ECLI:NL:RBNHO:2025:5625
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Ambtshalve toetsing van precontractuele informatieplichten in consumentenovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 april 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de eisende partij, [eiser] B.V., en de gedaagde partij, [gedaagde]. De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard, maar deze is niet verschenen. De eisende partij vordert een betaling van € 3.150,99, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, waarbij de wettelijke precontractuele informatieplichten van artikel 6:230l BW van toepassing zijn. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of aan deze informatieplichten is voldaan.
De kantonrechter heeft de eisende partij erop gewezen dat de onderbouwing van haar standpunten met betrekking tot de informatieplichten onvoldoende was. Hoewel de eisende partij had gesteld dat aan de verplichtingen was voldaan, ontbrak het aan een duidelijke en expliciete verwijzing naar de relevante producties. De kantonrechter heeft de producties zelf bekeken en geconcludeerd dat aan de informatieplichten was voldaan, maar heeft de eisende partij gewaarschuwd dat een gebrek aan onderbouwing in de toekomst kan leiden tot afwijzing van de vordering.
Daarnaast heeft de kantonrechter de gevorderde wettelijke rente afgewezen omdat de eisende partij niet had gespecificeerd over welke periode deze was berekend. De gevorderde hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten zijn toegewezen, terwijl de verdere rente vanaf de datum van dagvaarding is toegewezen. De gedaagde partij is in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken door mr. M. Woerdman en is uitvoerbaar bij voorraad.