In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar bezwaarschrift van 10 november 2023. Dit bezwaarschrift, dat betrekking heeft op de beslissing van 3 oktober 2023 over de herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, werd door de Dienst Toeslagen ontvangen op 14 november 2023. Eiseres heeft op 13 mei 2025 een verweerschrift ontvangen van de Dienst Toeslagen. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht niet vereist is in deze zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn in bezwaar is overschreden, en dat eiseres op 5 februari 2025 de Dienst Toeslagen in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiseres kennelijk gegrond is, omdat er nog steeds geen besluit is genomen. De rechtbank draagt de Dienst Toeslagen op om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 250 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 37.500. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het griffierecht van € 53 wordt vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As op 23 mei 2025.