevolg van de overval heeft [benadeelde partij 5] lichamelijk letsel opgelopen bestaande uit onder meer zwellingen en bloeduitstortingen onder zijn rechter oog, aan zijn linker arm en oksel. Op dit moment heeft hij nog een litteken onder zijn rechter oog en een pijnlijke verdikking op zijn linker arm. Hierdoor wordt [benadeelde partij 5] nog elke dag geconfronteerd met de overval.
Ook blijkt uit de toelichting op de vordering dat de overval een grote impact heeft gehad op [benadeelde partij 5] . Hij is sindsdien snel geprikkeld en vertoont vaker agressief gedrag. Daarnaast heeft hij slaapproblemen en nachtmerries waarin het geweld terugkomt. Ook ervaart [benadeelde partij 5] nog steeds angst en boosheid als gevolg van de overval.
Gelet op de aard en de ernst van de woningoverval, de onderbouwing van de vordering en de bedragen die in vergelijkbare gevallen worden toegekend vindt de rechtbank voor de vergoeding van de immateriële schade een bedrag van € 8.000,00 billijk. De vordering ten aanzien van de immateriële schade zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 juni 2023 tot aan de dag van de algehele betaling. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Hoofdelijkheid
De rechtbank zal bepalen dat indien een medeverdachte het toegewezen bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Nu de geleden schade mede het gevolg is van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte, zie de rechtbank geen aanleiding slechts betaling van een gedeelte van de schade toe te wijzen of dit te maximeren tot de helft van het gevorderde bedrag. Op grond van artikel 6:166 BW is de verdachte hoofdelijk verbonden tot vergoeding de schade die hij en zijn mededaders als groep hebben toegebracht, ongeacht het aandeel dat elk van hen daarin precies heeft gehad.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder parketnummer 15-175704-23 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging gepleegd] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Vordering benadeelde partij [benadeelde partij 6] en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [benadeelde partij 6] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend tegen de verdachte wegens immateriële schade (€ 8.000,00) die zij als gevolg van het onder parketnummer 15-201693-23 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering vermeerderd met wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. De officier vraagt tevens hoofdelijke veroordeling van de verdachte.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de vordering dient te worden gematigd.
De rechtbank oordeelt als volgt.
[benadeelde partij 6] is samen met [benadeelde partij 5] het slachtoffer geworden van een gewapende woningoverval die in de nacht plaatsvond. Tijdens de overval heeft [benadeelde partij 6] gevreesd voor het leven van haarzelf, haar partner [benadeelde partij 5] en hun ongeboren kind. Uit de stukken en de toelichting op de vordering blijkt dat [benadeelde partij 6] na de overval duizelig en misselijk was en onder meer een bult op haar achterhoofd, een pijnlijke pols en knie en een blauwe plek op haar arm heeft opgelopen.
Uit de toelichting op de vordering blijkt verder dat de overval een grote impact op [benadeelde partij 6] heeft gehad. Zij heeft enige tijd niet in de woning durven slapen en voelt zich nog steeds onveilig in de woning. Daarnaast was [benadeelde partij 6] zwanger tijdens de overval. Hierdoor heeft zij veel stress en zorgen gehad over de vraag of haar ongeboren kind schade zou hebben opgelopen van de overval. Ten slotte heeft [benadeelde partij 6] slaapproblemen, flashbacks en voortdurende gevoelens van angst.
Gelet op de aard en de ernst van de woningoverval, de onderbouwing van de vordering en de bedragen die in vergelijkbare gevallen worden toegekend vindt de rechtbank voor de vergoeding van de immateriële schade een bedrag van € 7.000,00 billijk. De vordering zal daarom tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 juni 2023 tot aan de dag van de algehele betaling. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
hoofdelijkheid
De rechtbank zal bepalen dat indien een medeverdachte het toegewezen bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Nu de geleden schade mede het gevolg is van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte, ziet de rechtbank geen aanleiding slechts betaling van een gedeelte van de schade toe te wijzen of dit te maximeren tot de helft van het gevorderde bedrag. Op grond van artikel 6:166 BW is de verdachte hoofdelijk verbonden tot vergoeding van de schade die hij en zijn mededaders als groep hebben toegebracht, ongeacht het aandeel dat elk van hen daarin precies heeft gehad.
schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder parketnummer 15-175704-23 verklaarde handelen [kort gezegd: diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging gepleegd] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 36f, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 13-118821-23 als feit 2 ten laste is gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van
350 dagen.
Beveelt dat van deze jeugddetentie een gedeelte, groot 231 dagen
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
  • moet meewerken aan het behouden van een positieve dagbesteding en naar school moet gaan volgens het lesrooster;
  • moet meewerken aan behandeling bij De Waag of een soortgelijke instantie;
  • moet meewerken aan het traject van een IFA-coach, indien en zolang de jeugdreclassering dat nodig acht;
  • op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met de slachtoffers [benadeelde partij 5] , geboren op [geboortedatum] , [benadeelde partij 6] , geboren op [geboortedatum] en [benadeelde partij 1] , geboren op [geboortedatum] , gedurende de proeftijd of zoveel korter als het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht. De politie houdt toezicht op de naleving van dit verbod;
  • op geen enkele wijze – direct of indirect – contact heeft of zoekt met de medeverdachten [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] , [medeverdachte 6] , geboren op [geboortedatum] , [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedatum] , [medeverdachte 5] , geboren op [geboortedatum] , [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum] , [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedatum] en [medeverdachte 7] , geboren op [geboortedatum] , gedurende de proeftijd of zoveel korter als het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht. De politie houdt toezicht op de naleving van dit verbod.
Geeft opdracht aan De Jeugd- en Gezinsbeschermers, gevestigd te Haarlem, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Stelt verder als voorwaarden dat de veroordeelde is gehouden om, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden en medewerking te verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, te weten 119 dagen, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
200 urentaakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 100 dagen jeugddetentie.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 5]geleden schade tot een bedrag van
€ 21.729,94, bestaande uit € 13.729,94 voor de materiële en € 8.000,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over € 20.978,94 vanaf 16 juni 2023 en over
€ 751,00 vanaf 3 juli 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, aan [benadeelde partij 5] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een (van de) medeverdachte(n) is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde partij 5] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 21.729,94, vermeerderd met de wettelijke rente over € 20.978,94 vanaf 16 juni 2023 en over € 751,00 vanaf 3 juli 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
0 dagenjeugddetentie.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een (van de) de medeverdachte(n) aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij 6]geleden immateriële schade tot een bedrag van
€ 7.000,00, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 juni 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, aan [benadeelde partij 6] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een (van de) medeverdachte(n) is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde partij 6] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 juni 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
0 dagenjeugddetentie.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een (van de) medeverdachte(n) aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.D. de Jong, voorzitter,
mr. W.C. Oosterbroek en mr. F.W. van Dongen, rechters, allen tevens kinderrechter,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. G.J.M. Loos,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 mei 2025.